Hoe haalt ze het in haar hoofd!

Geplaatst op: 20 december 2018

Over omgaan met kritiek op een boek versus kritiek op een vertaling.

Els Snick
Els Snick (Foto: Victor Schiferli | Nederlands Letterenfonds)

Toen Peter Bergsma me vroeg een titel op te geven voor mijn lezing op de Literaire Vertaaldagen van 2016, zat ik net in de eindfase van de vertaling van Joseph Roths Juden auf Wanderschaft. Dat is telkens weer het moment waarop de paniek toeslaat: ik moet inleveren en er een streep onder trekken, maar is het wel af? Is het wel goed genoeg? Staan er geen fouten meer in? Ik hoor de kwaaie recensenten dan roepen: Wat heeft die Els Snick eigenlijk gedacht, hoe heeft ze het in haar hoofd gehaald! Ik was van plan hier iets te vertellen over omgaan met (al dan niet terechte) kritiek die je krijgt als auteur of als vertaler. Maar ik heb geconcludeerd dat er geen verschil is. Ook als je zelf een boek schrijft is de angst die toeslaat in de eindfase, vlak voor de tekst definitief naar de zetter gaat, even groot.

‘Els Snick is niet goed Snick. Hoe kun je een prachtig, historisch zo rijk en beladen woord als ‘Wanderschaft’ verkrachten met de vertaling ‘op drift!!!???’ Dat zette iemand op Facebook nadat ik daar trots, maar op de pagina van het Joseph Roth Genootschap en dus anoniem, de vertaling Joden op drift had aangekondigd. Ik bedankte de mij onbekende man voor het grapje, dat ik sinds mijn lagereschooltijd niet meer had gehoord, en verwees naar eerdere en ernstige discussies die op Facebook over de vertaling van deze titel waren gevoerd. Samen met de uitgever had ik bijvoorbeeld rekening gehouden met kritieken op de titel van de Engelse vertaling The Wandering Jews, overlegd met experts van het Weense Joseph Roth Gesellschaft, er een hooggeplaatste joodse geleerde bijgehaald en uiteindelijk overtuigd de knoop doorgehakt. Toen Het Parool op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis kopte De wereld op drift, dachten we helemaal dat we de juiste keuze hadden gemaakt. Roths boek gaat immers over het lot van miljoenen Joden die moesten vluchten voor vervolging en armoede, in de jaren twintig voornamelijk uit Oost-Europa en vanaf 1933 ook uitnazi-Duitsland.

Bij recensies van vertalingen komt het weleens voor dat een boek positief beoordeeld wordt, maar dat aan het slot in een paar regels enkele minder goede vondsten of ronduit fouten worden opgesomd. De recensent wil daarmee natuurlijk uitdrukking geven aan zijn of haar respect voor de auteur in kwestie, maar weet helaas van vertalen weinig of niets af en richt schade aan die moeilijk te herstellen is. Ik maakte ooit mee dat een recensent zijn voor het overige erg zorgvuldige en lovende recensie besloot met het snijdende: ‘De grote Joseph Roth verdient een beter lot.’ Dezelfde recensent had eerder mijn boek over de exiljaren van Roth in Nederland en Vlaanderen gekraakt. Hij vond, onterecht, dat ik niets nieuws aan het onderzoek had toegevoegd, maar vooral begreep hij niet dat ik, na zoveel jaren te hebben besteed aan het werk van Roth, stilistisch zulke flauwe zinnen schreef. Het was Geert Mak die me toen een hart onder de riem stak en al in de onderwerpsregel van zijn email schreef: ‘Je boek staat als een huis!’

Vorig jaar kreeg ik de opdracht om in heel korte tijd een boek te schrijven over Duitsland. Ik reisde zeven weken Joseph Roth achterna, zocht naar zijn sporen, belandde midden in de vluchtelingencrisis en stuitte ook nog op verhalen over mijn eigen familie, en schreef dat allemaal in zeven weken tijd neer in een boek. Ik schreef het boek in een vlucht, en legde er mijn ziel in. Het was een enorm risico, ik kon me al te goed voorstellen wat de mogelijke kritieken erop waren. Maar ik nam me voor er weinig aandacht aan te besteden. Ik wist dat ik mijn best had gedaan, en er waren genoeg mensen die veel plezier aan het boek zouden kunnen beleven. Ik dacht weer aan Geert Mak, die me ook nog schreef dat Roth, vanuit de hemel of waar hij ook zit, in ieder geval heel blij zou zijn met mijn werk. En als bij het schrijven of het vertalen de schrik weer even toeslaat, dan vul ik een glaasje, proost met Joseph Roth en weet dat hij het goed vindt. Dat is wat telt.

 

Els Snick

9 december 2016

Literaire Vertaaldagen