Vertalers vertellen - Over het samenwerken met auteurs, redacteurs en persklaarmakers
Heb je weleens contact of overleg met een auteur? Hoe gaat dat in zijn werk, en wat zijn de voor- en/of nadelen? En hoe verloopt het contact met een redacteur of persklaarmaker? Negen vertalers delen hun ervaringen over het samenwerken met de andere spelers in het vak.
Goedele De Sterck, vertaler uit het Nederlands in het Spaans
"Hoe meer feedback, hoe beter!"
"De samenwerking met de andere spelers uit het boekenvak is ontzettend verrijkend en leerzaam. De meeste auteurs met wie ik contact heb gezocht, bleken zeer geïnteresseerd en hulpvaardig. Omdat ik vertaal uit mijn moedertaal blijven de interpretatieproblemen doorgaans beperkt, maar ik vind het altijd boeiend om zoveel mogelijk door te dringen tot het literaire universum van een auteur en in dat opzicht is persoonlijk contact een dankbaar instrument.
Dat kan uiteraard via e-mail of de telefoon, maar voor vertalers uit het Nederlands is de beste formule ongetwijfeld een verblijf in een van de vertalershuizen (zie: Vertalershuis Amsterdam en Antwerpen). Afspreken wordt dan veel gemakkelijker, niet alleen met auteurs, maar ook met de Nederlandse en Vlaamse uitgevers en de medewerkers van de letterenfondsen. Dat is een uitstekende manier om op de hoogte te blijven van wat er reilt en zeilt in de boekenwereld en nieuwe titels aan te bieden aan de buitenlandse uitgevers.
De meeste redacteurs en persklaarmakers kennen hun vak als geen ander en vormen een onontbeerlijke schakel in het proces. Ik vraag de uitgever steeds nadrukkelijk om inzage in de gecorrigeerde versie en probeer zoveel mogelijk te dialogeren met de redacteur op basis van de Control-functie van Word of de Commentaar-functie van Adobe. Meestal zijn de aangebrachte correcties bijzonder pertinent en is de gedachtewisseling met de redacteur bijzonder nuttig. Hoe meer feedback, hoe beter!"
Nicolette Hoekmeijer, vertaler in het Nederlands uit het Engels
"Ik mail geregeld met auteurs wanneer ik twijfel over een interpretatie van de tekst, omdat de auteur als enige uitsluitsel kan geven over zijn of haar bedoelingen. Ik probeer auteurs niet ‘lastig te vallen’ met vragen die ik ook zelf, of met behulp van collega’s, kan oplossen.
Los van het feit dat een auteur me kan helpen bij een concrete vraag, vind ik het ook fijn om een auteur beter te leren ‘kennen’ omdat het de affiniteit met de tekst kan vergroten, wat de vertaling soms ten goede kan komen."
Over dit onderwerp schreef Nicolette Hoekmeijer ook het hoofdstuk 'Relatie tussen auteur en vertaler' in Alles verandert altijd. Perspectieven op literair vertalen, dat je kunt teruglezen op de Kennisbank.
Luk Van Haute, vertaler uit het Japans in het Nederlands
"Of ik weleens contact heb met een auteur, dat hangt ervan af. Soms is er weinig twijfel over de brontekst en zou je als vertaler alleen maar incompetent overkomen als je er vragen over stelde. Maar het kan ook raadzaam zijn. Het handigste is natuurlijk als het direct kan, via persoonlijk contact. Als de timing het toelaat, ontmoet ik auteurs weleens in Tokio en die persoonlijke kennismaking zorgt soms ook voor nieuwe inzichten in het werk van iemand (door de auteur ‘in het echt’ te zien en met hem/haar te praten, leer je zijn/haar werk beter begrijpen).
