In een rondetafelgesprek tussen de Zuid-Afrikaanse vertaler-dichter Daniel Hugo en de Vlaamse schrijvers Stefan Hertmans en Tom Lanoye haalde Hugo een passage aan uit Oorlog en terpentijn waarin Hertmans West-Vlaamse woorden, archaïsch Nederlands en Frans laat mee resoneren.[1] De vertaler in het Afrikaans had moeite met woorden als ‘klapotter’, ‘klepsjiezen’ en ‘kroelkesvolk’ die de grootvader in de mond nam om een schilder als Ensor te omschrijven. Als strategie had hij ervoor gekozen sommige van die woorden uit de streektaal in het Vlaams te laten staan in zijn Afrikaanse tekst.
Categorieen
Naslag
ELV publicaties
Vertaaltheorie
Labels
Alles verandert altijd. Perspectieven op literair vertalen
Meertaligheid
Meerstemmigheid
Geplaatst op: 12 oktober 2019