Botanisten en zwarte kraaien: over het vertalen van literaire non-fictie en van natuurboeken in het bijzonder. Lezing door Nico Groen op de symposiumdag van de Literaire Vertaaldagen 2022.
Toen Karel van het Reve nog leefde, kon je hem geen groter genoegen doen dan een vertaalprobleem aan hem voorleggen. Zo vroeg ik hem een keer: Hoe zou je vertalen: She was a Optician’s daughter: two glasses and she made a spectacle of herself.
Dames en Heren, het kan verkeren. ‘Het kan verkeren’ lijkt me een passende spreuk voor vandaag, nu we vieren dat we als vertalers vaak tijdelijk een ander moeten zijn, een ander dan jezelf en een ander dan gisteren, op je bureaustoel gratis op reis door de wereld en de tijd.
De deur van de kamer staat open. Vanaf de gang klinkt gestommel. Zwaar hijgend komt iemand aanlopen. In de kamer is alles nog roerloos. Aan de muur hangt een goedkope poster met een zwaar opgemaakte vrouw en een poes erop. Aan de bovenrand van het beeld laat de webcam nog juist een stukje van een kroonluchter zien.
Ik wil het gaan hebben over de emotionele betrokkenheid die je als vertaler kunt hebben bij auteurs die je vertaalt. Hoe verhoud je je tot je auteur? En hoe is het om sterk betrokken te zijn bij een auteur?