Andere keren verloopt het contact noodgedwongen via de uitgever in Japan of via de internationale agent. In dat laatste geval heb ik soms de indruk dat zo’n agent, om zichzelf belangrijker te maken dan hij is, de auteur, als hij beroemd is, nodeloos probeert ‘af te schermen’ en zich ten onrechte ziet als een soort poortwachter (alsof een vertaler een opdringerige fan is) in plaats van als een doorgeefluik.
Met de ene redacteur of persklaarmaker klikt het beter dan met de andere. In mijn specifieke geval is het een probleem dat persklaarmakers en redacteurs de brontekst niet begrijpen. In het begin kreeg ik dan mijn manuscript terug met allerlei opmerkingen als: ‘Maar in het Engels staat er dit!’ Helaas zijn die Engelse vertalingen vaak van bedenkelijk niveau (veel weglatingen, parafrase). Ik voeg nu altijd een ‘disclaimer’ bij het manuscript, om te benadrukken dat ‘ik me baseer op de Japanse brontekst en dat verschillen met het Engels niet louter toevallig zijn’.
"Natuurlijk is er onvermijdelijk ook de ‘Vlaamse kwestie’."
Vaak heb ik veel waardering voor de suggesties van de persklaarmaker. Ze kunnen de tekst echt beter maken (dankzij een frisse kijk). Hun rol wordt ook vaak onderschat (ze werken nog meer in de anonimiteit dan de vertalers). Doorgaans aanvaard ik wijzigingen vrij gemakkelijk, maar bij sommige dingen moet je uiteraard voet bij stuk houden en je keuzes verdedigen. Als vertaler ben je het langst en het intensiefst met een tekst bezig geweest.
Natuurlijk is er onvermijdelijk ook de ‘Vlaamse kwestie’. Vlaams wordt systematisch vervangen en op zich verzet ik me daar ook niet tegen (de klant, de uitgever dus, is nu eenmaal Nederlands), maar ik weiger wel alternatieven die voor mij ‘oer-Hollands’ klinken. Ik moet mijn eigen tekst nog kunnen herkennen.
Ik weet trouwens steeds beter wat ik in Nederland niet, of beter niet, kan gebruiken. Ik heb zelf een 'checklist' aangelegd (op basis van opmerkingen van persklaarmakers en correctoren door de jaren heen) en die raadpleeg ik ook altijd voor ik een manuscript opstuur. En als ik meen de ideale oplossing te hebben gevonden, controleer ik voor de zekerheid Van Dale, om te zien of het woord of de uitdrukking toch niet Vlaams is. Ik krijg dan ook zelden nog opmerkingen van een pkm of corrector dat iets ‘Vlaams’ is, al glipt er soms nog iets door de mazen van het net.
In het begin had ik de indruk dat pkm en redactie veel meer argwaan koesterden op dat vlak, soms zelfs op het paranoïde af. Mijn slechtste ervaring had ik met een redactie die speciaal een jonge stagiaire had gevraagd mijn manuscript na te kijken op ‘Vlaams’ (dus als extra controle op het werk van de pkm). Het resultaat was dat dit meisje elk woord dat ze zelf niet kende met een stift markeerde als ‘Vlaams’, ook als dat helemaal niet het geval was (‘domicilie’ was daarbij, herinner ik me nog). Toen heb ik me uiteraard enorm boos gemaakt. Door dat overijverig zoeken naar ‘Vlaams’ vergat een pkm ook weleens de echte fouten eruit te halen.
Maar dat is, zoals gezegd, de laatste tijd veel verminderd. Bij de recentste Murakami, De moord op Commendatore, gebeurde overigens iets grappigs. Ik werkte samen met Elbrich Fennema (een Nederlandse), maar we hadden de redactie niet verteld wie welke stukken voor zijn rekening had genomen. Wat bleek: een keer of drie, vier vond de pkm iets ‘te Vlaams’ en dat was telkens iets wat Elbrich had gekozen. Zo zie je maar."
