Westerse dichters ontvoeren je gedichten en noemen het een vertaling

Geplaatst op: 21 mei 2024

Met een zekere regelmaat worden er vertalingen uit niet-westerse talen gebracht door bekende Engelstalige auteurs. Die zijn de taal van de oorspronkelijke werken vaak helemaal niet machtig en werken dan met een tussenvertaling. Hoe moeten we naar dit type vertalingen kijken? Zijn het eigenlijk wel vertalingen? Schrijver, vertaler en literatuurwetenschapper Mona Kareem neemt het fenomeen onder de loep.

Westerse dichters ontvoeren je gedichten en noemen het een vertaling. Mona Kareem over het koloniale fenomeen van bewerking als vertaling. Vertaald door Arjwan al Fayle.

1

Eerder dit jaar verscheen een Engelse vertaling van Yi Lei – een prominente Chinese dichter uit de jaren tachtig – uitgegeven door Graywolf Press. In de VS werd de vertaling bejubeld in tweets en krantenkoppen, die benadrukten hoe deze Chinese Emily Dickinson in de Engelstalige wereld werd geïntroduceerd door niemand minder dan Pulitzer-winnaar Tracy K. Smith. Ze verwonderden zich over deze feministische samenwerking, deze dichterlijke ontmoeting tussen onze beste vrouwelijke dichter en hun beste vrouwelijke dichter. “De ontmoeting met Tracy K. Smith versoepelde de komst van de wijlen Chinese dichter in de Engelstalige wereld”, stelde de New Yorker. Vooral het woord ‘versoepelen’ trok mijn aandacht. Alsof haar poëzie als een ongewenste zwangerschap aankomt in het Engels – een ‘tweede leven’ om de Benjaminiaanse bewoording in het artikel maar vast te houden. Tracy K. Smith spreekt geen Chinees, en dus betwijfel ik of ze genoeg weet van Chinese poëzie en de positie die Yi Lei inneemt in haar generatie, of van de plaats van haar poëtica in het literaire domein. Nergens in de introductie, die Smith schreef zonder de co-vertaler, worden andere Chinese dichters genoemd of wordt Yi Lei's werk van context voorzien. Ze typeert Lei als een revolutionaire stem, vertelt over een kortstondige vriendschap tussen hen en vergelijkt haar met een Amerikaanse virtuoos: ”ze was zachtaardig, filosofisch en vertrouwd met de wereld zoals Walt Whitman dat was, één van haar literaire helden.”

Smith verbloemt de spanning die zij ervaart met dit werk niet, maar ze noemt het ook geen non-vertaling of een anti-vertaling: “ik heb me erbij neergelegd dat de muzikaliteit van het origineel, die ik niet kon herkennen in het Chinees of opmaken uit de tussenvertaling van David, geen onderdeel kon zijn van mijn bekommernissen als vertaler”. Het is immers niets nieuws voor westerse dichters, van Ezra Pound tot Ted Hughes, om een taalkundige of literatuurwetenschapper in te huren en die eerst een ruwe vertaling te laten maken om vervolgens een adaptatie te maken van die tekst. Ik heb niets tegen adaptaties en ik wil ook geen beschermheilige zijn van wat nu wel of niet een vertaling is, maar ik wil wel onderzoeken wat dit soort inlijving van literair vertalen in bredere zin zegt over de westerse houding tegenover niet-westerse literatuur. Soms is de auteur van de oorspronkelijke tekst betrokken bij het vertaalproces, maar is die niet thuis in de doeltaal of de doelliteratuur waardoor het zorgt voor een samenwerking die zich laat kenmerken door scheve machtsverhoudingen. Afgelopen juli kondigde Graywolf een nieuwe vertaling aan, of eigenlijk een adaptatie, van Dante door Mary Jo Bang: nog zo’n geliefde, Amerikaanse, vrouwelijke dichter. In een tweet stond: "Gefeliciteerd, Jo Bang, met deze publicatie” Ik kon het niet laten om te reageren met "Gefeliciteerd, Dante!"

