(On)beperkt vertalen? Over de obstakels van een blinde boekvertaler

Gepubliceerd: 17 juni 2025 | Bijgewerkt:17 juni 2025

Inclusie en diversiteit van het boekenvak staan de laatste jaren hoog op de agenda van de letterenfondsen. Toch blijkt het voor vertalers met een beperking of een chronische aandoening nog steeds niet vanzelfsprekend om deel te nemen aan de literaire vertaalmarkt. In deze bijdrage geeft vertaler en vertaaldocent Joëlle Feijen je een inkijkje in haar vertaalpraktijk als blinde boekvertaler.

Inleiding

Op woensdag 17 april 2024 organiseerde het ELV, in samenwerking met de KU Leuven en de Universiteit Utrecht, een studiemiddag rond de toegankelijkheid van het werkveld. Ondanks de talrijke initiatieven die werden gelanceerd om de toegang tot de vertaalmarkt te verbeteren, moeten beginnende vertalers nog steeds heel wat hordes nemen om aan een eerste vertaalopdracht te komen en hun naam blijvend op de kaart te zetten. 

Die hordes worden alleen maar groter als je een arbeidshandicap hebt. Neem nu literair vertalers met een visuele beperking, die de brontekst in braille naast hun toetsenbord hebben liggen en hun vertaling in Word typen. Hoe gaan zij precies te werk? Met welke praktische en socio-economische obstakels worden ze geconfronteerd? En hoe gaan ze ermee om? Zijn er ook voordelen verbonden aan hun visuele beperking? Ik neem jullie graag stap voor stap mee in mijn vertaalpraktijk als blinde boekvertaler. Tot slot doe ik enkele aanbevelingen voor een inclusiever vertaallandschap.

Vertaalklus in zicht?

Je kent het gevoel misschien wel: je krijgt een mail van een uitgever waar je eerder al mee hebt samengewerkt, en je hart maakt een sprongetje van opwinding! Wie weet ligt er wel een leuke vertaalklus voor je. Vol spanning open je de mail, en ja hoor: je krijgt de vraag of je beschikbaar bent voor een nieuwe vertaling. Je ontvangt een korte samenvatting van het boek en leert via een snelle zoekopdracht op Google dat het gaat om een roman die écht in je straatje past. Je voelt het al kriebelen. Tot je het vervolg van de mail leest: het gaat om maar liefst 100.000 woorden en de timing is krap. Er zit weliswaar wat rek op de deadline, maar niet meer dan een paar weken. Je beseft meteen dat het lastig zal worden, want je bent niet onmiddellijk beschikbaar en moet eerst die andere vertaalopdracht nog afwerken. Tegen beter weten in open je de pdf van de brontekst en begin je te lezen. En dan kun je niet meer terug...

Veel vertalers zullen zich herkennen in deze situatie. Literair vertalen is nu eenmaal geen gemakkelijk vak: het betrekkelijk lage honorarium verplicht ons ertoe nevenactiviteiten uit te voeren, en dit in combinatie met de strakke deadlines in het boekenvak zorgt voor een hoge werkdruk. Maar stel je nu eens voor dat je volledig blind bent en op het brailleschrift bent aangewezen. Dan wordt alles op slag een stuk ingewikkelder.

Laat ik beginnen met een woordje uitleg: als blinde boekvertaler werk ik, net als de meeste vertalers, met een doodgewone laptop of desktop. Verder heb ik een brailleleesregel; dat is een klein apparaat dat voor mijn laptop staat en dat de tekst van het beeldscherm in braille weergeeft. Dit is mogelijk dankzij een zogenaamd ‘schermuitleesprogramma’: een softwarepakket dat de tekst op het beeldscherm omzet naar braille en voorleest via spraaktechnologie. Of ik nu e-mails lees en beantwoord, zoekopdrachten op Google uitvoer of mijn vertaling in Word typ, de tekst wordt altijd weergegeven op mijn brailleleesregel en tegelijkertijd voorgelezen door de spraaktechnologie. De brontekst laat ik meestal drukken op braillepapier en de vertaling typ ik op de computer.

