Het maken van een vertaalrelevante tekstanalyse

Geplaatst op: 21 juni 2023

Als je je goed wilt voorbereiden op een vertaalopdracht, kan het nuttig zijn om een ‘vertaalrelevante tekstanalyse’ te maken. In dit artikel legt Gys-Walt van Egdom uit wat een dergelijke analyse inhoudt en hoe je er het meeste profijt uit kunt halen.

Stappenplan 
Als vertaler doe je er verstandig aan je goed op een opdracht voor te bereiden. Daarom wordt er vaak aangeraden om een vertaalrelevante tekstanalyse uit te voeren. Wie de analyse intuïtief invult, zal geneigd zijn de brontekst van begin tot einde door te nemen en de tekstdelen (vaak woorden of grammaticale constructies) te onderstrepen die problemen zullen opleveren. Problematisch aan deze intuïtieve aanpak is dat de aandacht hierbij vooral gevestigd is op taalverschillen. Hierdoor zie je als vertaler een hoop details over het hoofd. Het gevolg? Je komt tijdens het vertalen voor verrassingen te staan of – erger nog – je krijgt achteraf te horen dat je de opdracht niet naar behoren hebt uitgevoerd.

Hoe maak je een tekstanalyse nu ‘vertaalrelevant’? Het antwoord op die vraag is vrij eenvoudig, maar je moet wel even de verbinding weten te leggen tussen de voorbereidende oefening en de vertaling zelf. In mijn jaren als vertaaldocent ben ik tal van analyses tegengekomen waaruit bleek dat studenten de klok hadden horen luiden, maar geen idee hadden waar de klepel hing. Je moet als vertaler dus goed doordrongen zijn van het nut van een vertaalrelevante tekstanalyse.

Een vertaalrelevante tekstanalyse kent de volgende vier stappen:

  • Functionele analyse van de doeltekst;
  • Functionele analyse van de brontekst;
  • Functievergelijking;
  • Analyse van vertaalproblemen.

Doeltekst 
Wie goed naar dit stappenplan kijkt, ziet iets opmerkelijks: de tekstanalyse begint bij de doeltekst. Waarom zou je de vertaling als vertrekpunt nemen? De vertaling is er nog niet eens. Het antwoord: een vertaalrelevante tekstanalyse vertrekt vanuit de prospectieve doeltekst, omdat we moeten aannemen dat de vertaling een bepaald doel dient. Idealiter wordt dat doel geformuleerd door een opdrachtgever. Het komt niet zelden voor dat de vertaler het initiatief tot vertaling zelf neemt. Ook in die situaties kent de vertaling een bepaald doel. Vertaalwetenschappers die het functionalisme aanhangen, raden daarom aan om eerst de functie van de doeltekst te bepalen. Hier krijg je een beeld van als je aandacht besteedt aan: de zender, het beoogde doelpubliek, de plaats en de tijd van publicatie, de reden voor de publicatie en het beoogde doel.

Voor het gemak kies ik even Le Comte de Monte-Cristo van Alexandre Dumas als voorbeeld. Als Ploegsma je vraagt om dit werk als onderdeel van een reeks kinderboekenklassiekers te produceren, dan zul je heel anders naar je brontekst kijken dan wanneer Atlas Contact je vraagt om de vuistdikke roman als uitgave van L.J. Veen (als onderdeel van de reeks ‘klassiekers’) te vertalen. De vertaalproblemen waar je tijdens het vertalen op stuit, zijn dan verschillend van aard. Het verschil in gewenste aanpak is vooral terug te leiden tot het doelpubliek, dat in het geval van literair vertalen vaak valt af te leiden uit het fonds van een uitgeverij. Van dat fonds krijg je een aardig beeld als je de website van de uitgeverij bestudeert. Toch zul je bij beide opdrachten ook op problemen stuiten die niet uitsluitend te maken hebben met het doelpubliek. Om maar twee voorbeelden te noemen, afstand in tijd en plaats spelen een grote rol in de vertaling van klassiekers: er gaapt een gat van bijna tweehonderd jaar en honderden kilometers tussen die doel- en die bronpublicatie. Je zult dus een goed begrip moeten vormen van het Frankrijk en het Italië van de eerste helft van de negentiende eeuw – om nog maar te zwijgen van de mediterraanse archipels – en van de wijze waarop je die historische en culturele context, die in de brontekst zeer uitgebreid en soms met ook met veel fantasie wordt beschreven, over het voetlicht brengt.

