Literaire professionals vertellen - Wat weet je van vertalen?

Geplaatst op: 04 oktober 2021

Helpt het voor redacteurs en persklaarmakers om vertaalervaring te hebben? Hoe heb je zelf kennis van het vertalen opgedaan? Is er in jouw opleiding aandacht voor vertalen geweest? Heb je zelf vertaalopvattingen en hoe luiden die? Negen respondenten geven antwoord.

Collage van foto's van de literaire professionals.
v.l.n.r.v.b.n.o: Helen Zwaan, Ebissé Wakjira-Rouw, Daan Stoffelsen (foto © Peter Arno Broer), Judith Uyterlinde (foto © Hans Koole), Aline Lapeire, Annelies de hertogh, Thalia Ostendorf, Jan Baeke (foto © Keke Keukelaar), Marijke Nagtegaal.

Marijke Nagtegaal, senior rechtenmanager bij Uitgeverij De Bezige Bij, Thomas Rap en Cargo

"Ik weet dat de beste vertalers native speaker zijn. In ons geval moeten ze dus Nederlands als moedertaal hebben. In mijn opleiding was er wel aandacht voor talen, Duits, Engels en Frans, maar de nadruk op mijn praktijkschool lag op het aanleren van internationale vaktermen."

Thalia Ostendorf, redacteur, vertaler en medeoprichter van Uitgeverij Chaos

"Mijn collega bij Uitgeverij Chaos heeft twee jaar als een projectmanager bij een vertaalbureau gewerkt, en we hebben allebei delen van een van onze boeken vertaald (Hoe het voelt om van kleur te zijn van Zora Neale Hurston en de brieven die we erbij uitgegeven hebben). Bij het vertaalbureau werd de (redelijk algemene) regel aangehouden dat de vertalers moedertaalsprekers van de doeltaal (in ons geval het Nederlands) moeten zijn, iets wat wij ook in het oog houden. Meertalige mensen vallen hier natuurlijk ook onder.

Het kan schelen als redacteurs en persklaarmakers ervaring met vertalen hebben, maar vooral van het specifieke project, zodat er geen suggesties gedaan worden die afdoen aan de vertaling. Tijdens onze literatuurstudies is er aandacht voor vertalingen geweest, in die zin dat er vaak vertalingen gebruikt werden en dat de implicaties hiervan besproken werden."

Aline Lapeire, literair programmamaker voor deBuren en voormalig bureauredacteur bij De Bezige Bij Antwerpen

"Ik heb bij mijn opleiding Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent enkele (praktijk)vakken over vertalen gevolgd en vertaalde regelmatig korte commerciële teksten voor brochures. Dat is zeer beperkte ervaring, maar wel genoeg om te weten dat het een kunst op zich is, waarin je de vertaler vertrouwen moet schenken.

Slechts zeer zelden ben ik ingegaan tegen keuzes van vertalers, meestal wegens commerciële redenen (een titel die beter werkt dan de vertaalde bijvoorbeeld) of omdat de originele auteur iets koste wat het kost anders wil. Zo’n beslissing is altijd een gesprek. Soms is er ruimte om in een noot aan te geven waarom een vertaler een bepaalde keuze maakte, of – zeer uitzonderlijk, en in overleg – waarom de voorkeur van de vertaler niet gevolgd is in de uitgave."

Annelies de hertogh, vertaler, persklaarmaker en corrector

"Ik denk dat zelf vertaalervaring hebben een voordeel is bij het persklaren van vertalingen."

"Ik heb Licentiaat Vertaalkunde Engels-Russisch gestudeerd (tegenwoordig is het een universitaire masteropleiding) en ben zelf actief als literair vertaler uit het Engels en het Russisch. Tijdens mijn opleiding kwamen niet alleen vertaaltechnieken voor verschillende tekstsoorten aan bod, maar ook Nederlandse grammatica en tekstrevisie, een ideale combinatie voor wie het vertalen met redactiewerk wil combineren. Een aantal jaar geleden heb ik ook een korte cursus literair vertalen uit het Russisch gevolgd aan de Vertalersvakschool in Amsterdam. Daar kwam ik via de verschillende docenten in aanraking met diverse vertaalopvattingen. Hans Boland deed tijdens die lessen een uitspraak die ik sindsdien in het achterhoofd heb tijdens het vertalen en persklaarmaken: 'Ja, maar hoe zeggen we dat nou in het Nederlands?' Waarmee ik niet wil zeggen dat ik Hans’ vertaalopvattingen volledig deel. Zelf ben ik gematigder: ik wil vertalen wat er staat, maar dan op zo’n manier dat de Nederlandstalige lezer niet merkt dat hij een vertaling leest en zich tegelijkertijd ook echt in de wereld van het boek waant.

Ik denk dat zelf vertaalervaring hebben een voordeel is bij het persklaren van vertalingen. Zeker bij brontalen die je kent, merk je het al snel wanneer typische constructies of uitdrukkingen te veel door het Nederlands heen schemeren. Je kent zelf ook trucjes om bijvoorbeeld lange zinnen in een bepaalde brontaal toch vlot te doen lopen in het Nederlands."