Hoewel deze technologie bijzonder ingenieus is en voor blinden en slechtzienden een heuse revolutie betekende, zijn er natuurlijk ook beperkingen. Zo zijn veel websites nog steeds erg visueel opgebouwd, waardoor ze voor blinden en slechtzienden vrijwel ontoegankelijk zijn, en hetzelfde geldt voor pdf-bestanden en vertaalsoftware. Telkens wanneer ik een nieuwe vertaalklus krijg aangeboden, loop ik meteen tegen een aantal problemen aan die de boel vertragen. Het pdf-bestand dat de uitgever ter inzage doorstuurt, blijkt beveiligd en dus ontoegankelijk. Hierdoor moet ik genoegen nemen met het weinige dat online over het boek te vinden is. Of ik kan me wenden tot bevriende Duitse vertalers, die een stuk van de brontekst kunnen voorlezen, zodat ik de aard en de moeilijkheidsgraad van de tekst kan inschatten.

En dan komt de vooropgestelde timing daar nog eens bij. Ervaren boekvertalers geven aan gemiddeld 1500-3000 woorden per dag te vertalen. Als blinde boekvertaler ligt dat aantal een stuk lager, omdat het lezen en het vereiste opzoekingswerk meer tijd in beslag nemen. De meeste uitgevers staan wel open voor vertalers met een (visuele) beperking, op voorwaarde dat hun (vaak commercieel georiënteerde) planning er niet door in het gedrang komt. Kortom: als mijn visuele beperking het me onmogelijk maakt om tegemoet te komen aan de door de uitgever vooropgestelde timing, gaat de klus aan mijn neus voorbij.

Maar bij sommige vertaalopdrachten is het gelukkig wel mogelijk om meer tijd te krijgen: hoera! Het contract wordt onderhandeld en vervolgens via een digitale link ter ondertekening naar me toegestuurd – een link die overigens vaak niet toegankelijk is in braille, waardoor ik opnieuw de hulp van derden moet inroepen. Maar uiteindelijk is het dan zover: het contract werd door alle partijen ondertekend en de brontekst gaat naar de brailledrukkerij. Nu is het wachten tot de brailleboeken thuis worden bezorgd en dan kan het vertalen van start gaan.

De vertaalslag: tasten in het duister

Het mooie aan vertalen is dat je er in wezen niet per se je ogen voor nodig hebt; ook met een visuele beperking ben je prima in staat om de vertaalslag te maken. Ik durf zelfs te beweren dat er sprake is van een win-winsituatie. Voor blinden en slechtzienden die over enig taalgevoel beschikken, is het literaire vertaalberoep uitermate geschikt, aangezien ze zich hiervoor niet fysiek hoeven te verplaatsen en ze niet noodzakelijk gebruik hoeven te maken van allerlei ingewikkelde softwarepakketten. Bovendien zijn blinde en slechtziende vertalers uitermate geschikt voor het literaire vertaalvak, omdat ze over handicap-gerelateerde vaardigheden beschikken die het vertalen van literatuur ten goede komen. Laten we hier even dieper op ingaan.

Een eerste belangrijke vaardigheid die je als vertaler moet verwerven, is het vermogen om de brontekst correct te lezen en te interpreteren. Close reading is de boodschap; je moet elke talige en stilistische bijzonderheid registreren en vervolgens een vertaalgerichte stijlanalyse maken. En laat dit nu net zijn waar veel blinde vertalers in uitblinken. Doordat ze de tekst in brailleschrift lezen, zal geen enkel detail, hoe klein ook, aan hun aandacht ontsnappen, want braillelezers zijn uiterst grondige lezers. Elke letter, elk punt, elke komma wordt door hen bewust waargenomen, omdat dit de enige manier is waarop ze kunnen lezen; een tekst vluchtig scannen zit er voor hen niet in. Het spreekt voor zich dat deze minutieuze, woordgerichte manier van lezen een grote meerwaarde kan zijn voor het vertalen van literaire teksten.

