Uitkomsten alumni-onderzoek 2023

11 april 2024 - ELV Nieuws

Vorig jaar heeft het ELV een onderzoek uitgezet onder de alumni: oud-deelnemers aan cursussen, ontwikkelingstrajecten en mentoraten. De ingevulde vragenlijsten leverden veel relevante informatie op, die onder meer zal worden gebruikt ter onderbouwing van het ELV-beleid voor de komende jaren.

De vragenlijst is per mail verspreid onder de vertalers die in de afgelopen jaren aan een activiteit deelnamen en via de verschillende communicatiekanalen: website, nieuwsbrief en sociale media. De respons was boven verwachting: maar liefst 111 vertalers hebben de enquête ingevuld, verdeeld over in totaal meer dan 20 vertaalrichtingen (in en uit het Nederlands). Ook was er een mooie verdeling tussen beginnend en gevorderd, de verschillende leeftijdsgroepen, Nederland en Vlaanderen, et cetera. Hieronder volgt een beknopte weergave van de belangrijkste resultaten. 

Impact ELV

Op de vraag hoe de activiteiten van het ELV hebben bijgedragen aan hun ontwikkeling als literair vertaler noemen de respondenten onder meer dat hun vertaalvaardigheid gegroeid is, de activiteiten meer zelfvertrouwen hebben gegeven, ze geleerd hebben contacten te leggen met uitgevers en er verschillende praktische vaardigheden verworven zijn. 

Vrijwel alle vertalers antwoorden daarnaast dat de cursussen, ontwikkelingstrajecten en / of mentoraten van het ELV een bijdrage hebben geleverd aan het verkrijgen van vertaalopdrachten. Een enkeling reageert met ‘niet echt’ of ‘nog niet’. De activiteiten hielpen bij het leggen van contacten in het literaire veld, het direct of indirect verwerven van opdrachten, gevonden worden via het Vertalersbestand van het ELV en vertalers kregen zeer waardevolle tips van hun mentoren en docenten. Ook hielp het om aan een opdrachtgever te kunnen laten zien dat er een vorm van opleiding was gevolgd. In het algemeen hebben de activiteiten vaak bijgedragen aan de uitbreiding van het professionele netwerk.

ELV-Kennisbank

De meerderheid van de ondervraagde vertalers maakt gebruik van de Kennisbank op de website van het ELV. Hen is gevraagd welke onderwerpen ze met meest relevant vonden. Het meeste worden genoemd: ervaringen van andere vertalers, theorie over vertalen, achtegrondartikelen over vertalen en praktische vaardigheden. 

Het Vertalersbestand 

Door middel van persoonlijke vertalersprofielen geeft het Vertalersbestand op de site van het ELV extra zichtbaarheid aan vertalers. Vertalers in of uit het Nederlands kunnen een profiel aanmaken als ze aan bepaalde criteria voldoen, zoals een afgeronde vorm van opleiding van het ELV (of een opleiding gericht op literair vertalen elders) of minstens twee boekvertalingen met een professioneel contract. Een mogelijke opdrachtgever kan de vertalers rechtstreeks mailen via een knop op de profielpagina. 

Van de respondenten heeft 74% een profiel in het Vertalersbestand. 3% heeft geen profiel en hoeft er ook geen. 23% antwoordt nog geen profiel te hebben aangemaakt, maar dat in principe wel te willen.
Van de respondenten die op dit moment een profiel in het Vertalersbestand hebben, is een ruime meerderheid (69%) weleens langs deze weg benaderd door een potentiële opdrachtgever. 

Vindbaarheid voor opdrachtgevers 

Naast het Vertalersbestand worden de volgende manieren genoemd om zichtbaar te zijn voor opdrachtgevers: sociale media (waaronder LinkedIn), eigen website, bestand van het Nederlands Letterenfonds, persoonlijke contacten met docenten van de opleiding, eigen netwerk en een profiel op een website buiten Nederland en Vlaanderen, specifiek voor de eigen vertaalrichting. 

Behoefte aan verdere scholing

Bijna de helft van de vertalers geeft aan graag verder te blijven leren. Er worden verschillende onderwerpen genoemd, zoals meer cursussen voor de eigen vertaalrichting, specifieke genres of onderwerpen (bijvoorbeeld poëzie, non-fictie, co-vertalen, vertaalsoftware, sociale media, zichtbaarheid), lesgeven als vertaler en de professionele kant van het vak. Regelmatig wordt de voorkeur uitgesproken voor korte workshops of modules.

