Verslag ESLT Summer School 2019

03 oktober 2019 - ELV Nieuws

Van 10 tot 13 september werd in Rome de derde editie van de ESLT Summer School gehouden, een initiatief van het ELV, het British Center for Literary Translation, de Italiaanse Link Campus University en de San Pellegrino Foundation. Het doel van de Summer School is (beginnende) docenten literair vertalen op te leiden en op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen in het werkveld. Lies Lavrijsen schreef er een verslag over.

 

Door Lies Lavrijsen

 

Als vertaalster van kinder- en jeugdboeken geef ik geregeld vertaalworkshops aan middelbare scholieren (en soms ook aan basisschoolleerlingen of studenten hoger onderwijs), en ik voelde dat ik in didactisch opzicht wel wat input kon gebruiken. Toen de kans zich aandiende om mijn pedagogische vaardigheden bij te schaven in de Città Eterna, hoefde ik dan ook niet lang na te denken en schreef me in.

De Summer School werd plechtig geopend met een receptie in het Casa delle Traduzioni, het Italiaanse Vertalershuis op een steenworp afstand van de Trevifontein en het Pantheon. Naar goede Italiaanse gewoonte begonnen de feestelijkheden wat later dan gepland omdat een deel van de genodigden te laat was, maar dat kan gelegen hebben aan het feit dat de deelnemers vanuit alle windstreken waren overgevlogen: naast Italianen en Britten waren er ook vertalers uit Roemenië, Hongarije en Griekenland, en zelfs uit Argentinië. We kregen uitgebreid de gelegenheid om kennis te maken onder het genot van een glaasje prosecco en wat typisch Romeinse supplì. Er werden volop ervaringen en contactgegevens uitgewisseld, waardoor het al meteen een vruchtbare avond was.

De volgende dag ging het lesprogramma van start in de statige gebouwen van de Link Campus University – ooit het zomerverblijf van paus Pius V en volgens welingelichte bron ook een opleidingscentrum voor intelligence officials, maar dat laatste hebt u niet van mij. Na wat korte introducties mocht Daniele Petruccioli (vertaler Engels, Portugees en Frans in het Italiaans en docent aan de Romeinse universiteit Unint), de spits afbijten met een lezing over datgene wat volgens hem de grootste uitdaging vormt voor beginnende vertalers: interpretatie en stijl. Dat illustreerde hij aan de hand van een fragment uit Glamorama van Bret Easton Ellis, waarin de deelnemers op zoek moesten naar elementen (uit de tekst, maar ook uit de context) die van belang konden zijn voor de vertaling. Petruccioli vertrok daarbij van enkele duidelijk zichtbare stijlkenmerken en daalde vervolgens af naar onderliggende betekenislagen, wat een interessante werkwijze was.

Vervolgens gaf Clarissa Botsford (docente aan universiteit Roma Tre en vertaalster Italiaans-Engels) een voorbeeldles gewijd aan visualisatie. ‘If you can see it, you can describe it’, is haar credo, en om haar studenten over hun eerste, reflexmatige woord-voor-woord-vertalingen heen te helpen laat zij haar studenten een moeilijke passage in een tekst eerst tot in de kleinste details uittekenen voordat ze mogen beginnen te vertalen. In dit geval lieten we ons tekentalent los op de eerste alinea’s van Metropolis, een kort verhaal van Michele Serra, waarin beschreven wordt hoe de koude noorderwind zich vanuit de bergen een weg baant naar de stad, via velden, autokerkhoven, op- en afritten van autosnelwegen, fabrieksgebouwen en voorstadshuisjes met gammele garagedeuren en wapperend wasgoed. Het bleek een praktische, toegankelijke aanpak, die aspirant-vertalers ertoe aanzet om heel aandachtig te gaan lezen en waarbij aspecten als intentionaliteit (wie doet wat en waarom) en directionaliteit (in welke richting bewegen personages, gedachten, voorwerpen enz.) als vanzelf aan het licht komen (afb. 2 - openingsscène van Metropolis, courtesy of the artist).

Voor het gezamenlijke avondeten kregen we nog een onderhoudende lezing geserveerd door Franco Nasi (Università di Modena e Reggio Emilia), die zich heeft toegelegd op ‘extreme translations’, vertalingen van bijna-onvertaalbare teksten. Hij onderstreepte het belang van out of the box denken en ‘problem setting before problem solving’. Vervolgens legde hij ons een paar aartsmoeilijke teksten voor, zoals de gedichten van Roger McGough en het rijmende prentenboek Oi, frog van Kes Gray en Jim Field, die hij met zijn studenten op allerlei creatieve manieren toch had weten te vertalen (afb. 3 - Illustratie uit Oi, frog  – Oké, de poedels zitten op noedels, maar waar moeten al die andere dieren op zitten?).