Brontekst 
Zodra je een goed beeld hebt van de situatie waarin je vertaling verschijnt en van het doel dat je vertaling dient, kun je een beeld proberen te vormen van de brontekst. Ook hier begin je niet bij de tekst zelf, maar bij de situatie waarin de tekst is verschenen. Je verzamelt dus informatie over de auteur, het publiek dat de auteur wilde of wist te bereiken, de tijd waarin en de plaats waar de tekst oorspronkelijk is verschenen, de aanleiding van de publicatie en het beoogde doel. Je begint nu te merken dat de oefening, door al die zogenaamde ‘extratekstuele factoren’, vrij schools en ‘opsommerig’ dreigt te worden. Het is daarom belangrijk dat je vooral aandacht hebt voor de factoren die relevant zijn in jouw specifieke context. In het geval van Le Comte de Monte-Cristo zul je veel bewuste keuzes moeten maken die te maken hebben met tijd en ruimte. Met historische en cultuurgebonden begrippen weet Dumas in de oorspronkelijke communicatieve setting een middenweg te vinden tussen herkenning en vervreemding, waardoor de lezer zich makkelijk kon inleven, maar ook het escapisme kon ervaren dat eigen is aan avonturenromans. Ook het medium zelf verdient enige aandacht: het origineel is in achttien delen verschenen in Journal des Débats, waardoor je als vertaler aandacht moet hebben voor redundantie. Dit zijn de belangrijkste extratekstuele factoren van de brontekst die je aandacht vragen.

Je hebt nu kennis opgedaan over de communicatieve situatie van de brontekst en het doel ervan: nu is het tijd om in je brontekst te duiken. Je kunt nu de aandacht vestigen op zaken als:

  • het onderwerp van de tekst (waar gaat de tekst eigenlijk over?)
  • de kennis die bij de lezer wordt verondersteld (wat moet de lezer weten om deze tekst te begrijpen?)
  • de opbouw van de tekst (welke structuurelementen bevat de tekst zoal?)
  • de non-verbale informatie (wordt er gebruikgemaakt van illustraties of ander visueel of auditief materiaal?)
  • het woordgebruik in de tekst (wat is er kenmerkend aan de woordschat in de tekst?)
  • de syntaxis van de tekst (hoe zijn de zinnen in de brontekst opgebouwd?)

De informatie die je tijdens het lezen van de brontekst verzamelt, koppel je nu (automatisch) aan de informatie die je eerder hebt vergaard. Zo zul je geneigd zijn informatie over woordgebruik en zinsbouw te verbinden aan informatie over het specifieke literaire karakter van de avonturenroman Le Comte de Monte-Cristo. Wat maakt deze klassieker nu stilistisch en narratologisch interessant? (Dit is overigens een hele interessante vraag die grote denkers als Umberto Eco al heeft beziggehouden: Dumas staat bekend als een veelschrijver die met tal van kopiisten werkte en buitengewoon slordig te werk ging.)

Functies vergelijken 
Je zult ook merken dat je automatisch de functies van de doeltekst en de brontekst gaat vergelijken. Eerder verwees ik al naar het exotisme dat we aantreffen, bijvoorbeeld in de rijke beschrijvingen van steden als Constantinopel en Rome. Exotisme kleeft wel aan de avonturenroman en zul je dus moeten weergeven in je vertaling. Toch wil je voorkomen dat de lezer verdrinkt in de beschrijvingen. En de kans op verdrinking is er, want voor veel lezers is de historische context (het politiek, geografisch en cultureel landschap van het Frankrijk van het eerste helft van de negentiende eeuw) niet erg bekend. Ga je de lezer helpen? En zo zet Dumas nog tal van stilistisch-narratologische middelen in om de leeservaring bij Le Comte de Monte-Cristo te verrijken.