Daarnaast mag de luistervaardigheid van blinde vertalers niet onderschat worden. Er wordt weleens gezegd dat je je vertaling hardop moet voorlezen om na te gaan of die goed loopt en klinkt. Blinde en slechtziende vertalers hebben het voordeel dat ze beschikken over spraaktechnologie die hun vertaling kan voorlezen. Hierdoor zijn ze veel meer getraind in het aanvoelen van het ritme en de melodie van hun vertaling. Handig, toch? 

Beren op de weg

Desondanks loop je als vertaler met een visuele beperking tegen heel wat problemen aan. En die problemen beginnen al wanneer je de betekenis van een woord wilt opzoeken. Hoewel de meeste (vertaal)woordenboeken tegenwoordig online raadpleegbaar zijn, betekent dit nog niet dat ze voor blinden en slechtzienden zonder meer bruikbaar zijn. Zo zijn de Van Dale-woordenboeken weliswaar raadpleegbaar met behulp van een schermuitleesprogramma, maar het blijft lastig om te switchen van het ene woordenboek naar het andere. Bij de Dikke Van Dale is het bovendien moeilijk om de verklaring bij een woord te lezen, omdat er koppeltekens staan tussen de lettergrepen van elk woord, wat de leesbaarheid belemmert. Daar komt nog eens bij dat elke nieuwe update en elke wijziging van de visuele interface een impact kan hebben op de toegankelijkheid van de woordenboeken. Dit geldt uiteraard ook voor andere online bronnen, zoals het Groene Boekje en het Duden-woordenboek.

Als boekvertaler volstaat het natuurlijk niet om alleen woordenboeken te gebruiken: je moet je ook vertrouwd maken met de thematiek van de brontekst, je inlezen in de materie en naslagwerken raadplegen. Toen ik een paar jaar geleden voor uitgeverij Tzara Ronya Othmanns debuutroman De zomers vertaalde, moest ik bijvoorbeeld allerlei naslagwerken over de genocide op de jezidi’s consulteren[1]. Geen van de benodigde werken was beschikbaar in braille. Er zat dus niets anders op dan ze in te scannen en naar braille te laten omzetten – een noodzakelijk maar erg tijdrovend werkje dat het vertaalproces ontegenzeglijk vertraagt. 

Soms kom je als blinde boekvertaler ook passages tegen waarbij je je onmogelijk een beeld kunt vormen. Wat wordt er precies bedoeld? Hoe ziet dat landschap er nou precies uit? Verbeeldingskracht is voor velen een innerlijk visueel proces. Ik heb het geluk dat ik tien jaar lang heb kunnen zien en me bij bepaalde landschapsbeschrijvingen iets kan voorstellen. Maar ik heb in die korte tijd natuurlijk niet de hele wereld verkend en het overkomt me dan ook geregeld dat ik een ziende collega-vertaler om visuele assistentie moet vragen. Toen ik Othmanns roman vertaalde, stuitte ik bijvoorbeeld op de volgende passage:

Hij had altijd dezelfde kleren aan, şal û şapik, zoals de meeste oude mannen in het dorp, een wijde broek en een overhemd in bruine, olijfkleurige of grijze tinten, voor hem genaaid door Leyla’s grootmoeder, met een brede, meterslange stoffen sjaal om zijn taille gewikkeld. (Othmann 26)

Dit fragment levert geen grote vertaalproblemen op, maar de meeste vertalers zouden toch even snel opzoeken hoe şal û şapik, de traditionele klederdracht van de jezidi’s, eruitziet. En uitgerekend die visuele input ontbreekt voor mij. Als blinde boekvertaler moet je dus steeds bedacht zijn op vertaalfouten die te wijten zijn aan het ontbreken van visuele informatie; in geval van twijfel moet je altijd assistentie vragen. Dit bleek ook nodig bij de volgende passage uit Othmanns roman:

En die autorit van Tirbespî naar Damascus, dwars door de woestijn, toen ze een keer in Palmyra waren gestopt, vroeg in de ochtend, en helemaal alleen buiten voor de huizen hadden gestaan – het museum was nog niet open. Ze waren via de grote zuilengalerij langs de tempel van Bel geslenterd, hadden foto’s gemaakt, waren weer in hun auto gestapt en gewoon voorgoed doorgereden. (Othmann 227)

Hier lag de moeilijkheid bij het Duitse zinnetje “sie waren über die große Marktstraße am Baaltempel entlangspaziert”. Het woord ‘Marktstraße’ is vrij algemeen en kan op verschillende manieren vertaald worden. Het Van Dale-woordenboek bood geen soelaas. Nu wist ik wel dat het hier ging om Palmyra, maar die contextuele informatie bracht me geen stap verder, want wat moest ik me erbij voorstellen? Opnieuw moest ik te raden gaan bij een bevriende collega-vertaler, en zo kwamen we uit bij de vertaling ‘zuilengalerij’.

