Terugblik ELV-workshop beroepspraktijk - Taalunie Zomercursus 2020
Afgelopen donderdag gaf het ELV een online workshop als onderdeel van de Taalunie Zomercursus 2020. Achttien studenten van het traject zakelijk en literair vertalen leerden meer over een mogelijke loopbaan als literair vertaler uit het Nederlands en wat het ELV voor hen kan betekenen.
Tijdens de Taalunie Zomercursus - taal cultuur en beroep gaan studenten van buiten het Nederlandse taalgebied twee weken aan de slag binnen een zelfgekozen traject. Vanwege de coronacrisis vindt de cursus dit jaar volledig online plaats. De studenten volgen verschillende interactieve sessies van de vaste docenten van hun traject, werken in groepjes aan een onderzoek en volgen workshops van externe sprekers. ELV-medewerker Anne Sluijs verzorgde de workshop 'De beroepskant van het literair vertalen', met als gast literair vertaler Nederlands-Sloveens en oud-gementoreerde Staša Pavlović.
Uit een voorstelrondje via een online poll bleek dat de achttien deelnemers in acht verschillende talen vertalen, waaronder Roemeens, Italiaans en Slowaaks. De meerderheid van de studenten studeert Neerlandistiek met daarbij aandacht voor literair vertalen. Een paar studenten volgen Nederlands als bijvak met keuze voor vakken over vertalen of volgen specifiek een vertaalopleiding. De meeste studenten zijn zich nog aan het oriënteren op verschillende beroepen.
Literair vertaler worden
We doorliepen verschillende aspecten die komen kijken bij het literair vertaler worden. Zo zijn er basiskennis en basisvaardigheden waarover je als beginnend vertaler zou moeten beschikken, zoals voldoende kennis van de taal, cultuur en literatuur van bron- en doeltaal, behendigheid in het gebruik van (online) bronnen en een professionele houding (Zie het hoofdstuk Basiskennis en -vaardigheden van Chris Van de Poel in Alles verandert altijd. Perspectieven op literair vertalen).
Ook behandelden we zakelijke aspecten: je zult werken als zelfstandig ondernemer, moet aan vertaalopdrachten zien te komen en dus zichtbaar zijn en netwerken. Via Literatuur Vlaanderen en het Nederlands Letterenfonds kun je geaccrediteerd worden, oftewel op een lijst komen van erkende professionele vertalers die zij aanraden aan buitenlandse uitgevers van Nederlandse en Vlaamse auteurs.
Het ELV ondersteunt beginnende vertalers door onderwijs aan te bieden en kennis te delen. Er zijn cursussen, studiedagen en vormen van individuele begeleiding. Zo vertelde Staša dat zij als beginnend vertaler Nederlands-Sloveens als één van haar eerste boekvertalingen meteen een zware klus kreeg (Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans) waarbij het heel prettig was om feedback en bevestiging te krijgen van een ervaren vertaler via een mentoraat.
Kennis deelt het ELV onder andere via artikelen in onze online Kennisbank. De studenten lazen een artikel uit de reeks Vertalers vertellen: Hoe ben je begonnen als vertaler? Het viel hen op dat veel van deze vertalers min of meer toevallig in het vak belandden, dat het belangrijk is om veel mensen te kennen en dat het niet echt makkelijk is om te beginnen.
Ook bespraken we financiële overwegingen: toen Staša had bedacht dat ze literair vertaler wilde worden, had ze berekend dat ze zo'n 5 à 6 boeken per jaar zou moeten vertalen. Dat bleek onrealistisch, hoewel ze toch een behoorlijk vertaaltempo heeft. Nu vertaalt ze 2 à 3 boeken per jaar en haalt ze daarnaast inkomsten uit andere activiteiten.
Een perspectief om mee te nemen. Net als dat je goed moet bekijken welk boek je pitcht: nadat ze de interesse gewekt had van een uitgever kwam Staša er eens achter dat de eerste zin van het door haar voorgestelde boek uit zo'n 850 woorden bestond... Het bleek uiteindelijk een goede oefening. Verder spraken we met haar over hoe fijn het is om andere vertalers te leren kennen en elkaar te kunnen helpen. Veel van de ELV-activiteiten zijn ook op dat principe gestoeld: het aan elkaar doorgeven van deskundigheid. Er is immers nog heel veel dat je pas na jaren ervaring leert.