We’re All in This Together - Verslag ESLT 2025 door Laura Rescio

13 november 2025 - Verslagen

Van 10 tot 12 september 2025 vond de negende editie van de European School of Literary Translation Summer School plaats. De ESLT is sinds 2017 georganiseerd door belangrijke instellingen op het gebied van literair vertalen: het British Centre for Literary Translation, het Expertisecentrum Literair Vertalen, de Italiaanse Fondazione Unicampus San Pellegrino en het Europese PETRA-E netwerk. Deelnemer Laura Rescio schreef een verslag.

Dit jaar had ik de gelegenheid om aan de Summer School deel te nemen. Ik had het al eerder willen doen, maar pas dit jaar stonden de sterren eindelijk op één lijn en kon ik meedoen. Het was voor mij een zeer aangename, nuttige en intensieve ervaring, bovenal door de hoge concentratie van interessante inhoud en de uitwisseling van nuttige tools – nog meer dan ik had verwacht. Ook vanuit menselijk oogpunt was het erg leuk en zelfs gezellig. Ik waardeerde de sfeer die de organisatoren wisten te creëren, ondanks dat het een online evenement was (we zijn al die online evenementen inmiddels toch wel een beetje zat). Ze wisten ook een hoog niveau van betrokkenheid onder de deelnemers te behouden en ervoor te zorgen dat iedereen de kans kreeg om ervaringen en tools te delen, en ook vragen te stellen, zonder dat iemand de aandacht monopoliseerde of de tijd van anderen in beslag nam. En ook bijzonder waardevol, hoe vreemd het ook mag klinken, was het om andere mensen te ontmoeten die onzekerheden en twijfels deelden, ondanks hun aanzienlijke expertise. Natuurlijk was het jammer dat we elkaar niet live konden ontmoeten, maar er was veel communicatie en empathie onder de deelnemers. De groep was heel gevarieerd en rijk: er waren vertalers uit en in een brede waaier aan talen, afkomstig uit vele hoeken van de wereld.

Bijna twintig jaar werk ik als literair vertaler, en ik blijf me verbazen over de liefde en interesse die er nog steeds bestaan onder de jongere generaties voor het beroep van vertaler. Aan de ene kant begrijp ik dat volledig, omdat ik zelf ooit een jonge vrouw was met een passie voor vreemde talen en culturen, en ook voor boeken, die graag wilde beginnen aan wat het leukste beroep ter wereld leek: een vak dat je, meer dan welk ander ook, in contact brengt met de innerlijke werking van literatuur, want zoals de vaak geciteerde Italo Calvino zei, vertalen is de ware manier om een tekst te lezen”. Aan de andere kant vind ik het nauwelijks te begrijpen, omdat het een beroep lijkt dat dreigt te verdwijnen in een wereld waarin zelfs pennen bestaan die direct een vertaling kunnen afleveren, en waarin literatuur, kunst en menselijke creativiteit in het algemeen voor een aanzienlijk deel lijken te worden gedelegeerd aan AI. Aan de ene kant is het een buitengewoon fascinerende baan voor wie gewend is in symbiose met apparaten te leven en in een klein kamertje te kunnen blijven — een kamertje dat tegenwoordig zelfs op een eiland midden in de oceaan kan liggen, en niet per se in de directe nabijheid van bibliotheken, woordenboeken en encyclopedieën. Aan de andere kant staat het, met zijn diepgaande, trage, bijna tijdloze karakter — aangezien vertalers van literatuur maar al te goed weten dat het onmogelijk is te voorspellen hoe lang het duurt voordat een intuïtie hun in staat stelt een moeilijke, obscure of controversiële zin, een woordspeling, een culturele verwijzing of een rijm te ontcijferen — extreem ver af van onze ervaring van de wereld, waarmee we vaak snel en oppervlakkig kunnen omgaan.

Deze positieve verbazing heeft me doen beseffen dat het na bijna twintig jaar misschien tijd is om wat ik heb geleerd te delen met degenen die er nog steeds van dromen de wereld van het literair vertalen te betreden en hun taalkundige en culturele vaardigheden in dit beroep te testen. Ik ben er eigenlijk een paar jaar geleden mee begonnen, worstelend met een innerlijke stem die zich er terdege van bewust is dat je, vooral in dit soort werk, nooit echt uitgeleerd bent (misschien geldt dat ook voor het leven in het algemeen). Deze stem negerend, besteedde ik enkele uren van mijn tijd aan het begeleiden van jonge, beginnende vertalers, via het mentoringproject van de Italiaanse vakbond van literaire vertalers, StradE. Dus, toen ik de verleidelijke insteek van de Summer School: “Empowering the translator” zag, vond ik het een uitstekende gelegenheid om mezelf beter in staat te stellen mijn kennis te delen met degenen die de behoefte en de wens hebben om het te leren.

