Netwerken - hoe doe je dat? Over het belang van netwerken voor literair vertalers

Geplaatst op: 20 december 2019

Voor literair vertalers klinkt het misschien als een contradictie: vertalen en netwerken. Want is het gangbare beeld van de vertaler niet dat van iemand die eenzaam op zijn al dan niet riante zolderkamer creatief zit te zijn, met de buitenwereld verbonden via internet, maar verder toch vooral een pure solist die helemaal op zichzelf is aangewezen?

Door Janny Middelbeek-Oortgiesen

Dat beeld van die solist lijkt erg ver verwijderd van de omschrijving die Van Dale van netwerken geeft, namelijk: ‘het creë­ren, uit­bou­wen en on­der­hou­den van so­ci­a­le con­tac­ten om in­for­ma­tie te ver­krij­gen waar je in je be­roep of car­ri­è­re je voor­deel mee kunt doen.’ Je denkt algauw aan grijze heren die met een sigaar en een goed glas wijn in de hand de gelederen gesloten houden, of juist aan snelle jongens uit het bedrijfsleven die recepties aflopen met het doel daar contacten op te doen waardoor ze zelf kunnen scoren.

Dat is naar mijn mening een onjuist beeld, want het legt, net als in de Van Dale-definitie het geval is, de nadruk op eenzijdig gewin: ‘als ik er maar mijn voordeel mee kan doen.’ In de wereld van de Public Relations wordt echter altijd de nadruk gelegd op het belang van wederkerigheid, van ‘halen en brengen’. Bij goed netwerken hebben beide partijen iets aan het contact of kunnen ze er in de toekomst iets aan hebben.

In het volgende stuk geef ik een overzicht van de netwerkrelaties waar een literair vertaler deel van uitmaakt en hoe hij of zij die actief kan inzetten.

Uitgevers en redacteuren in het doeltaalgebied

Een heel belangrijk contact voor literair vertalers is natuurlijk dat met uitgevers en/of redacteuren, en dan in eerste instantie in het land, of de landen, van je doeltaal. Het zijn je potentiële opdrachtgevers. Want in de eerste plaats gaat het om de vraag: hoe kom je aan opdrachten?

Uit eigen ervaring weet ik dat het zinvol is daar zelf achteraan te gaan. Je moet zelf contact opnemen met uitgevers/redacteuren om in hun bestand terecht te komen. De mensen die vertalers zoeken vallen bijna altijd terug op de namen die ze al in hun bestand hebben zitten en nemen minder snel uit zichzelf contact op met voor hen nieuwe mensen.

Om in dat bestand te komen is het zinvol om je te oriënteren op wie zich bezighouden met vertalingen uit jouw taalgebied. Zoek uit wie dat zijn, bijvoorbeeld met behulp van de website van de uitgeverij of via collega-vertalers. Vraag of je jouw gegevens aan diegene mag mailen met het oog op mogelijke toekomstige proefvertalingen/vertaalopdrachten. Omdat bellen persoonlijker is dan zomaar per post of per mail je cv sturen en je naam beter blijft hangen bij degene die je spreekt, kan telefonisch contact een zinvol initiatief zijn.

Misschien heb je zelf een concreet voorstel, heb je een boek gelezen waarvan je vindt dat het vertaald moet worden en dat Nederland en Vlaanderen moeten lezen. Is het dan zinvol om daar zelf uitgevers voor te benaderen en hoe pak je dat dan aan? Verdiep je in de fondsen van uitgeverijen om te zien waar iets past. Het heeft geen zin om alle uitgeverijen op dezelfde titel te attenderen.

Geduld is daarbij een schone zaak. Wanneer je eenmaal contact hebt gelegd, levert dat lang niet altijd meteen werk op, maar het is wel zinvol om die eerste stap te zetten.

Veel vertalers hebben een haat-liefdeverhouding met hun uitgever; het is je broodheer van wie je totaal afhankelijk bent en die je misschien onder druk zet om snel te werken voor te weinig geld, maar zonder uitgever geen opdracht en dus geen inkomen.

