Vertalers vertellen - Kun je van enkel vertalen rondkomen?
Boekvertalen staat niet bekend als de snelste weg om rijk te worden. Is het voor jou noodzakelijk om er iets naast te doen, om financiële of om andere redenen? Kun je van alleen vertalen rondkomen? Welke middelen zijn er beschikbaar? Is het haalbaar om het vertalen te combineren met een halftijdse baan? Negen vertalers vertellen.
Huub Stegeman, vertaler uit het Engels en Duits in het Nederlands
"Nee, ik doe er niets naast. Gelukkig lever ik niet het hoofdinkomen hier in huis... Een halftijdse baan kun je doen om de verzekeringen en het pensioen en zo, maar dan zul je nooit goed in het ritme van de vertaling komen, vrees ik. Hoewel er natuurlijk mensen zijn die het kunnen."
Martin de Haan, vertaler uit het Frans in het Nederlands
"Ja, ik schrijf en fotografeer. Ik zou van het vertalen kunnen rondkomen (dankzij de projectsubsidies van de letterenfondsen), maar ik heb vooral de laatste tijd meer creatieve ruimte nodig. Beginnende boekvertalers raad ik nadrukkelijk aan om er altijd iets naast te blijven doen waar je deels op kunt terugvallen: technisch/commercieel vertalen, leraarschap, redactiewerk et cetera."
Andrea Kluitmann, vertaler uit het Nederlands in het Duits
"Naast het vertalen van boeken (en toneelstukken en graphic novels) vertaal ik ook teksten voor een psychologietijdschrift. Het is absoluut noodzakelijk om er iets naast te doen, van het literair vertalen alleen kan ik niet leven (in Duitsland zijn er weinig beurzen).
"Het is absoluut noodzakelijk om er iets naast te doen."
De vraag naar de halftijdse baan vind ik erg interessant: Ik had zo’n baan en heb van 1992 tot 2007 als vertaler bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gewerkt, zo’n 24 uur per week. De eerste jaren lukte het combineren met boekvertalen heel goed, het werk op de SVB was heel erg ontspannen, ik had aardige collega’s en tal van mogelijkheden om deel te nemen aan leuke cursussen bij bijvoorbeeld Teamwork, Onze Taal te lezen, uitgebreid over vertalingen te discussiëren et cetera. Er moesten ingewikkelde speeches vertaald worden en ik werd genoeg uitgedaagd in mijn werk. Het was heerlijk om elke maand vast geld te ontvangen, vakantiegeld, kerstgratificatie...
Op een gegeven moment werd de werkdruk almaar hoger en het werk werd steeds saaier (door digitalisering, bezuinigingen en pensionering van de oude garde bestuurders die zelf in de vreemde taal fijne speeches hielden). Ik vond het steeds zwaarder worden en merkte dat ik op z’n minst één vrije dag nodig had om thuis weer te kunnen vertalen, ik voelde me leeg en ongelukkig. Uiteindelijk heb ik ontslag genomen om uitsluitend als freelancer te gaan werken en geen spijt gehad, al werk ik veel meer dan eerst voor veel minder geld.
Misschien lukt het combineren met een ontspannen baan wel. Ik vond het vrij ideaal toen ik dat deed, maar het was dus niet meer mijn realiteit. Mijn vaste halve baan was te zwaar, ik hield (behalve geld) te weinig over. Ik kan me voorstellen dat het te combineren is met een baan die verband houdt met het vertalen, dan kun je veel dingen ook “dubbel” gebruiken, bijvoorbeeld je netwerk of het bijhouden van vakliteratuur."
Jan Willem Bos, vertaler uit het Roemeens in het Nederlands
"Het is niet mogelijk om een stabiel volledig inkomen te verwezenlijken als vertaler van Roemeense literatuur, al zijn er mogelijkheden voor projectsubsidies van de letterenfondsen en dergelijke. Helaas is het niet zo dat ik een paar Roemeense vertalingen per jaar kan doen.
Ik heb vanaf mijn afstuderen diverse werkzaamheden gehad, die voor het grootste deel wel met Roemenië te maken hadden, maar geen literaire vertalingen inhielden. Mijn voornaamste werkzaamheden zijn enkele decennia lang als (beëdigd) tolk/vertaler Roemeens geweest, overal waar een Roemeense tolk nodig was. Ik heb ook een paar boeken geschreven (over Roemenië), maar daar kan een mens ook niet van rentenieren."
Lies Lavrijsen, vertaler uit o.a. het Engels en Italiaans in het Nederlands
"Zonder projectbeurzen van Literatuur Vlaanderen zou ik erg moeilijk kunnen rondkomen."
"Vroeger had ik meer nevenactiviteiten (ondertitelen, redactie- en correctiewerk) dan nu, maar nu ik meer tijd aan het vertalen kan besteden is mijn inkomen alleen maar gedaald. Zonder projectbeurzen van Literatuur Vlaanderen zou ik erg moeilijk kunnen rondkomen, en zelfs met die ondersteuning is mijn inkomen sowieso ver onder de middelmaat (‘minimaal’, noemde een dame van de bank het onlangs).
Gelukkig heb ik een partner met een normale baan, die bij ons thuis de kostwinnaar is. Ik vind deze situatie wel erg wrang, want vertalers hebben vaak universitaire diploma’s, werken hard en worden desondanks zwaar onderbetaald.