Laura Watkinson, vertaler uit het Nederlands in het Engels
"Als ik vragen over de tekst heb, dan neem ik contact op met de auteur, maar meestal is dat niet nodig. Een van ‘mijn’ schrijvers is heel goed in het Engels en zijn suggesties zijn altijd heel welkom, omdat ze altijd weloverwogen en vaak briljant zijn, en ook omdat hij naar mijn mening luistert en mij vertrouwt. Dan is het een soort teamwork.
Andersom gebeurt het ook: soms heb je een auteur die je vertaling leest en met een waslijst ‘correcties’ en vragen komt, zoals bijvoorbeeld: ‘Waarom heb je hier “bike” geschreven? Het heet toch “bicycle”.’ Of: ‘Dat vind ik raar klinken. Volgens mij zeggen ze dat niet in Engeland.’ Terwijl ik toch in Engeland ben opgegroeid en elke dag thuis Engels spreek... Dan moet je even diep adem halen.
Verder: een goede redacteur is goud waard."
Huub Stegeman, vertaler uit het Engels en Duits in het Nederlands
"Heel zelden heb ik contact met een auteur, maar soms is het nodig als een auteur ergens een enorme fout heeft laten staan bijvoorbeeld. Altijd vriendelijk en nederig blijven. ‘Kan het zijn dat u ... bedoelde?’ Genoemde kerkhistoricus was heel sportief en zond me op het allerlaatst een aanvulling op het dankwoord van het boek. Mocht ik vertalen dat ik bedankt werd voor het meeredigeren van het Engelse boek!
Het contact met de redacteur en persklaarmaker verloopt vriendelijk en informeel. Persklaarmakers spreek ik zelden direct, meestal via een redacteur. Wees respectvol tegenover een pkm en je krijgt respect terug. Ga er in principe van uit dat zij gelijk hebben, jij niet, maar snap ook dat zo iemand ook moet laten zien dat hij of zij werk heeft gedaan, en zich dus soms wat te veel te buiten kan gaan."
Martin de Haan, vertaler uit het Frans in het Nederlands
"Ik heb bijna altijd contact met auteurs die nog leven."
"Ik heb bijna altijd contact met auteurs die nog leven. Ik vraag de uitgever om het mailadres. Contact met de auteur is nuttig om een vertrouwensband te kweken en om zelf meer inzicht te krijgen in de context waaraan het boek ontsproten is. Ik vind het prettig om meer boeken van dezelfde schrijver te vertalen en daar ook over te schrijven. Op die manier wordt de vertaler de ambassadeur van een bepaalde schrijver.
Contact met de redacteur en de uitgever verloopt doorgaans per mail of telefoon, hoewel het belangrijk is om elkaar af en toe live te zien. Met de persklaarmaker hebben de meeste vertalers geen persoonlijk contact, maar ik heb zelf iemand die ik altijd vraag voor mijn teksten en die ik ook naar andere uitgeverijen heb ‘meegenomen’."
Lies Lavrijsen, vertaler uit o.a. het Engels en Italiaans in het Nederlands
"Ik heb weleens contact gehad met de (jonge, Amerikaanse) auteur van het boek dat mijn co-vertaler Tine en ik op dat moment vertaalden (zie ook: 'Over duo- en meermansvertalingen') en dat verliep heel prettig. Hij waardeerde het dat we zijn werk zo nauwkeurig lazen en antwoordde uitgebreid op onze vragen.
In dit geval ging het om een paar feitelijke tegenstrijdigheden in de tekst (in de beschrijving van een personage) en over een neologisme waarvan we de etymologie echt niet begrepen (het bleek te gaan om een afleiding van een honkbalterm). We vonden zijn mailadres online, mailden hem en hadden tien minuten later al antwoord!