Je kunt dit beeld ook omdraaien. De vertaler heeft de uitgever nodig, maar de uitgever heeft de vertaler ook nodig. Zonder vertaler geen vertaling. Jij bent dé expert op het gebied van een bepaalde tekst of een bepaalde auteur, of expert op het gebied van een bepaalde taal en literatuur, zeker bij de ‘exotischere’ talen die niet worden gelezen door personeel van een uitgeverij.

Voor de uitgever heb jij meerwaarde, omdat je niet alleen in staat bent een tekst goed te vertalen, maar ook achtergrondinformatie kunt leveren die van belang kan zijn voor het op een goede manier op de markt brengen van het boek. Dat is professionaliteit die je als het ware mee kunt leveren en die je naar mijn idee ook moet ontwikkelen. Wees je bewust van die meerwaarde. Leesrapporten zijn daarbij heel belangrijk, jouw visitekaartje.

Handig is het ook dat je bij de uitgeverij persoonlijk bekend bent. Vaak zal een eerste contact over een mogelijke opdracht telefonisch of per mail tot stand komen, maar ik adviseer: probeer daarna zo snel mogelijk een keer een afspraak met je redacteur of de uitgever te maken, zodat ze je gezicht zien en je elkaar leert kennen. Vraag gewoon of je, als je toch in de buurt bent, even mag langskomen. Breng bijvoorbeeld de correcties zelf langs. Het is een investering die lonend is.

Ga ook naar borrels of feesten als je daarvoor wordt uitgenodigd. Natuurlijk is dat aanvankelijk ‘eng’ omdat je er misschien niemand kent, maar ga toch. Stel voor jezelf een lijstje op met een paar namen van mensen met wie je misschien al per mail of telefoon contact hebt gehad, of die op een andere manier bij jouw vertaling betrokken zijn. Ga op die borrel of dat feest gericht naar hen op zoek om even kennis te maken.

Kijk ook in de prospectus van de uitgeverij welke andere vertalers werk voor deze uitgeverij verrichten en ga na of van hen misschien iemand aanwezig is. Het kan leuk en nuttig zijn om ervaringen uit te wisselen.

Vraag een medewerker van de uitgeverij of die jou aan de mensen kan voorstellen met wie je graag even wilt kennismaken. Desnoods ga je weer weg als je die mensen gesproken hebt, maar elk volgend contact is gemakkelijker wanneer je een ander persoonlijk hebt ontmoet. Jouw gezicht en naam zullen hierdoor ook sneller bovenkomen wanneer de uitgeverij een vertaler zoekt op jouw taalgebied.

Samenvattend: zie de relatie met een uitgever als iets waar je beiden belang bij hebt. Investeer in die relatie door te netwerken.

Uitgevers en literair agenten in het brontaalgebied

Het is ook zinvol om met uitgevers en agenten in je brontaalland of -landen contact te leggen. Ook hierin zit de wederkerigheid, het ‘halen en brengen’.

Denk niet: ze zien me al aankomen, wat moet ik daar? Nee, als vertaler kun jij er misschien voor zorgen dat een boek in een andere taal wordt uitgegeven, dus ben je een nuttig contact voor die uitgeverij of agent. De uitgeverij of agent is nuttig voor jou, omdat die jou van informatie kan voorzien waarmee je misschien een vertaalopdracht binnenhaalt.

Heb je een specifieke titel op het oog die je graag in je doeltaal vertaald zou willen zien, neem dan contact op met de desbetreffende uitgeverij. Als je in het brontaalland bent, vraag dan of je misschien mag langskomen bij de rechtenafdeling van de uitgeverij of bij de literair agent die de auteur vertegenwoordigt.

Heb wel geduld. Het opbouwen van dergelijke relaties en zo’n netwerk kost tijd. Mensen moeten je leren kennen. Maar als je eenmaal te boek staat als een deskundige en goede gesprekspartner krijg je vertrouwen en kun je echt gaan samenwerken met agenten en buitenlandse uitgevers.