Ergonomisch vertalen

Je kunt als blinde boekvertaler ook tegen ergonomische en logistieke problemen aanlopen. In tegenstelling tot andere vertalers, die vaak twee beeldschermen en een muis gebruiken, ben je als blinde boekvertaler aangewezen op het gebruik van sneltoetsen. De brontekst ligt als brailleboek naast je computer en je typt je vertaling op je computer. Dit betekent dat je voortdurend naar rechts moet buigen om de brontekst te kunnen lezen en daarna weer rechtop moet gaan zitten om je vertaling te schrijven. Op de lange termijn kan dit chronische nek- en rugklachten veroorzaken.

Een bijkomende, logistieke moeilijkheid ontstaat als je geen hedendaagse literatuur, maar klassiekers gaat (her)vertalen. Daar kwam ik al snel achter toen ik Goethes Die Leiden des jungen Werthers opnieuw vertaalde[2]. Ik wilde de twee bestaande Nederlandse vertalingen uit de jaren zeventig, de meest recente Engelse vertaling, het Goethe-woordenboek en de Van Dale-woordenboeken tegelijkertijd kunnen raadplegen, wat grote problemen opleverde. Er zat niets anders op dan sneltoetsen in het leven te roepen die me in staat stelden om te switchen tussen de verschillende bronnen. Maar het valt niet te ontkennen dat dit me veel tijd kostte.

De persklaarmaak- en correctierondes

Het is zover: je hebt je deadline gehaald! Je slaakt een zucht van opluchting. Maar het duurt niet lang of die opluchting slaat om in frustratie, want de persklaarmaak- en correctierondes komen eraan. En zoals het een persklaarmaker betaamt, zal die heel wat suggesties doen, hetzij via ‘track changes’ in de tekst zelf, hetzij via ‘comments’. Een schermuitleesprogramma voor blinden is niet gemaakt om met track changes te werken. Het kan wel, maar eenvoudig is het allerminst. Je kunt in braille, op de brailleleesregel, immers niet zien wat er precies is gewijzigd. De voorleessoftware geeft wel aan dat er wijzigingen zijn, waarna je via sneltoetsen een menu kunt openen om de wijziging te accepteren of te weigeren. Het kost me telkens weer zweet, bloed en tranen om de persklare versie van mijn vertaling door te nemen, maar het hoort erbij, al zou ik die tijd liever besteden aan een nieuwe vertaalklus.

Een laatste beer op de weg is het nalezen van de drukproeven. Zodra de tekst wordt gezet, er dus met andere woorden uitziet als een boek, is het voor blinde boekvertalers vrijwel onmogelijk om ermee te werken, laat staan om correcties aan te brengen of suggesties te doen. Het is dan zaak om van tevoren met je uitgever af te spreken dat zij het nakijken van de drukproeven voor hun rekening nemen. Je moet je vertaling, je kindje, nu loslaten.

Een kwetsbare socio-economische positie

Over de kwetsbare positie van literair vertalers is al heel wat inkt gevloeid. Het inkomen ligt laag en de werkdruk hoog, en er is betrekkelijk weinig werkzekerheid, al helemaal nu AI-gegenereerde vertaaltools om de hoek loeren. Voor vertalers met een visuele beperking – of meer algemeen: voor vertalers met een arbeidshandicap of een chronische ziekte – is dat probleem nog nijpender. Hun socio-economische positie is nog onzekerder dan die van andere literair vertalers. Hun productiviteit ligt immers een stuk lager en ze hebben vaak heel wat extra kosten om hun werk te faciliteren – denk maar aan de kosten voor omzettingen naar braille en voor visuele assistentie, waarvoor tot dusver geen ondersteunende maatregelen voorhanden zijn. Bovendien ligt het voor vertalers met een arbeidshandicap vaak moeilijker om sociale evenementen bij te wonen, naar borrels en workshops te gaan, aan vertaalresidenties deel te nemen, etc. Kortom: netwerken is voor hen geen vanzelfsprekendheid, en laat nu net dat zó belangrijk zijn om aan nieuwe vertaalklussen te komen en het sociale isolement van het vertalersbestaan te doorbreken.