Het contact met de redacteur en persklaarmaker verloopt over het algemeen vrij goed, er is altijd ruimte voor discussie. Ik heb geleerd dat sommige redacteuren geen tijd hebben om al hun opmerkingen voorzichtig te formuleren en dat ze daarom nogal bot over kunnen komen, maar dat dit niet betekent dat hun wil daarom wet is."
Jan Willem Bos, vertaler uit het Roemeens in het Nederlands
"Ik heb vaak contact met auteurs en sommige Roemeense schrijvers reken ik tot mijn vrienden. Het gebeurt echter niet vaak dat ik veel vragen heb, want de problemen die ik heb zijn meestal geen problemen van het Roemeens (wat staat er?), maar van het Nederlands (hoe zeg ik dat?). Soms heb ik wel een vraag die te maken heeft met realia – bijvoorbeeld een verwijzing naar een Roemeens (kinder)boek dat ik niet ken of een religieus gebeuren dat mij niet vertrouwd is. Ik heb Roemeense auteurs ook weleens op fouten betrapt.
Normaal gesproken is er iemand binnen de (bureau)redactie die mijn vertaling kritisch tegen het licht houdt. Ik heb geen erg lange tenen en ik ben altijd blij met op- en aanmerkingen. Daar wordt het eindresultaat alleen maar beter van."
Andrea Kluitmann, vertaler uit het Nederlands in het Duits
"Je hebt hetzelfde doel: samen het beste boek maken dat erin zit."
"Ik heb regelmatig contact en overleg met 'mijn' auteurs en behalve dat het gewoon leuk is en je leven verrijkt, is het ook áltijd nuttig. Ik verzamel mijn vragen en mail ze en laat het dan aan de auteur over of ze mijn vragen (en meer) misschien tijdens een persoonlijke ontmoeting willen bespreken.
Ik vond het heel mooi wat een collega een keer zei: hij stuurde altijd een mail aan de auteur om hem of haar te laten weten dat hij met zijn/haar werk bezig was, gewoon omdat dat volgens hem bij een beschaafde omgang hoort. Eigenlijk vind ik dat ook, toch doe ik het niet altijd; er zijn boeken waar ik echt geen relevante vragen over heb, dan neem ik geen contact op. Het is ook een kwestie van tijd, en daar heb ik structureel te weinig van.
Ik zie alleen maar voordelen en geen nadelen. Hoewel: als je nu echt pech hebt en een auteur te pakken hebt die met Schoolduits (-Engels of wat dan ook) dingen beter denkt te weten en je vervolgens moet gaan uitleggen waarom je wat hebt gedaan – dat kost veel energie. Sommige auteurs geloven je ook niet en zijn wantrouwig als je iets zeker heel letterlijk had kunnen oplossen maar er bewust voor hebt gekozen om dat juist niet te doen. Vertalen is een vak…
Ik hou oprecht van 'mijn' redacteurs en vaak benijd ik hen ook. Zij kunnen de tekst met volledig vreemde ogen bekijken, zwakke punten en ook geslaagde oplossingen zien die ik als vertaler niet zie omdat ik op het moment dat de redactie plaatsvindt nog veel te dicht op de tekst (mijn vertaling) zit. Met sommige redacteurs is het een genot om samen te werken.
Ik maak in mijn vertaling al opmerkingen, formuleer twijfels of leg uit waarom ik een bepaalde keuze heb gemaakt. De redacteur en ik kunnen op die manier tot een uitwisseling komen, er ontstaat een gesprek waar ik echt naar uitkijk: tot dit moment was er niemand op de wereld die je vertaling ook heeft gelezen. Ik ervaar dit na al die jaren nog steeds als een fantastisch iets (en zet altijd bijzonder lekkere thee of koffie hiervoor). Ik denk dat de gedeelde liefde voor het boek het zo bijzonder maakt, je hebt hetzelfde doel: samen het beste boek maken dat erin zit. Ik hou ook van het 'wij', dat je automatisch tegen je redacteur zegt: 'Wat zullen we hier schrijven, denk je?'"