Cijfer vertaalloopbaan: 7,4

Op een schaal van 1 (laag) tot en met 10 (hoog) geven respondenten hun loopbaan gemiddeld een 7,4.

De toelichtingen op de cijfers laten zien hoe uiteenlopend de carrières van vertalers kunnen zijn. Veel vertalers die hoge cijfers geven, hebben voldoende opdrachten, vinden hun werk interessant, hun collega’s leuk, worden gevraagd voor workshops en andere activiteiten, hebben het gevoel gewaardeerd te worden, etc. Enkele exemplarische antwoorden:

 ‘Sinds ik koos voor literair vertalen, heb ik constant werk gehad, vertaal ik boeken die ik zelf goed en interessant vind en krijgen mijn vertalingen goede recensies.’

‘Ik heb mooie kansen gekregen om te leren en te groeien.’

Maar er worden ook veel kanttekeningen geplaatst zoals: 

‘Ik ben tevreden, maar het blijft een zeer moeilijke, onzekere wereld (qua opdrachtzekerheid, toegang tot uitgeverijen etc).’

Degenen die een lager cijfer geven lichten dit toe met opmerkingen als: 

‘Tot nu toe goed, maar ik ben soms bang voor de toekomst met de opmars van AI.’

‘Het werk zelf is fantastisch, maar de externe omstandigheden (loon, werkdruk, onzekerheid) maken het soms lastig.’

‘Het is ontzettend moeilijk om aan opdrachten te komen, zodat je min of meer gedwongen wordt om er naast het vertalen een full-time baan op na te houden. En als er dan eens iets op je pad komt moet het vaak binnen een korte tijd af zijn, wat moeilijk te doen is met die full-time baan.‘

‘Ik hou van mijn beroep, maar soms is het erg frustrerend, dat het zo weinig geld oplevert.’

Het verwerven van opdrachten

Een veelgenoemde manier om aan opdrachten te komen is via netwerken. Dit doet men op verschillende wijze: via collega’s, evenementen, beurzen, redacteuren, mentoren van het ELV en het vertalersbestand van het ELV. Ook het contact onderhouden met uitgeverijen wordt regelmatig genoemd. Men schrijft ook dikwijls zelf uitgeverijen aan, om daarbij bijvoorbeeld ideeën te pitchen. Het aanschrijven van uitgeverijen levert een wisselend succes op. Daarnaast geven ook veel vertalers aan dat zij zelf door uitgeverijen worden benaderd. 

Modelcontract

Voor vertalers in het Nederlands is er het Modelcontract, op basis van onderhandelingen tussen de Auteursbond en de Literaire Uitgeversgroep van de Groep Algemene Uitgevers. Hierin zijn afspraken vastgelegd over onder meer inlevertermijn, oplage, honorering, royalty’s en de rechten van de vertaler.

Van de vertalers in het Nederlands laat 72% weten met Modelcontract te werken; 28% doet dat niet. Van de Nederlandse vertalers vertaalt 87% met een Modelcontract; van de Vlamingen is dat 60%. 

Honorarium

Op de vraag ‘Ontvang je voor jouw vertaalwerkzaamheden een passend honorarium wat jou betreft?’ antwoordde 35% met ja; 65% antwoordde nee.

Bij degenen die ‘ja’ antwoorden worden in de toelichtingen vaak de vormen van ondersteuning door Literatuur Vlaanderen en het Nederlands Letterenfonds genoemd die voor de vertalers hierbij wel een belangrijke voorwaarde zijn. Ook plaatst deze groep regelmatig kanttekeningen, zoals: 

‘Ja als ik er een beurs bij krijg, nee in het andere geval.’ 

‘Ik heb tot nu toe altijd een modelcontract ontvangen en dat is natuurlijk geweldig, maar ten eerste weet ik dat veel mensen dat niet altijd krijgen, en ten tweede is het honorarium natuurlijk gewoon veel te laag.’ 

‘In combinatie met subsidies is het honorarium prima voor het werk. Het zou alleen fijn zijn als het tarief per woord van de uitgeverij die volgens het modelcontract werkt niet het minimumtarief is, maar dat je ook kan onderhandelen over een hoger tarief op basis van de moeilijkheidsgraad/tijd die je kwijt bent/andere factoren.’

De 65% die met ‘nee’ antwoordt op de vraag of ze een passend honorarium ontvangen, schrijft ter toelichting vaak dat ze er niet van kunnen leven, dat er andere bronnen van inkomsten nodig zijn, dat de ondersteuning door de fondsen voor hen cruciaal is, dat de tarieven veel te laag zijn (wordt door zowel vertalers in als uit het Nederlands genoemd), en/of dat de beloning niet in verhouding staat tot de werkzaamheden. Enkele antwoorden:

‘Ik kan er wel van leven, maar alleen vanwege een vrij sobere levensstijl (wat ik niet heel erg vind).’