Typerend zijn de levendige, maar soms ook wel stereotypische personages (denk hierbij aan M. de Villefort, de genadeloze, hardvochtige antagonist van Edmond Dantès), de snelle opeenvolging van dramatische wendingen, de pakkende dialogen. Maar het meeslepende karakter wordt ook bepaald door wat ik de ‘ademhaling’ van de tekst noem: de ritmiek, die versterkt wordt door perspectiefwisselingen binnen de verschillende hoofdstukken en de treffende ironische inbreng van de alwetende verteller. Door deze ritmiek ontstaat er een constante spanning tussen de gevoelswereld van verschillende personages. Ook in het woordgebruik is Le Comte de Monte-Cristo een typische avonturenroman: Dumas gebruikt een breed palet aan woorden en houdt van variatie. Ten slotte dient er te worden opgemerkt dat de thematiek soms rauw kan zijn: geweld en alcoholisme doordrenken de tekst bij wijlen. Als vertaler moet je dan goed nadenken over die rauwheid: dramatisch gezien is ze een wezenlijke component, maar in een tijd waarin excessen gevoelig liggen en waarin de status van gecanoniseerde werken sowieso onder druk staat, is het wellicht raadzamer om de tekst af te zwakken of zelfs op te schonen.

Je merkt het al: als je je, voor je aan de vertaalopdracht begint, op de functies van respectievelijk doel- en brontekst oriënteert, zul je merken dat je je veel bewuster bent van de aard van de problemen die tijdens het vertalen opduiken. Dat heeft alles te maken met het feit dat je je veel bewuster bent van de communicatieve situatie waarin je je bevindt. Je stelt je tijdens de analyse in op je lezer en wat die van de vertaling verwacht. Wat je echter ook merkt, is dat je tijdens je analyse al begint na te denken over de oplossingen van die problemen. Bovendien kun je ook beter beargumenteren waarom de ene oplossing in jouw situatie geschikter is dan de andere. En daarmee belanden we geruisloos bij de probleemanalyse.

Vertaalproblemen 
Het is al eens gezegd: met een vertaalrelevante tekstanalyse voorkom je een te starre focus op contrasten tussen talen. Je richt de aandacht namelijk in eerste instantie op de communicatieve situatie van een tekst. Christiane Nord (2005, 2010), aanhanger van het functionalisme, stelt daarom voor om de volgende volgorde te hanteren bij de classificatie van vertaalproblemen:

  • Pragmatische vertaalproblemen
  • Conventiegebonden vertaalproblemen
  • Talenpaargebonden vertaalproblemen
  • Tekstspecifieke vertaalproblemen.

Pragmatische vertaalproblemen zijn problemen die veroorzaakt worden door een verschil in communicatieve situatie. Terugkerende problemen in Le Comte de Monte-Cristo zijn bijvoorbeeld de politiekhistorische begrippen die we eerder al hebben aangestipt. Hedendaagse lezers van de vertaling zullen over weinig voorkennis beschikken. Als vertaler moet je daarom een goede strategie bedenken om dat gebrek aan kennis op te vangen. Maar goed, je wil de lezer ook niet te veel helpen. De gewenste oplossing is al aangereikt tijdens de functionele analyse. Opnieuw treffen we de vergelijking tussen een opdracht van Ploegsma en een opdracht van Atlas Contact (L.J. Veen). Bij het kinderboek zul je met een veel grovere borstel door de tekst gaan en sneller weglating als zinvolle strategie typeren. Bij een boek uit de L.J. Veen Klassiek-reeks mag je toch verwachten dat historische begrippen niet steeds hoeven te worden toegelicht of genaturaliseerd: je mag de couleur locale niet zomaar wegpoetsen en de lezer niet onderschatten.