Niet aan te bevelen is het om op een boekenbeurs in het wilde weg bij uitgevers op de stand langsgaan. Dat werkt doorgaans niet goed omdat men dan domweg geen tijd voor je heeft.

Wat eventueel wel kan, is van tevoren een afspraak maken. Weet dan goed waar je naar wilt vragen, welke auteurs je interesseren, en zorg dat je je goed voorbereidt. Anders is het zonde van ieders tijd.

Fondsen en instanties in het brontaalgebied

Het is belangrijk om te onderzoeken welke instellingen of fondsen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld het Nederlands Letterenfonds en Literatuur Vlaanderen (voorheen Vlaams Fonds voor de Letteren), er zijn in jouw brontaalgebied en hoe je daarmee nuttige contacten kunt onderhouden.

Dergelijke instellingen kunnen je helpen binnen te komen bij uitgevers en agenten in je brontaalgebied. Zij hebben immers belang bij de verspreiding van hun literatuur en daarbij kunnen vertalers helpen. Ook hierin zit weer het element van wederkerigheid.

Soms is er een mogelijkheid om middels nieuwsbrieven op de hoogte te worden gehouden van relevante ontwikkelingen (denk aan belangrijke literaire prijzen of in het oog springende auteurs), soms worden vertalers voor workshops of andere evenementen uitgenodigd.

Zorg er in elk geval voor dat je deze instellingen of fondsen op de hoogte houdt van de projecten waarmee je bezig bent: wat vertaal je voor welke uitgever(s), welke plannen heb je en wie zijn je contactpersonen in je doeltaalland.

Deze instellingen of fondsen voorzien soms ook in gesubsidieerde reizen voor vertalers en in de mogelijkheid om gratis of tegen een geringe vergoeding in een vertalershuis te verblijven.

Ook kan het zijn dat er vertaalsubsidies aan uitgeverijen in doeltaallanden worden verstrekt en/of honoraria voor het maken van een proefvertaling. Zorg dat je daarvan op de hoogte bent en informeer een uitgever in je doeltaalgebied van deze mogelijkheden.

De subsidie die misschien voor een proefvertaling of voor de vertaling van een heel boek verstrekt wordt, kan net datgene zijn wat een potentiële uitgever over de streep trekt om jou een boek te laten vertalen.

Fondsen en instanties in het doeltaalgebied

Ook in je doeltaalgebied zijn er diverse fondsen en instanties die nuttig voor jou als vertaler zijn, maar voor wie jij met je kennis en ervaring ook van belang bent.

Denk hierbij aan het Nederlands Letterenfonds, het Literatuur Vlaanderen, de Vlaamse Auteursvereniging, de Auteursbond, Stichting lira en het Expertisecentrum Literair Vertalen. Schrijf je in voor de diverse nieuwsbrieven zodat je op de hoogte blijft van wat er allemaal door hen georganiseerd wordt.

 De Auteursbond behartigt de belangen van onder andere literair vertalers, biedt juridische ondersteuning en organiseert themabijeenkomsten, bijvoorbeeld over belastingzaken. De Vlaamse Auteursvereniging is er op een vergelijkbare manier voor literair vertalers in Vlaanderen. Verder is er onder de aangesloten leden een discussiegroep op internet. Daar worden algemene problemen besproken, bijvoorbeeld over contacten en contracten met uitgevers, maar je kunt er ook taalspecifieke vragen stellen aan of beantwoorden van collega’s die uit andere brontalen werken. Een prima manier om te netwerken.

Collega's

Collega-vertalers kwamen al zijdelings in het hoofdstuk hierboven aan bod, maar verdienen het om apart te worden toegelicht.

Om te beginnen zijn er de collega’s die uit en in dezelfde talen vertalen als jij. Dit zijn natuurlijk ook je concurrenten. Moet je daarom contact niet liever mijden?