Ik sta telkens weer versteld wanneer westerse dichters hun bewerkingen als vertalingen voordoen. In de rest van de wereld zondigen dichters misschien door een tekst te vertalen via een tussenvertaling in een taal die ze wél machtig zijn (een vertaling van een vertaling), maar zij zouden nooit iemand inhuren om een ruwe vertaling op te leveren om daar vervolgens vrij op te improviseren! Als er blijkbaar geld beschikbaar is voor een ruwe vertaling en genoeg enthousiasme om die tekst ‘soepeltjes’ in een nieuw taal te laten landen, dan vraag je je toch af wat westerse dichters en uitgevers dan let om iemand van het kaliber van Yi Lei te laten vertalen door een deskundige vertaler? Het Chinees is niet een obscure taal die alleen gesproken wordt in een Noorse uithoek: het is letterlijk de grootste taal ter wereld als het gaat om aantal moedertaalsprekers! Andrew Chan beschrijft in zijn recensie van de adaptatie van Smith de staat van verwarring waarin hij zich bevond, huiverig voor de “verkeerde conclusies” die Smiths “oneigenlijke bewerking” bij de Engelstalige lezer zouden achterlaten. Chan, die het werk van zowel Smith als Lei in hun originele talen heeft gelezen, kon zien hoe de bewerkingen van Smith doordrenkt waren van een esthetiek die nadrukkelijk niet hoort bij Lei, een poëtische muzikaliteit die tekenend is voor Smith, een ingrijpend verschil wat betreft stijl en toon. Dichters die geen vertalers zijn begrijpen niet dat "stijl, toon en inhoud" juist die dingen zijn die een vertaler kunnen maken of breken. Chan is zich ook van dit fenomeen bewust: hij haalt voorbeelden aan, ook buiten poëzie, waarin de vertaler zich niet alleen vrij voelt om een tekst te domesticeren, maar om er zelfs een ‘vrije’ adaptatie van te maken. Het is werkelijk een vorm van tekstueel geweld. 

Als Arabische dichter kan ik je vertellen dat wat westerse vertalers met ons werk doen een geliefd onderwerp is tijdens literaire festivals, nachtelijke bijeenkomsten en zoom events. Het gevoel van voogdij dat westerse vertalers over ons hebben is onmiskenbaar: hoe zij ons filteren, ons lyrisch, dubbelzinnig, politiek correct of aantrekkelijk maken. Het is die paternalistische houding, waarmee de westerse vertaler je aan de hand leidt door de duisternis, zeker als je hun taal niet machtig bent. Naïef dat je bent, geloof je hen. Er zijn nu eenmaal geen kwade bedoelingen, jullie werken allebei uit de overtuiging dat het een ‘samenwerking’ is en wat het ook brengt: het is misschien zelfs de moeite waard!

2

Eigenlijk dacht ik dat het fenomeen van westerse dichters en hun adaptaties verdwenen was. Ik durf te zeggen dat het voor een paar jaar ook echt verdwenen was uit het Engels om vervolgens via dichters door het raam weer binnen te komen en niet door vertalers. Vertalen is ‘cool’ geworden. Het getuigt in zekere zin van het falen van een intellectuele elite die worstelt met de opmars van het fascisme in het Westen. Het vernieuwt hun eentalige dictie en verbeelding, het past in het academisch dossier, het redt de derdewerelddichter die altijd voorgesteld wordt als een eenzame stem tegen de barbaarse massa. Alsof de Koude Oorlog nooit teneinde is gekomen of – stel je voor – niet is gewonnen door de Verenigde Staten. Vertaling wordt vandaag de dag niet alleen gezien als een noodzaak, maar ook als noodzakelijk goed, zoals academicus Dima Ayoub, stelt. Wat maakt vertalingen noodzakelijk? Waar komt dat blinde vertrouwen in vertalingen vandaan? Functioneren vertalingen niet ook als onvoorwaardelijke toegang, als bewaking, als uitdijende kracht van de mondiale, kapitalistische literatuurmarkt?