Het is onmogelijk om over vertaalwerk te spreken zonder een olifant in de kamer te noemen: AI. Ik stelde het zeer op prijs dat de workshops de olifant niet negeerden, maar hem meteen aanpakten. Een ander belangrijk thema van de School was de implementatie van het Petra-E Framework (de Leerlijn Literair Vertalen). Dit framework is bedoeld om te beschrijven welke competenties noodzakelijk zijn voor een literair vertaler op verschillende niveaus en vormt een waardevol hulpmiddel bij het doceren en beoordelen van die competenties.

Het begon allemaal met een ronde presentaties. De sfeer was gastvrij en warm, ondanks de fysieke afstand, waardoor het heel natuurlijk voelde om met de andere deelnemers te praten. Ik was verrast te ontdekken dat mensen met een ongelooflijke hoeveelheid kennis en expertise toch een deel van mijn onzekerheden konden delen. We werkten in kleinere groepen, waardoor we de kans kregen om met bijna alle andere deelnemers te communiceren en mensen te leren kennen die in verschillende talen en culturele contexten werkten. Daardoor kregen we een goed beeld van hoe uniek de menselijke ervaring is in vergelijking met wat een (hoewel ongelooflijk efficiënte en nuttige) AI kan doen. Onlangs heb ik een presentatie van Federico Faggins’ nieuwste werk, toepasselijk getiteld Beyond the Invisible, bijgewoond. Onzichtbaarheid was ook een van de thema’s van de prachtige keynote van Lawrence Venuti, verfijnd en subtiel, die zich richtte ook op "hoe de machine op een goede manier te benutten", en niet alleen op "hoe te vechten tegen de machine". Er werd ook gesproken over slechte praktijken met betrekking tot door AI vertaalde teksten.

Empowering the translator is volgens mij erg belangrijk en urgentzoals de aandacht voor de mogelijkheid om tools zoals AI te gebruiken om beter te werken, in plaats van erdoor opgeslokt te worden, want AI biedt mogelijkheden die kunnen worden ingezet voor nuttige toepassingen die de vertaler daadwerkelijk ondersteunen. Er waren ook grappige momenten; een collega maakte zelfs een liedje met AI.

Al vóór onze eerste ontmoeting hadden wij een opdracht gekregen: wij moesten een “ideale les” in literair vertalen bedenken. Gedurende de daaropvolgende workshop moesten wij samenwerken om deze ideale les geleidelijk aan te passen en verbeteren, met inzichten van elkaar en met behulp van het PETRA-E Framework. Dat hielp echt om de te ontwikkelen vaardigheden te verduidelijken en te reflecteren op nuttige tools om dit daadwerkelijk te doen, op verschillende niveaus.

De tweede dag was vooral gericht op de implementatie van het PETRA-E Framework. Ik waardeerde de praktische aanpak enorm. Deze hielp ons een veelheid aan situaties te zien waarin het framework kan worden toegepast om onze lessen nuttiger te maken en beter af te stemmen op de specifieke behoeften van de cursist. Ik waardeerde ook de focus op de empowerment van zowel ervaren vertalers als beginners, of aspirant-vertalers. Ik heb een schat aan informatie verzameld en veel netwerkmogelijkheden ontdekt, die bijzonder waardevol zijn voor een beroep dat zo geïsoleerd kan zijn als het onze.

Het was ook van onschatbare waarde toen we het onderwerp van uitsluitingspraktijken bespraken, iets waar we allemaal bekend mee zijn in besloten kringen zoals uitgeverijen en literaire netwerken. Daarnaast was er veel aandacht voor het opbouwen van waardevolle relaties met elkaar. Ik vond het eveneens erg nuttig om de kans te krijgen samen te werken met anderen, zij het met zeer verschillende achtergronden en culturele perspectieven. De workshops waren zeer effectief.

Rosalind Harvey pakte het onderwerp van isolatie en de vele ongewenste gevolgen ervan ook aan vanuit een contractueel en juridisch perspectief, waarbij ze benadrukte wat de meesten van ons die al een tijdje werken al weten: het belang van samenwerking tussen vertalers, met auteurs, en met andere mensen die in de boekenwereld werken. De kwestie van het auteursrecht op het werk van vertalers werd verder onderzocht tijdens het CEATL-panel. Sawad Hussain sprak over praktijken die bepaalde categorieën uitsluiten en hoe we allemaal kunnen bijdragen aan het creëren van een betere versie van de wereld met ons werk. Vanda Mikšić moedigde ze ons sterk aan om een manier te vinden om het PETRA-E Framework te implementeren, zodat onze lessen effectiever worden en studenten beter hun doelen kunnen bereiken. Belén Santana hield een nog overtuigender betoog voor samenwerking, ditmaal gericht op het doceren van literair vertalen, en bracht diversiteit op tafel ten voordele van alle betrokkenen. Ik vond de brainstormsessies over hoe het beroep toegankelijker kan worden bijzonder interessant.

Al met al was er een indrukwekkende hoeveelheid expertise, kennis en diversiteit onder alle organisatoren, deelnemers en panelleden en ik verliet deze intensieve Summer School met een schat aan informatie, een warm gevoel van verbondenheid met mijn collega-vertalers, en hernieuwd vertrouwen in het vak van literair vertaler.