Toch niet, want je kunt van elkaar leren. Zelf heb ik met Paula Stevens, vertaler uit het Noors en Edith Koenders, die uit het Deens vertaalt, in 2012 een jaarlijks terugkerende workshop opgezet voor literair vertalers uit het Deens, Noors en Zweeds. We komen op een vast moment in het jaar (soms ook 2x per jaar) op een vaste plek bijeen en bespreken dan een van tevoren vastgesteld thema, soms met een externe spreker, en we bespreken onze actuele vertaalproblemen. Er worden ook weleens opdrachten doorgespeeld. Zo leren we van elkaar en helpen we elkaar, het wederkerigheidsprincipe. En het is nog gezellig ook.

Daarnaast hebben we een internetdiscussiegroep waarin ook collega’s in Scandinavië die uit het Nederlands vertalen betrokken zijn.

Als beginnend vertaler kun je aan een oude rot in het vak die in dezelfde taalcombinatie(s) werkt als jij vragen hoe zij ooit zijn begonnen. Informeer hoe ze werken en of ze tips voor je hebben. Veel collega’s staan hiervoor open.

Een andere vorm van netwerken met collega’s is die met collega’s die uit dezelfde brontaal vertalen als jij maar in een andere doeltaal. Je kunt elkaar in vertalershuizen tegenkomen, op boekenbeurzen of bij evenementen en workshops die door instanties in je brontaalland worden georganiseerd.

Extra leuk en nuttig is het wanneer deze collega’s dezelfde titels vertalen of hebben vertaald als jij, want ook al verschilt je doeltaal, het kan toch inzichten bieden om met elkaar over interpretatieproblemen te spreken.

Het kan ook voorkomen dat je wordt uitgenodigd door een instantie in je brontaalland om met collega’s uit andere landen èn je auteur om de tafel te gaan zitten. Onnodig om te zeggen dat dit enorm inspirerende bijeenkomsten zijn. Ook internetgroepen rond een bepaalde auteur komen voor.

Deze initiatieven (een workshop rond een auteur of werk, of de opzet van een internetgroep) kun je overigens ook zelf ontplooien, eventueel met ondersteuning van eerdergenoemde instanties.

Een voordeel van netwerken met collega’s uit een ander land is dat je heel vrij over bepaalde boeken kunt praten. In het geval je zelf actief Nederlandse of Vlaamse uitgevers benadert om potentiële vertalingen te pitchen hoef je immers niet bang te zijn dat je collega met jouw idee aan de haal gaat, maar heb je wel een fijn klankbord.

Het kan ook voorkomen dat je gebruik mag maken van een leesrapport dat een Duitse, Franse of Engelse collega over een interessant boek heeft geschreven en dat dit dan als second opinion kan dienen voor een uitgever in je brontaalland.

Auteurs

Wat valt er voor de vertaler te netwerken met auteurs, vooropgesteld dat het om nog levende schrijvers gaat? Moet je wel willen netwerken met auteurs? Spreekt de tekst niet voor zich? Waarom zou je de auteur nodig hebben? En waarom zou de auteur jóú nodig hebben?

Allemaal vragen waarop verschillende antwoorden mogelijk zijn. Ja, de tekst spreekt voor zich. Maar ook: vrijwel elke tekst roept vragen op die alleen de auteur kan beantwoorden.

Soms ben jij de eerste die een fout ontdekt. Is de auteur erbij gebaat dat je die in de vertaling laat staan? De kans is groot dat dergelijke fouten de vertaler worden aangerekend en dat de corrector of redacteur ermee bij jou aanklopt. Is het dan niet handiger om dit met de auteur op te nemen en te horen wat die vindt dat ermee moet gebeuren?

Het kan ook zijn dat een ‘fout’ geen fout blijkt te zijn, maar dat de auteur er een andere bedoeling mee heeft dan jij in eerste instantie denkt. Dan is het zeker handig dat je dit weet.

Per cultuur en per auteur kan het verschillen hoe er tegen aangekeken wordt dat je met de auteur contact opneemt, maar over het algemeen kun je voor ogen houden dat je met schrijver en uitgever een gezamenlijk doel hebt: het realiseren van een zo optimaal mogelijke vertaling.

Zelf heb ik het me aangewend om me aan het begin van een vertaalproject even kort voor te stellen aan de (uiteraard nog levende) auteur, via diens uitgeverij en bijna altijd per mail. Ik vertel dan hoe het met het werk gaat en informeer of ik eventueel in een later stadium vragen mag stellen en zo ja, op welke wijze.