Dit jaar ben ik gevraagd om Let Me Tell You What I Saw te recenseren, van de Iraakse dichter Adnan al-Sayegh. Ik had zijn poëzie in mijn tienerjaren gelezen en ik kan me nog goed herinneren hoe hij je kon amuseren en verrassen door onverwachte beeldspraak en speelse bewerkingen van Arabische teksten, zowel moderne werken als klassiekers. Al-Sayegh is een dichter uit de jaren tachtig en deze Engelse vertaling was een specifiek fragment uit zijn epos-achtige The Song of Uruk, of The Anthem of Uruk, dat voor het eerst verscheen in 1996. Het was een ongegeneerde poging om de lange dichtvorm terug te brengen, in een tijd waar zijn tijdgenoten zich snel en gestaag bewogen naar compacte en minimalistische poëzie. Hij deinsde niet terug voor een hoge mate van lyriek, iets wat voor veel Arabische dichters niet aanlokkelijk was in de grootse schaduw van Mahmoud Darwish. Het viel me op dat de medevertaler Jenny Lewis, dichter en theatermaker, al heel haar leven geboeid was door de Gilgamesj-epos. Ik had eigenlijk gedacht dat het een perfecte match was geweest maar de vertaling liet een ander verhaal zien. 

Wederom werd ik geconfronteerd met een vertaling van een westerse dichter die een moedertaalspreker had ingehuurd om een ‘ruwe schets’ op te leveren en die weer samen met de auteur ‘honderden uren’ te bewerken, zoals Lewis deelt in het nawoord. Bij de uitgave is de fout gemaakt om het origineel naast de vertaling te plaatsen, alsof de vele fundamentele fouten die zijn begaan duidelijk onderstreept moeten worden. De uitlijning van het boek benadrukt nog eens de absurditeit van de adaptatie-vertaling door de Arabische teksten op de linkerpagina te plaatsen, terwijl het Arabisch van rechts naar links geschreven wordt. Als object is het verwarrend: een boel pagina’s die in een map lijken te zijn gepropt. Dat dit ‘honderden uren’ aan vertaalwerk was maakte me ongerust: wat voor ander nuttig werk had deze inspanning wel niet kunnen opleveren? Lewis, die doceert aan Oxford, refereert naar haar medevertaler Ruba Abughaida, een Libanees-Palestijnse fictieschrijver, als haar student die ze heeft ingehuurd voor de klus. De Britse dichter is zich onbewust van de machtsdynamiek die zij voor ons schetst, de hiërarchie tussen haar en Abughaida. Haar naam staat op de omslag, zonder die van Abughaida. De ‘samenwerking’ brengt me naar nog een vraag: waarom wordt een spreker van de moedertaal beschouwd als een vertaler?

In de toelichting bij de ‘vertaling’, die niet haar eerste is van al-Sayeghs werk, vergelijkt Lewis de Iraakse dichter met Andalusische dichters, zoals Ibn Hazm. Ze vertelt over haar aanpak om al-Sayegh dichter bij Dylan Thomas te brengen! In werkelijkheid komt al-Sayegh meer in de buurt van T.S. Eliot, via de invloed van de Iraakse dichter al-Sayyab en zijn vertalingen van Eliot. Al-Sayegh hoopte een hedendaagse adaptatie van Gilgamesj te schrijven, waar de moderne Iraakse lezer zich in zou kunnen herkennen door de thema’s van oorlog, onderdrukking, verbanning en liefde. In zijn poging was hij in dialoog met de vele stemmen van Arabische dichters, klassiek en modern, waarin hij soms hun zinnen kaapte en aanvulde met zijn eigen teksten. Dit doet mij denken aan wat Chan zei over Smiths vertaling: wat is er gebeurd met de stijl, toon en inhoud? Ik zou er aan willen toevoegen: wat is er gebeurd met de intertekstualiteit? Waarom is een tekst gereduceerd tot een enkelvoudig ding in plaats van een tunnel, een smal riviertje dat leidt naar de oceaan van Arabische poëzie? Lewis heeft zelfs de kans voorbij laten gaan om haar dramaturgische vaardigheden los te laten op het gedicht van Adnan, om die epos-achtige kenmerken te versterken, zeker als het gaat om het schakelen tussen de enkele en gemeenschappelijke stem: de protagonist en het koor. 