Aanbevelingen voor een inclusiever werkveld

“De roep om meer diversiteit en inclusie in de literaire wereld wordt steeds luider, de noodzaak steeds sterker gevoeld. Wie moet de handschoen oppakken?” – zo luidt het in de bijdrage die Mieke Maassen in 2021 voor de ELV-kennisbank schreef[3]. Maassen roept hier op tot meer betrokkenheid en inclusiviteit in de literaire wereld, want, zo stelt ze, ook vertalers van kleur moeten een plekje krijgen. Terecht, uiteraard! Dit geldt ook voor vertalers met een arbeidshandicap of een chronische aandoening. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de uitgeverijen, die niet alleen moeten denken aan winstbejag, maar ook zouden moeten streven naar een inclusief werkveld met gelijke kansen voor iedereen, ook voor vertalers met een arbeidshandicap. Toegegeven: ik ben nauwelijks uitgeverijen tegengekomen die een probleem maakten van mijn visuele beperking, maar de talrijke hordes die je als blinde boekvertaler moet nemen, maken het vrijwel onmogelijk om op te boksen tegen de concurrentie van andere vertalers. Om de vertaalwereld inclusiever en toegankelijker te maken, moet er nog heel wat werk verzet worden. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de volgende punten:

- Opleidingen, zoals de Vertalersvakschool en de Masters Literair Vertalen, zouden meer docenten met een arbeidshandicap kunnen aantrekken.

- Literaire organisaties zoals Passa Porta, DeBuren en Crossing Border zouden meer auteurs en vertalers met een arbeidshandicap kunnen uitnodigen, om hun zichtbaarheid op die manier te vergroten.

- Literatuur Vlaanderen en het Nederlands Letterenfonds kunnen een werkgroep oprichten die zich buigt over de integratie van auteurs, vertalers en creatieve makers met een arbeidshandicap in de literaire wereld. In het kader hiervan zouden ze initiatieven op poten kunnen zetten die de integratie van deze doelgroep bevorderen, bijvoorbeeld door het organiseren van een vertaal- of schrijfresidentie met omkadering. Ook kunnen ze extra beurzen beschikbaar stellen voor creatieve makers met een arbeidshandicap, specifiek bedoeld om hun meer groeikansen te geven en om de bijkomende kosten die aan hun handicap gerelateerd zijn te vergoeden.

- Instellingen als het ELV kunnen hun cursussen, symposia en mentorschappen nog meer afstemmen op personen met een arbeidshandicap en de uitgeefwereld sensibiliseren.

- Een vertalerstijdschrift als Filter kan aandacht besteden aan de zichtbaarheid van vertalers met een arbeidshandicap en / of een chronische aandoening, bijvoorbeeld door er een nummer aan te wijden.

Het is belangrijk dat belanghebbenden de handen ineenslaan en dat het initiatief breed wordt gedragen. Laten we dus samen bouwen aan een inclusiever en toegankelijker vertaallandschap!

Noten

[1]Othmann, Ronya. De zomers. Vertaald uit het Duits door Joëlle Feijen. Tzara, 2024.

[2]Goethe, Johann Wolfgang von. De kwellingen van de jonge Werther. Vertaald uit het Duits door Joëlle Feijen en Eva Gijsen. Borgerhoff & Lamberigts, 2024.

[3]Maassen, Mieke. “Over nieuwe taal en vertalen”. ELV-kennisbank, 9 december 2021, https://literairvertalen.org/kennisbank/over-nieuwe-taal-en-vertalen. Geraadpleegd op 8 mei 2025.