Vertalen combineren met een halftijdse baan lijkt misschien een oplossing, maar dan kom ik volgens mij ook weer in de problemen met deadlines. Bovendien is de combinatie werk-gezin al ingewikkeld genoeg met één baan."
Nicolette Hoekmeijer, vertaler in het Nederlands uit het Engels
"Naast het boekvertalen vertaal ik journalistieke teksten, geef ik les aan de Vertalersvakschool en ben ik een van de organisatoren van de Vertalersgeluktournee, samen met collega Andrea Kluitmann en Hanneke Marttin van het Letterenfonds.
Het vertalen van journalistieke teksten doe ik ook om financiële redenen, maar eigenlijk doe ik het bovenstaande ook allemaal vanwege de afwisseling, om niet te veel in een spoor vast te gaan zitten. Het lesgeven doe ik omdat ik het leuk vind en omdat het me scherp houdt. De tournee doe ik om meerdere redenen: allereerst vanwege de zichtbaarheid, daarnaast omdat ik het een heel leuk project vind, leuk om samen met Andrea en Hanneke te organiseren, leuk om met het Letterenfonds samen te werken, leuk om met zoveel collega’s samen te werken, leuk en interessant en inspirerend om mijn collega’s over hun vertalingen te horen spreken, leuk om met boekhandelaren en lezers in contact te komen, leuk om meer begrip voor ons vak te kweken, leuk om op z’n tijd ook zelf uit te dragen wat ons werk zo bijzonder maakt."
Goedele De Sterck, vertaler uit het Nederlands in het Spaans
"Mijn loopbaan valt uiteen in twee delen. Gedurende vijftien jaar heb ik uitsluitend vertaald, aanvankelijk van alles wat en daarna uitsluitend boeken. Het is zeker mogelijk om rond te komen van vertalen, vooral als je niet alleen boeken vertaalt, maar bijvoorbeeld ook beëdigd vertaler bent of wetenschappelijk-technisch vertaler. Dergelijke specialismen zijn goed betaald en brengen geld in het laatje.
Mijn ervaring is dat je ook kunt rondkomen met alleen maar boekvertalen, maar dan moet je wel bereid zijn om bijzonder hard te werken en naar verhouding weinig te verdienen. Zelf heb ik nooit geleden onder het vaak genoemde gebrek aan sociaal contact, vooral ook dankzij de distributielijsten en de gedachtewisselingen met collega-vertalers die het face-to-face-contact grotendeels compenseren.
Sinds enkele jaren combineer ik het boekvertalen met een baan aan de universiteit. Uiteraard vertaal ik veel minder dan vroeger, maar als vertaaldocente lijkt het me belangrijk om de band met het vertaalvak te behouden, vooral ook naar de studenten toe. Voor mij is deze combinatie een geschenk uit de hemel. Ik vind het fantastisch om mijn ervaring te kunnen delen met beginnende vertalers. Met de huidige technologische middelen kan overigens eender welke vertaler een onlinecursus of webinar aanbieden."
Laura Watkinson, vertaler uit het Nederlands in het Engels
"Ik kan als literair vertaler van alleen vertalen rondkomen. Maar de tarieven voor vertalers in het Engels zijn wel anders dan voor vertalers in het Nederlands. Er is geen standaardtarief voor het literair vertalen NL-EN en ook geen modelcontract. The Translators’ Association/The Society of Authors geeft wel advies over tarieven en contracten maar dat moet je als vertaler zelf met de uitgever regelen."
Luk Van Haute, vertaler uit het Japans in het Nederlands
"Te veel afleiding is niet bevorderlijk."
"Sinds het bestaan van de projectsubsidies van de letterenfondsen is het financieel doenbaar om ervan te leven, maar ook niet meer dan dat. Enige extra inkomsten zijn dus welkom. Tegenwoordig is dat in mijn geval: het schrijven van eigen non-fictie boeken en stukken voor kranten en tijdschriften, deeltijds gastdocent (vier uur college per week), lezingen geven (meestal over de Japanse samenleving en cultuur in het algemeen, want voor vertalers is het niet evident te worden gevraagd; ik heb wel geluk met een auteur als Haruki Murakami, die zelf niet deelneemt aan literaire evenementen, zodat ze het moeten stellen met de vertaler). Het salaris van het deeltijds docentschap biedt een basisinkomen, zodat ik me niet meteen zorgen hoef te maken wanneer er toch even geen opdrachten zijn.
Te veel afleiding is echter niet bevorderlijk. Vroeger deed ik ook technisch vertaalwerk en tolkte ik voor bedrijven, maar dat doe ik principieel niet meer, omdat het me belet me echt toe te leggen op een literaire vertaling. Het is heel prettig om echt gefocust dag in dag uit te kunnen doorwerken en in de wereld te blijven van de roman die je vertaalt. Je kunt dat niet doen ‘tussen de soep en de patatten’, zoals ze in Vlaanderen zeggen. Het is dus een kwestie van evenwicht vinden.
Voor literair vertalen krijg je per woord minder dan de helft betaald dan voor technisch vertalen en het duurt minstens dubbel zo lang, maar daarvan krijg je wel de creatieve voldoening die bij een stofzuigerhandleiding volkomen ontbreekt. Het bestaan van projectsubsidies is natuurlijk een zegen (die veel buitenlandse collega’s niet hebben). Een reden te meer om zeker met het modelcontract te werken."