Minimumloon realiteit voor meeste vertalers, stelt monitor van KVB Boekwerk

25 september 2025 - Algemeen

KVB Boekwerk heeft in 2023 voor het eerst, in de vorm van een pilot, inzicht gegeven in de inkomenspositie van Nederlandse vertalers. Na deze pilot is de onderzoeksopzet aangescherpt en presenteren zij nu de gegevens over 2022. De opzet is om inzicht in de inkomenspositie van de vertalers om het jaar af te wisselen met die van de auteurs.

Notitie: Dit artikel is een samenvatting van de resultaten. Klik hier om alle cijfers te bekijken en hier voor de onderzoeksverantwoording. Voor de tabellen en grafieken verwijzen we naar het artikel op de website van KVB Boekwerk.

 

De algemene boekenmarkt kent een totale omzet van bijna 570 miljoen euro. Een deel van deze omzet wordt in de vorm van royalty’s uitgekeerd aan vertalers. De belangrijkste inkomstenbron van de meeste professionele vertalers is hun honorarium op grond van een woordtarief. Daarnaast krijgt een klein deel van hen – de literaire vertalers – projectsubsidies van het Letterenfonds (NLF). Om inzicht te krijgen in dit deel van de inkomenspositie van Nederlandstalige vertalers heeft KVB Boekwerk onderzoek gedaan naar de hoogte van deze royalty’s, vertaalinkomsten en subsidies. Daarnaast verschaffen we enig inzicht in de inkomsten van nevenactiviteiten die buiten de scope van dit onderzoek vallen, zoals o.a. de Leenrechtvergoeding, de vergoeding uit e-lending, Thuiskopie- en Reprorechtvergoeding.

Niet alle vertalers werken met het modelcontract

Bij dit onderzoek hebben we het modelcontract als uitgangspunt genomen. Vanuit het onderzoek gepubliceerd door de Taalunie, Dagelijks brood, weten we dat het verschil tussen de boven- en onderkant van de markt maar liefst 48 procent bedraagt. Dit betekent dat bij de vergoeding van het vertalen van een boek bij het gebruik van een modelcontract het minimale tarief in 2022 7,0 eurocent per woord is. Vertalers die niet werken met een modelcontract kunnen ook uitkomen op de helft (3,5 eurocent per woord*). Bij de berekeningen is KVB Boekwerk uitgegaan van een gemiddelde hiervan bij de vergoeding per woord. Daarnaast neemt het modelcontract ook de royalty’s in ogenschouw. Ook opgenomen in de cijfers zijn de subsidies die worden uitgekeerd door het NLF aan een deel van de vertalers.

We hebben de vertalers ingedeeld in vier inkomensgroepen. Vertalers voor wie de inkomsten uit vertalingen lager zijn dan € 2.888 (grijze categorie); vertalers met inkomsten tussen € 2.888 en brutominimumloon €15.932 (rode categorie); vertalers die tussen brutominimumloon en modaal (€ 39.000) verdienen (oranje categorie); en ten slotte vertalers die meer verdienen dan modaal (groene categorie**). Bij de indeling van deze groepen sluiten wij aan bij de grenzen voor inkomsten (algemene heffingskorting) en inkomen (70% minimumloon, modaal inkomen). Dat heeft als voordeel dat ze elk jaar in Den Haag worden bijgesteld aan de hand van de inflatie.

13% van vertalers verdient 46% van inkomsten

In 2022 deelden 1351 vertalers gezamenlijke inkomsten middels royalty’s en honoraria van €10,6 miljoen. Binnen het literair-cultureel segment hebben ruim 919 vertalers gewerkt voor gezamenlijke inkomsten van bijna €6,5 miljoen. Vergeleken met het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar is dat bij beide segmenten 1% hoger.

Binnen de A-boekenmarkt zien we dat de rode en oranje groepen het grootste inkomstenaandeel hebben (respectievelijk 47% en 37%). De grijze groep is weliswaar in aantallen groot maar het inkomstenaandeel van deze groep is 6%. Voor vertalers in deze groep zijn vertaalwerkzaamheden voornamelijk een nevenactiviteit. De groene groep met de hoogste inkomsten verdient 10% van de totale omzet. Als we de grijze categorie buiten beschouwing laten dan is de verdeling van inkomstenaandelen tussen de rode, oranje en groene categorie als volgt: 50%, 39% en 10%.

Vergelijkbare verhoudingen zien we ook in het literair-cultureel segment: de rode categorie heeft het grootste aandeel (56%), gevolgd door de oranje categorie (32%). De groene en grijze categorieën hebben ieder 6% van de aandelen. Binnen dit segment is 11% van de vertalers verantwoordelijk voor 39% van de totale inkomsten. Wanneer we inzoomen op de drie hoogste inkomensgroepen, zien we de volgende verdeling van inkomstenaandelen: 59% voor de rode categorie, 34% voor de oranje categorie en 6% voor de groene categorie.

80% verdient het brutominimumloon of minder, 1% verdient bovenmodaal

Bij de inzoom van de cijfers richten we ons voornamelijk op vertalers die een groot deel van hun tijd aan vertaalwerk besteden. De grijze groep, voor wie vertalen voornamelijk een nevenactiviteit is, wordt aangehaald ter vergelijking, maar blijft grotendeels buiten beschouwing. Deze focus stelt ons in staat om specifiek inzicht te bieden in de situatie van vertalers die dit werk als hoofdberoep uitoefenen. In de rest van dit artikel verwijzen we naar hen als ‘beroepsvertalers’.