Na het lezen van de vertaling samen met het origineel kan ik stellen dat het een letterlijke vertaling is die jammerlijk faalt om letterlijk te zijn. De dichterlijke composities van Adnans generatie nemen over het algemeen de vorm aan van een status constructus[1], maar worden gereduceerd tot eenvoudig verteerbare beelden. De tekst begint met ”Op het balkon van waakzaamheid zit ik”[2] wat Lewis heeft vertaald als “Ik zit op het balkon, alert”. Twee zinnen later staat er: “mijn lippen zijn gebarsten als de stam van een palmboom die over de rivier uitkijkt”[3] waar Lewis “als de wortels van een palmboom”[4] heeft vertaald. Het laatste beeld is onzinnig, omdat het niet slaagt al-Sayeghs vergelijking tussen de structuur van gebarsten lippen en de ruwe stam van de palmboom te vangen.

Een ander kenmerk van Adnans poëzie is zijn gebruik van interpunctie. In het Arabisch zijn cursivering en opmaak geen literaire kenmerken en is interpunctie geen grammaticaal uitgemaakte zaak zoals dat in het Engels is. Adnan was bekend om zijn gebruik van interpunctie als middel om te schakelen tussen verschillende stemmen binnen één gedicht, of het markeren van witruimte en herhaling om zijn verzen theatrale en lyrische gevoelswaarde te geven. In het Engels copy-past Lewis eenvoudigweg deze kenmerken en gaat ze voorbij aan het feit dat interpunctie ook vertaald moet worden. Wat als een ingreep wordt gebruikt in het Arabische gedicht, moet in het Engels ook opnieuw uitgevonden worden. Als haakjes en puntjes niet dezelfde functie kunnen vervullen in Engelse poëzie, dan hadden ze vervangen kunnen worden door cursivering en opmaak, om maar een oplossing te bieden. Dit is ook te zien in zijn gebruik van tussenzinnen (uitweidingen), die doelloos overkomen in het Engels of soms zomaar worden ingezet en daardoor de samenhang en het ritme van een vers verbreken. 

De bewerking laat essentiële zinsonderdelen weg, zoals voornaamwoorden, bijwoorden en voegwoorden, waardoor het narratief verdwijnt. Lewis vertaalt “In mijn naam en de jouwe / verbonden / aan de horizon / is de boog van Lazord[5]” terwijl het -terugverwijzend naar de namen- "als de boog van Lazord[6]" had moeten zijn. Ze voegt toe: “Tiresias lachte: liefde kan niet begraven worden / toch begraaft Juno het in de woestenij / laat het half bedekt, zijn penis ontbloot[7]”: ze gebruikt ‘het’ waardoor Juno liefde lijkt te begraven, terwijl zij juist Tiresias begraaft, of zoals de mythe gaat: hem verblindt. Op dezelfde manier worstelt de vertaling met het soepel switchen in het Arabisch tussen een mens en zijn lichaamsdelen, tussen het geheel en het deel. Soms wordt de lezer op het verkeerde been gezet door te suggereren dat er twee vrouwen worden aangesproken in de verzen en niet een en dezelfde vrouw: “Moeten we onze dagen verspillen bij de krant? / Ik ben gesloten als een boek / Ik streel je ogen terwijl je wegdommelt. Ze laat me glijden tussen haar borsten / terwijl haar borst uit haar jurk barst / vrij als een weggelopen gazal[8]”, in plaats van “zoals zij [de ogen] mij laten glijden door je decolleté / puilen je borsten uit je jurk / vrij glippen als een weggelopen gazelle[9].” Het dier, niet gazal de versvorm.

Lieve lezer, nu moet ik toch echt de vraag stellen: zou werk van dit niveau door de beugel kunnen als het zou gaan om vertalingen uit het Frans of het Spaans? Zou het gefinancierd, uitgegeven, bejubeld en bekroond worden? Kan een Arabische dichter in Engeland zijn Russische student gebruiken om een ruwe vertaling op te leveren van bijvoorbeeld Maria Stepanova om vervolgens met de Russische dichter te zitten en een vertaling op te leveren? We weten uit literatuurgeschiedenis dat de premoderne schrijver, zowel in het Oosten als het Westen, per definitie meertalig was: het was een gegeven en niet een begaafdheid die alleen weggelegd was voor aristocratische schrijvers zoals Nabokov. De geschiedenis laat ons ook zien hoe de Europese natiestaat ons de ziekte heeft gebracht die eentaligheid heet, en sindsdien is de gave van meertaligheid exclusief voorbehouden aan specialisten die, in tegenstelling tot tweetalige immigranten of vluchtelingen, het zich hebben kunnen veroorloven om de ander te bestuderen en te vertalen. Ik ben opgegroeid met het lezen van Russische meesterwerken die in het Arabisch waren vertaald via het Frans en ik las ook Mishima en Kawabata in het Arabisch via Engelse vertalingen. Ik houd van deze vertalingen en keer er ook steeds naar terug: het zijn prachtige creaties. Maar vandaag de dag in de pre-kapitalistische Arabische uitgeefindustrie eisen lezers meer en beter, ze verslinden hervertalingen en bevechten elkaar door de één in het licht van de ander te zetten.