Mijn ervaring is dat dit zeer op prijs wordt gesteld. Ook omdat dit de auteur soms gelegenheid biedt in eventuele herdrukken foutjes in het origineel te kunnen herstellen

Ik probeer ‘mijn’ auteurs ook persoonlijk te ontmoeten. Soms is dat op een boekenbeurs, bij gelegenheden op Zweedse uitgeverijen of wanneer ze op bezoek komen in Nederland.

Het kan aanvankelijk een beetje eng lijken om contact met de auteur te leggen om vragen te stellen over de tekst die je vertaalt omdat je bang bent dat je voor dom wordt versleten of dat de auteur zal denken dat je de brontaal niet goed genoeg beheerst. Uit veel reacties van schrijvers blijkt echter dat het hun meer vertrouwen geeft wanneer ze goede vragen krijgen dan wanneer ze helemaal geen vragen krijgen.

Uiteraard moet je geen ellenlange lijsten sturen met vragen die ook op een andere manier kunnen worden beantwoord.

Houdt ook hier weer het wederkerigheidsprincipe in de gaten: de vertaler kan baat hebben bij hulp van de auteur voor een beter begrip van de tekst, de auteur heeft baat bij een goede, adequate vertaling; zijn naam is immers in het geding en de vertaling is toch een beetje het kind van de auteur en de vertaler samen.

Bedenk ook: auteurs spreken uitgevers. Als de auteur blij is met jou als vertaler, is dat heel goede reclame voor je.

Vrienden, kennissen en de groenteboer

Van onze buitenwereld maken ook vrienden, kennissen en allerlei willekeurige vakmensen deel uit. Ik noem die specifiek omdat daar beroepen tussen kunnen zitten waar je als vertaler iets aan kunt hebben.

Want natuurlijk zoeken we in woordenboeken, naslagwerken, via internet en onze collega’s naar de juiste terminologie, maar heel vaak kan iemand ‘uit het veld’ je ook helpen. Vaak blijkt namelijk dat er in de praktijk toch net weer even andere terminologie wordt gebezigd dan wat je vindt in naslagwerken of op internet.

Bedenk dus dat je ook altijd via je persoonlijke netwerk van vrienden en kennissen aan informatie kunt komen, of het nou je huisarts is of de leuke groenteboer op de hoek. Mensen zijn vaak graag bereid je te helpen en vinden het leuk dat ze hun specifieke vakkennis met je kunnen delen.

Sociale media

Facebook, Twitter, LinkedIn en Instagram kunnen voor jou als literair vertaler een manier zijn om interessante mensen, instanties en nieuwsbronnen te volgen, en om zelf te netwerken en interessant nieuws op jouw vakgebied te delen.

Als je hiervan gebruikmaakt, bekijk dan goed welk medium/welke media bij jou passen voor jouw doeleinden. Zet sociale media op een doordachte manier in en realiseer je dat wat je op deze manier wereldkundig maakt jouw visitekaartje is.

Tot slot

Philippe Noble, gelauwerd vertaler Nederlands-Frans zei een keer: “Verspreiding van literatuur in vertaling is in grote mate afhankelijk van individuele personen en omstandigheden.”

Ik zou daaraan willen toevoegen dat een literair vertaler bij uitstek de persoon is om die verspreiding mogelijk te helpen maken. Om dat goed te doen is netwerken in mijn ogen een onmisbaar instrument.

Je zit als vertaler weliswaar veel alleen achter je computer, maar ook als een spin in het web van contacten met de buitenwereld. Wees actief en inventief in het aangaan van die contacten, en wees je bewust van hoe je dat op een professionele manier doet.

Vergeet daarbij vooral niet om iemand die je op wat voor manier dan ook heeft geholpen na afloop even te bedanken met een mailtje, kaartje, telefoontje of kleine attentie. Dat is niet alleen fatsoenlijk; het is de smeerolie wanneer je netwerkt.