Dit was de Zomercursus Literair Vertalen 2019
Van 26 t/m 30 augustus kwamen vertalers Duits (toneel) en Italiaans in Utrecht bijeen voor een intensieve cursus literair vertalen uit het Nederlands. De deelnemers werkten gedurende de week samen aan een Collectieve Vertaling, namen deel aan Vertaalateliers onder leiding van ervaren docenten en volgden lezingen over vertaaltheorie en -praktijk.
Jaarlijks organiseert het ELV in samenwerking met de letterenfondsen en de Taalunie een Zomercursus Literair Vertalen voor vertalers uit het Nederlands. In overleg met deze partners worden de talen per jaar vastgesteld en wordt een selectie gemaakt op basis van de vraag naar literair vertalers in of uit een bepaalde taal. Dit jaar waren dat het Duits, specifiek voor het vertalen van toneel, en het Italiaans.
Tijdens het voortraject in de online leeromgeving ELVi (ELV interactief) werkten de cursisten aan het maken van vertalingen en kregen ze aanvullende theorie en opdrachten aangeboden die hen voorbereidden op de intensieve cursusweek in Utrecht. Onder begeleiding van de ervaren vertalers Franco Paris en Claudia di Palermo (Italiaans) en Ira Wilhelm en Rainer Kersten (Duits) gingen zij hier verder mee aan de slag. De groep Duits boog zich over toneelteksten van Eric de Vroedt, Maria Goos, Tom Lanoye en Annelies Verbeke, terwijl de groep Italiaans zich focuste op proza van (opnieuw) Lanoye, Rachida Lamrabet, H.M. van den Brink, Paulien Cornelisse en Ilja Leonard Pfeijffer.
Daarnaast woonden de deelnemers diverse lezingen bij, waaronder de openbaar toegankelijke openingslezing van David Colmer over creativiteit. De andere lezingen, gegeven door zowel academici als sprekers uit 'het vak', boden de deelnemers meer inzicht in vertaaltheorie rond het door hen te vertalen genre en de hedendaagse vertaalpraktijk. De groep Italiaans volgde lezingen over cultuurspecifieke elementen (ook wel realia), beroepspraktijk en leesrapporten en de contemporaine Nederlandstalige literatuur. De groep Duits leerde meer over speel- en spreekbaarheid van toneelteksten, de hedendaagse theaterpraktijk en vormvastheid. Ook de letterenfondsen waren vertegenwoordigd, evenals het Nederlandse Fonds Podiumkunsten.
De week werd afgesloten met een slotpresentatie van de Collectieve Vertalingen waaraan de deelnemers in groepjes gewerkt hadden. Het fragment dat de deelnemers Italiaans vertaalden, leidde tot discussie over lange (openings)zinnen, het gebruik van Nederlandse werkwoordstijden die in het Italiaans strikter gehanteerd worden en de al dan niet ironisch bedoelde dialogen. Bij de deelnemers Duits, die ter plekke de door hen vertaalde toneeltekst tot uitvoering brachten, werd onder meer geworsteld met een Duitse term in de Nederlandse tekst en hardop uitgesproken interpunctie. Beide groepen merkten op dat het gezamenlijk vertalen veel tijd vergde, maar wel heel leerzaam was. Juist ook de uitwisseling tussen deelnemers, in verschillende fases van hun vertaalloopbaan en met hun eigen vertaalopvattingen, maakt de Zomercursus - binnen en buiten het klaslokaal - tot zo'n inspirerende en waardevolle week.
Foto's: Elbert Besaris