Om vertalen als een dienst te zien voor de derdewerelddichter, als het 'versoepelen', verdedigen, vieren of ontdekken van de binnenkomst in de koloniale taal: het zou simpelweg niet getolereerd moeten worden. De hedendaagse vertaalcultuur in het Engels weerspiegelt een houding gedeeld door Westerse schrijvers alom, namelijk dat ze het allemaal al weten, al hebben gezien en het enige wat hen nog rest is ons onder hun hoede te nemen. Ze zien ons niet als hun tegenhangers of hun kameraden, hun verlosserscomplex is verhuld met gepolijste woorden en een volgens eigen zeggen radicale poëtica. Hun canon, wat nog geen derde beslaat van bijvoorbeeld de Arabische of Chinese canon, heeft op een of andere manier meer om uit te putten en in te passen wanneer ze ons vertalen. Het establishment, de industrie, de dichter, de vertaler: ze komen samen in het toestaan van een mate van middelmatigheid die slechts bepaalde figuren zich kunnen permitteren. De derdewerelddichter is op zijn of haar beurt gefascineerd door het westen, door het wonderlijke mechanisme van westerse uitgeverijen, en legt zich neer bij elke manier waarop hun werk wordt verprutst. Hoe kan iemand nog geloven in ‘samenwerking’ of in ‘vertaling’ zonder te spreken over de machtsverhouding die haar schaduw werpt over elke samenwerking? Vandaag de dag is het vertalen zo venijnig geworden dat bepaalde Arabische schrijvers éérst hun werk in het Engels willen publiceren, voordat ze het origineel in het Arabisch verschijnt. The Guardian zou hen dan benoemen tot beste Arabische schrijver, alsof een Guardian criticus ook maar iets weet over Arabische literatuur, terwijl die Arabische schrijver nog niet eens in diens eigen taal is gelezen. Ik zeg niet dat je geen Nobelprijs kunt winnen door poëzievertalingen of dat je daardoor verwelkomd wordt in de canon, maar ik zeg wél dat het tekstuele geweld zowel mijn rust als mijn plezier verstoort.

Noten bij de vertaling

[1] De status constructus wordt in het Arabisch ook wel idafa genoemd en drukt een bezits- of genitief relatie uit, zoals ‘het boek van…’ of ‘de fiets van…’ in plaats van ‘[dien]s boek’ of ‘[dien]s fiets’. 
[2] Het oorspronkelijke citaat luidt: On the balcony of vigilance I sit
[3] Het oorspronkelijke citaat luidt: My lips are cracked like the trunk of a palm tree overlooking the river. 
[4] Het oorspronkelijke citaat luidt: Like the roots of the palm tree. 
[5] Het oorspronkelijke citaat luidt: In my name and yours / attached / to the skyline / is the arch of lazord. 
[6] Het oorspronkelijke citaat luidt: as the arch of lazord. 
[7] Het oorspronkelijke citaat luidt: Tiresias laughs: love cannot be buried / yet Juno buries it out in the wasteland / leaving it half-covered, its penis exposed. 
[8] Het oorspronkelijke citaat luidt: Should we waste our days at the newspaper? / I am closed like a book / I stroke your eyes as you drowse. And she makes me slide between her breasts / as her breast bursts out of her dress / free as a runaway ghazal. 
[9] Het oorspronkelijke citaat luidt: As they [the eyes] let me slide through your cleavage / your breast bursts out of the dress / running free like a runaway gazelle.