Conventie- of cultuurgebonden vertaalproblemen zijn problemen die veroorzaakt worden door een verschil in normen en conventies. Je kunt hierbij denken aan grote verschuivingen die door genre en teksttype worden ingegeven. Als je de feuilletontekst van Le Comte de Monte-Cristo als brontekst gebruikt, is het waarschijnlijk dat je de grove borstel tevoorschijn moet halen – en niet alleen als je voor Ploegsma vertaalt. Conventiegebonden kunnen ook reale begrippen zijn. Erg gebruikelijk zijn vertaalproblemen die samenhangen met de weergave van eenheden van geld, omvang, gewicht etc. In Le Comte de Monte-Cristo kun je aanspreekvormen en titels terugvinden die geen exact equivalent kennen. Wil je het exotisme voeden, dan zul je sneller vervreemdend vertalen (bijvoorbeeld door een calque of leenvertaling te gebruiken). Wil je verwarring voorkomen, dan kies je sneller voor een weglating of een quasi-equivalente weergave.  

Als je een lijst met terugkerende pragmatische en conventiegebonden problemen hebt genoteerd, dan merk je dat het aantal talenpaargebonden problemen een minder grote rol van betekenis spelen. In Le Comte de Monte-Cristo duiken de usual taalcontrastieve suspects op. Abstractie, nominalisering, personificatie, deelwoordconstructies, gebruik van werkwoordtijden, complexe syntaxis: de pêle-mêle van typische vertaalproblemen waar de vertaler Frans-Nederlands dagelijks mee geconfronteerd wordt (zie Claes 2017). De oplossing van die problemen wordt uiteraard ingegeven door je eigen poëticale opvattingen, maar je vertaalopdracht zelf stuurt je ook richting een bepaalde oplossing. Abstractie kun je je in een uitgave van Ploegsma niet of nauwelijks veroorloven. 

Ten slotte zijn er de tekstspecifieke problemen. In literaire teksten kom je veel tekstspecifieke problemen tegen. Gebruik van stijlfiguren en tropen zul je hier altijd onder kunnen scharen. Meertaligheid, gebruik van dialect en sociolect zijn ook veelvoorkomende voorbeelden van tekstspecifieke problemen in literaire teksten. In Dumas’ avonturenroman is er uiteraard geen gebrek aan tekstspecifieke problemen. Zo treffen we Italiaanse terzijdetjes als ‘Che a compagne a padrone’ en ‘S'accommodi’ aan. Als vertaler (zeker van een L.J. Veen-uitgave) wil je die literaire eigenschappen natuurlijk behouden, maar zeker in het geval van de meertaligheid kun je lelijk in de knel komen. Het is daarom van belang dat je goed nadenkt en vervolgens een keus maakt.

Conclusie
Het doel van de probleemanalyse, het sluitstuk van de vertaalrelevante tekstanalyse, mag duidelijk zijn. Door een beeld te vormen van terugkerende vertaalproblemen en die problemen te betrekken op je opdracht, ontwikkel je een samenhangende kijk op de te vervaardigen doeltekst. Die kijk – of je het nu een methode of een opvatting noemt – scherpt de geest op het moment dat je oplossing voor de problemen moet vinden. Een goede vertaalrelevante tekstanalyse leest als een avonturenroman waarin jij als hoofdpersonage koers zet richting een bepaald doel. De spanning wordt veroorzaakt door de brontekst en je opdracht. En aan het einde van dit avontuur, kan het volgende beginnen: de vertaling.

Claes, Paul. Gouden vertaalregels. Tips voor beginnende (en andere) vertalers. Vantilt, 2017

Nord, Christiane. Text Analysis in Translation: Theory, Methodology, and Didactic Application of a Model for Translation-oriented Text Analysis. Rodopi, 2005.

Nord, Christiane. “Tekstanalyse en de moeilijkheidsgraad van een vertaling.” In Ton Naaijkens, Cees Koster, Henri Bloemen & Caroline Meijer (red.), Denken over vertalen: tekstboek vertaalwetenschap. Vantilt, 2010, pp.145-152. Op de Kennisbank staat een samenvatting van deze tekst.