Op dag twee van het programma zette Onno Kosters (dichter, vertaler, vertaalwetenschapper,docent aan de Universiteit Utrecht en lid van het Wetenschappelijk Comité van het Expertisecentrum Literair Vertalen) zijn visie op de didactiek van poëzievertalen uiteen. In het spoor van James Holmes en Lawrence Venuti, twee zwaargewichten uit de vertaalwetenschap, brak hij er een lans voor om af te stappen van klassieke, ‘naïeve’ dichotomieën als letterlijk/vrij en trouw/ontrouw. Een vertaald gedicht moet overeind blijven als gedicht op zich, en idealiter iets relevants toevoegen aan de literaire traditie van de doelcultuur. Iedere vertaling is een interpretatie – een ‘poet’s version’ is daar een extreem voorbeeld van – en bij het beoordelen van poëzievertalingen is het dus leerzaam om op zoek te gaan naar de ‘interpretanten’ die de vertaler-dichter als een spoor in de tekst heeft achtergelaten. We werden uitgenodigd om die werkwijze meteen toe te passen op de vertaalde gedichten die we hadden meegenomen, wat verrassende resultaten opleverde.

Met Duncan Large (BCLT, University of East Anglia) bogen we ons ten slotte over de vraag of non-fictie vertalen ook een vorm van literair vertalen is, en bij uitbreiding: welke tekstsoorten als non-fictie aangemerkt kunnen worden en welke dan weer niet. Er volgde een pittige discussie, maar de conclusie was dat niet zozeer de tekstsoort van belang is, als wel de manier waarop je een tekst vertaalt. Het proces is met andere woorden belangrijker dan het product. Of vertalen van non-fictie nu om fundamenteel andere vaardigheden vraagt dan het vertalen van fictie, of dat het meer een kwestie van gradatie is, daar waren we nog niet helemaal uit ­– maar duidelijk was wel dat ook non-fictie een plaats moet hebben in het curriculum van een opleiding literair vertalen.

Afsluiten deden we op vrijdag in alweer een somptueus palazzo: de Hongaarse Academie, ontworpen door Fancesco Borromini. De ochtend besteedden we aan een diepgaande bespreking van het PETRA-E framework, ook wel bekend als de Leerlijn Literair Vertalen, waarbij we onder leiding van Karlijn Waterman (Nederlandse Taalunie) nagingen of we vanuit onze eigen praktijkervaring nog vaardigheden aan het framework hadden willen toevoegen. ‘Kritisch nadenken over de brontekst’ werd geopperd, net als ‘collaborative skills’ omdat duo- of meermansvertalingen steeds frequenter voorkomen. Het framework is sowieso een nuttig instrument voor vertaaldocenten om in kaart te brengen welke vaardigheden studenten al hebben en wat hun werkpunten zijn. De volgende stap is nu het ontwikkelen van concrete tools om die vaardigheden mee te evalueren.

Tot slot was er nog ruimte voor deelnemers die met een specifiek project bezig waren en dat nog even in de kijker wilden zetten. Zo was er Shadow Heroes (www.shadowheroes.org), een project van twee Britse vertaalsters die door middel van vertaalworkshops de schoolgaande jeugd met een kritische blik naar literaire en andere teksten willen laten kijken en daar een aantal hoogst entertainende lesvormen voor hebben uitgewerkt. Zo stelden ze ‘Dangerous Translations’ voor, een workshop die vertrekt van een fragment uit ‘Dangerous Liaisons’, dat door studenten wordt vertaald/herschreven in verschillende registers. Als Mme De Merteuil bijvoorbeeld een 16-jarige Zuid-Londense anno 2019 was geweest, had ze bijvoorbeeld zo geklonken:

Setting: 16 year olds in South London
Uno, Val, my G, yor DM is well rude and has made me lowkey angry mate. You've lost yor mind but your still my g tho. You're safe + yor there for me. I forgot about my pain as I was busy thinking about you. Rah how's my man gonna think up such an extra fantasy. Fam I can tell yor being dumb cuz you want what you can't have. What's so good bout this woman? There's nothing special. She's a dead ting. Body's a 5 outta 10, and her clothes are clapped, her garms aren't wavey + she's hella frigid.

 

De organisatie van de Summer School heeft ervoor gezorgd dat alumni met elkaar in contact kunnen blijven en materiaal kunnen uitwisselen via Google Classrooms. Dat moet allemaal nog een beetje op gang komen, maar goed: Rome werd ook niet in één dag gebouwd. Ik ben na deze vier intense dagen in ieder geval thuisgekomen met een hoofd vol ideeën, allerlei interessante nieuwe contacten en wilde plannen voor nieuwe projecten.

 

Groepsfoto ESLT 2019
Tekening Michele Serra
Oi, frog
Pantheon by night
Tiber in september