‘Met de projectsubsidie erbij verdien ik een acceptabel honorarium, maar het woordtarief is te laag.’

‘Gezien de kwaliteit en de intensiteit van het ambacht van vertalen betalen uitgevers te weinig.’

‘Ook als ik voltijds vertaalde zou ik er niet van kunnen leven.’

Hoofdberoep of bijberoep?

Op de vraag of de respondenten literair vertalen als hoofdberoep beschouwen, antwoordt 61% met ja en 39% met nee. Onder de vertalers in het Nederlands ligt dit percentage een stuk hoger (71%), dan onder de vertalers uit het Nederlands, waar dat percentage 42% is. Van de actieve Vlaamse vertalers geeft 70% aan literair vertalen als hoofdberoep te beschouwen. Onder hun Nederlandse collega’s ligt dit percentage nagenoeg gelijk: 71%. 

Accreditatie fondsen

Vertalers die uit het Nederlands in andere talen vertalen, kunnen via een proefvertaling geaccrediteerd worden door Literatuur Vlaanderen en het Nederlands Letterenfonds. Uitgevers die een boek uit het Nederlands uitgeven, krijgen subsidie wanneer zij een geaccrediteerde vertaler inschakelen. 

Van de vertalers Nederlands – vreemde taal is 62% geaccrediteerd; 38% is dat niet. 

Er worden verschillende redenen genoemd waarom de vertalers uit het Nederlands niet geaccrediteerd zijn bij een van de fondsen. De meest genoemde reden is dat vertalers het al wel hebben geprobeerd, maar dat ze er nog niet succesvol in zijn geweest. Daarnaast zijn er enkele respondenten die eerst zichzelf nog willen verbeteren, zichzelf nog niet zien als professioneel vertaler of niet bekend zijn met de mogelijkheid. 

Diversiteit en inclusie

De vraag ‘Ervaar jij het vertaalveld als divers en inclusief?’ is nogal verschillend opgevat en er wordt doorgaans geen onderscheid gemaakt tussen diversiteit en inclusiviteit. Het zou daarom zinvol zijn om meer uitgebreid onderzoek naar deze aspecten te doen. Bij de analyse van de antwoorden is vooral gekeken naar hoe vertalers de diversiteit in de vertaalwereld ervaren. 

Op het gebied van sekse lopen de meningen van de vertalers uiteen. Sommige vinden het vertaalveld divers op het gebied van sekse, anderen vinden dat hier nog zeker winst valt te behalen. Daarnaast geven vertalers aan dat zij het idee hebben dat er vooral mannen en vrouwen boven de vijftig vertalers zijn. Vertalers ervaren dat er minder jongere mensen actief zijn als vertaler en dat het lastig is als jonge vertaler om tegen de oudere vertalers te concurreren. 

Op het gebied van etniciteit en kleur, ervaart men weinig diversiteit. Er wordt genoemd dat er voornamelijk witte mensen actief zijn. Meerdere vertalers duiden hier op een privilege. Om vertaler te zijn, is het van belang dat je bepaalde opleidingen gevolgd hebt, maar je moet ook in de positie zijn om met weinig geld te kunnen leven en/of andere hulpbronnen hebben. Volgens deze vertalers is dit niet voor iedereen vanzelfsprekend en daarom is er sprake van een bepaald privilege onder vertalers. 

Meerdere vertalers hebben echter wel het idee dat er verandering gaande is, onder meer door de inspanningen van het ELV en de Letterenfondsen.

Gestopt met vertalen

Ook vertalers die inmiddels gestopt zijn met literair vertalen hebben (een verkorte versie van) de vragenlijst ingevuld. In de meeste gevallen geven zij aan dat er meerdere redenen waren: het lukte niet om opdrachten te krijgen, er was te weinig tijd beschikbaar en er werd te weinig betaald. Sowieso komt het te weinig betaald krijgen voor het vertaalwerk in bijna elk antwoord naar voren. Deze vertalers konden simpelweg niet rondkomen van enkel het vertaalwerk en moesten naast het vertaalwerk ook nog een andere baan aannemen, om hun vaste lasten te kunnen betalen. Zij zijn alleenstaand of hebben een gezin om te onderhouden, en kunnen niet leunen op een partner met hogere inkomsten.