Jan Baeke, dichter, redacteur, vertaler, essayist en festivalprogrammeur bij Poetry International

"Wat weet ik van vertalen? Ik vertaal zelf met enige regelmaat poëzie, uit het Engels en het Duits en dat heeft me wel het nodige geleerd over vertalen, over de complexiteit van en gevoeligheden bij het vertalen. En over de keuzes die je moet maken omdat het Nederlands nu eenmaal in meer of mindere mate anders in elkaar zit dan een andere taal. En ik deed en doe ook kennis op wanneer er werk van mij wordt vertaald en ik met de vertaler steeds overleg over de keuzes die zij/hij maakt. Bij een vertaalproject met Nederlandse en Sloveense dichters bijvoorbeeld moest ik vanwege het Sloveens een keuze maken of de twee personen die ik in een gedicht als 'wij' opvoerde uit twee mannen bestond, uit twee vrouwen of een man en een vrouw. Ieder van deze opties betekende een andere vertaling.

En het werken met dichters en vertalers als programmamaker bij Poetry International heeft me ook het nodige geleerd over de vertaalpraktijk. Verder las ik links en rechts essays en beschouwingen over vertalen en over het vertalen van een specifieke dichter.

Over mijn vertaalopvattingen scheef ik bij de vorige vraag al wat op ('Ik vind het persoonlijk geen groot probleem als een vertaler een iets andere draai aan een zin of passage geeft. Uiteraard zonder de essentie of intentie van de tekst geweld aan te doen' – red.). Een vertaler creëert idealiter een tekst in de doeltaal, die leest alsof hij direct in de doeltaal is geschreven en die in zoveel mogelijk aspecten (taal, stijl, inhoud, essentie, betekenis) recht doet aan het origineel in de brontaal. En aangezien dat zelden echt goed op alle aspecten kan, zal er ergens water bij de wijn moeten worden gedaan. Dan is het zaak om goed vast te stellen welk aspect het minst belangrijk is zodat je daar een beetje kan smokkelen."

Judith Uyterlinde, publishing director bij World Editions

"Het belangrijkst vind ik om de toon van het werk te treffen."

"Ik heb zelf Vertaalwetenschap gestudeerd en heb ook enige tijd als vertaler gewerkt. Ik vind dat een vertaling moet lezen als ware het een origineel. Een vertaler mag redelijk vrij met de originele tekst omgaan, als dat nodig is om het eindresultaat natuurlijk te laten klinken. Het belangrijkst vind ik om de toon van het werk te treffen. Dat zit hem in subtiliteiten, en vereist een soort muzikaal gehoor van de vertaler. "

Helen Zwaan, literair vertaler en bureauredacteur bij Atlas Contact

"Ik denk dat het als (bureau)redacteur zeer waardevol is om iets van vertalen te weten, en breder nog: ik denk dat het goed is voor alle professionals in het boekenvak om te luisteren naar en leren van collega’s. Een boek ontstaat niet in een vacuüm; er werken zoveel mensen met zoveel zorg en liefde aan, op talloze vlakken. Om tot het beste resultaat te komen, om een prettige en vruchtbare samenwerking tot stand te brengen en gewoon omdat het razend interessant is, zou het zo goed zijn als men ook vragen stelt en kennis opdoet buiten hun vakgebied. We houden allemaal van taal, van verhalen, van interessante stemmen, maar dragen op heel verschillende manieren ons steentje bij. Het bundelen van al die krachten gebeurt denk ik het effectiefst als men een open en geïnteresseerde houding heeft."

Ebissé Wakjira-Rouw, medeoprichter van Dipsaus en redacteur bij Uitgeverij Pluim

"Ik ben zelf geen vertaler, maar het Nederlands is mijn vijfde taal. Ik lees Engelse boeken vaak liever in het Engels, niet in vertaling, en daardoor zie ik vaak hoe fouten erin sluipen, zeker als het gaat om vertalingen van gemarginaliseerde groepen. Doorsnee Nederlandse vertalers hebben bijvoorbeeld weinig feel voor African-American Vernacular English (AAVE wat in Nederland 'straattaal' heet) in de Verenigde Staten, waardoor er tenenkrommende fouten in literaire werken sluipen."

Daan Stoffelsen, hoofdredacteur van De Revisor en coördinator van de website van Athenaeum Boekhandel

"Ik heb zelf Griekse en Latijnse Taal en Cultuur gestudeerd, een studie waarbij vertalen het voornaamste middel is om je die talen eigen te maken. Maar heel literair werden die vertalingen nooit, vrees ik. Wel heb ik daardoor kennis gemaakt met uiteenlopende vertaalopvattingen van vertalers als Gerard Koolschijn en Vincent Hunink, classici die ondergedompeld zijn in de broncultuur, maar als auteurs denken aan hun doelpubliek. Ik heb grote sympathie voor Huninks besliste, staccato omgang met de lange constructies van Tacitus.

Los van die vorming ben ik me telkens weer bewust van de enorme expertise die een goede vertaling vereist. Toen ik voor een Revisor-essay een passage van Sarah Hall wilde vertalen, stuitte ik op deze zin: 'She sat near the front, watching the yellow grassland flush past, the brinjal and sorrel hills beyond.' Ik kan maar niet geloven dat de Noord-Engelse moors auberginekleurig konden zijn, en nog steeds denk ik: is dit een literaire vondst, iets exotisch in een doodgewoon indrukwekkend landschap? Ik heb het nu onvertaald gelaten en een zinnetje gewijd aan het kleurgebruik. Dat lijkt me ook het voornaamste voor een literair professional: je bewust zijn van de mogelijke keuzes, mee- en tegendenken – maar de vertaling vooral niet voor lief nemen."