Van de beroepsvertalers behoort 80% tot de rode groep (die maximaal €15.932 verdient), 19% tot de ‘oranje’ groep (die maximaal €39.000 verdient) en 1% tot de ‘groene’ groep (meer dan €39.000). Het aantal beroepsvertalers dat valt binnen de twee hogere inkomensgroepen (groen en oranje) en dus minstens brutominimumloon verdient (met vertaalwerkzaamheden) omvat 20% van alle beroepsvertalers binnen de totale A-markt. Deze zijn verantwoordelijk voor de helft van de totale omzet van deze groep.

Binnen het literair-culturele segment valt 11% van alle beroepsvertalers binnen deze twee hogere inkomensgroepen en nog geen 1% verdient bovenmodaal. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor 41% van de totale omzet.

Als de vertalers voor de algemene markt en het literaire-culturele segment worden opgedeeld in 100 gelijke delen, gerangschikt van lage naar hoge inkomsten per jaar, dan blijkt dat de inkomstenverdeling een steile curve heeft. Dat wil zeggen dat er een klein deel is van de vertalers (de x-as) dat substantiële inkomsten (y-as) (brutominimumloon of meer) overhoudt aan de vertalingen van algemene boeken en de daaruit voortkomende royalty’s. De steile curve in onderstaande linkergrafiek illustreert dat voor een groot deel van de vertalers de inkomsten uit vertaalwerkzaamheden neveninkomsten betreffen. In de rechtergrafiek is de grijze categorie (vertaalwerkzaamheden als nevenactiviteit) buiten beschouwing gelaten en zoomen we in op de beroepsvertalers. Het is dan duidelijk te zien dat de curve minder steil is. Dat wil zeggen: wanneer we alleen naar beroepsvertalers kijken, zien we dat een groter deel van de vertalers een substantieel deel van hun inkomsten overhoudt aan vertaalwerkzaamheden.

Minder (literair-culturele) vertalers in hoogste inkomensgroep

De groep vertalers, die een substantieel deel van hun inkomsten overhoudt aan vertaalwerkzaamheden (brutominimumloon of meer) is gedaald sinds 2018. Dit geldt voor de totaalmarkt en het literair-culturele segment, ondanks een kleine stijging in 2022 bij dit segment. Mogelijke oorzaken van de daling: in de periode 2018 – 2022 is niet ieder jaar een volledige inflatiecompensatie op de vertaaltarieven doorgevoerd en er is sprake van een daling van de totale afzet van Nederlandstalige titels – waaronder vertaalde titels – die gedrukt kan hebben op het royaltybedrag dat de vertalers ontvingen. Binnen het literair-cultureel segment komt de rode categorie bijna weer op het niveau van 5 jaar geleden.

Overige inkomsten van vertalers

Naast het inkomen uit boekvertalingen, royalty’s en subsidies, is het bekend dat vertalers hun inkomsten ook genereren uit diverse nevenactiviteiten. Het Inkomensonderzoek schrijvers en vertalers* van Van der Veen (2016) biedt ons enig inzicht in de uiteenlopende aan vertalen gerelateerde werkzaamheden van deze groep. Uit de gegevens blijkt dat voor een gemiddelde vertaler de inkomsten waarover we rapporteren in deze monitor bijna 70% van het totale inkomen betreft. Hoewel de indeling van het bovengenoemde onderzoek niet actueel is zijn we toch van de situatie in 2016 uitgegaan omdat geen actuele gegevens beschikbaar gesteld zijn.

Door deze verhoudingen toe te passen op het gemiddelde inkomen van de afgelopen 5 jaar van vertalers, krijgen we een schatting van de inkomsten die vertalers gemiddeld genereren uit vertalen en aan vertalen gerelateerde werkzaamheden, evenals andere mogelijke inkomstenbronnen. We weten uit gesprekken met de Auteursbond dat vertalers in de lagere inkomenscategorieën vaak inkomsten uit aanvullende werkzaamheden hebben. Als het inkomen uit aan vertalen gerelateerde activiteiten lager is, is het aannemelijk dat de inkomsten uit een andere inkomstenbron groter zijn. Omdat de verdeling in het eerder genoemde onderzoek uitgaat van een gemiddelde vertaler, hebben we deze analyse alleen toegepast op de middelste twee inkomensgroepen, rood en oranje, weergegeven als een bandbreedte.

In de onderstaande tabel (zie hiervoor de website van KVB Boekwerk) wordt de verdeling van de inkomsten van vertalers weergegeven als aandeel, zodat duidelijk wordt welk onderdeel van hun werkzaamheden hoeveel bijdraagt aan het totale inkomen. Per onderdeel is zowel het aandeel binnen de categorie (hoofd- of overige inkomsten) als binnen het totaal weergegeven. Hiermee is duidelijk te zien welke bronnen het meest bepalend zijn voor hun financiële situatie.

Bij de hoofdinkomsten valt op dat honoraria het grootste aandeel vormen, goed voor 71% van de hoofdinkomsten en 56% van het totale inkomen. Royalty’s, beurzen of subsidies, en vergoedingen voor leenrechten of kabelgelden dragen ieder een kleiner, maar nog steeds substantieel deel bij. Commerciële schrijfopdrachten maken het kleinste aandeel uit.

De overige inkomsten bestaan voornamelijk uit opbrengsten van uitkeringen, pensioenen of kapitaal (34% in de categorie ´overige´ tegenover 7% van het totaal) en andere inkomstenbronnen zoals sponsoring, rechtenverkoop of gages voor optredens en lezingen (45% tegenover 10% van het totaal). Dienstverbanden dragen relatief weinig bij aan het totale inkomen.

 

Voor meer verdieping, bezoek het Dashboard Inkomsten Vertalers.