Best practices in het boekenvak
Hoe gaan mensen met elkaar om in het boekenvak? En hoe verhoud jij je als (beginnend) vertaler tot de andere spelers in het boekenvak? Net als in de rest van de wereld is er ook hier verschil tussen theorie en praktijk: in de praktijk houdt niet iedereen zich aan de regels, voor zover die er zijn. Dit stuk is niet bedoeld om regels voor te schrijven, maar om te laten zien hoe het ecosysteem in elkaar zit en om je een aantal handvatten te geven om goed in dat systeem te kunnen functioneren. En hopelijk draag je je steentje bij aan het verbeteren ervan.
In hoeverre zijn er regels?
Vertaler is een vrij beroep. Dat betekent dat er geen beroepscode is, zoals bijvoorbeeld bij artsen en advocaten. Voor een belangrijk deel bepalen vertalers samen wat het vak inhoudt en hoe ze werken. Vertalers organiseren zich op allerlei manieren: van de vrijblijvende vertalerskoffiehoek op Facebook tot belangenorganisaties zoals de Auteursbond en Vlaamse Auteursvereniging (VAV). Dat leidt niet alleen tot solidariteit en het delen van kennis, maar er ontstaat op die manier ook een soort gedragscode voor vertalers, waarover later meer.
Daarnaast zijn vertalers natuurlijk afhankelijk van hun opdrachtgevers, meestal uitgeverijen, en van wat er verder in de culturele en creatieve sector gebeurt. Om tot een ‘toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk’ te komen heeft de culturele sector een Fair Practice Code opgesteld. De vijf kernwaarden van die code zijn: solidariteit, duurzaamheid, diversiteit, vertrouwen en transparantie. Uit het feit dat het nodig was om zo’n code op te stellen kun je eigenlijk al opmaken dat het er niet altijd eerlijk of duurzaam aan toegaat. De code biedt onder andere aanknopingspunten om opdrachtgevers aan te spreken op een eerlijke beloning, maar je kunt er geen rechten aan ontlenen: de code is vrijblijvend. Hij is bovendien relatief nieuw (2019-2020) en nog niet echt ingeburgerd in het boekenvak.
Auteursrecht
Wat wél wettelijk is vastgelegd is het auteursrecht. Dat recht vormt de basis van je zakelijke afspraken met uitgevers en het is de basis van je verdienmodel als vertaler. Ook op het gebied van het auteursrecht geldt vaak dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie. Enkele uitgevers beweren zelfs dat vertalers geen auteursrecht hebben. Realiseer je dat jij als vertaler de maker bent van een nieuw oorspronkelijk werk. Zoals Martin de Haan in de The State of Translation 2020 zei: ‘Vertalers gelden als auteurs omdat zij bestaande (en meestal zelf ook weer auteursrechtelijk beschermde) werken omzetten in nieuwe werken, niet door het origineel gewoon even over te typen in een andere taal, maar door náást het origineel met heel andere materialen – de woorden en structuren van een andere taal – van de grond af iets nieuws op te bouwen wat zoveel mogelijk op dat origineel moet lijken.’
Een ander misverstand is dat het auteursrecht niet of in mindere mate van toepassing is op niet-literaire werken. Maar het auteursrecht gaat niet over wat literatuur is of niet, cultuur of entertainment, hoge of lage cultuur. Auteursrecht heeft als doel intellectueel eigendom te beschermen, te voorkomen dat anderen het werk van de maker (in dit geval de vertaler) verminken en ervoor te zorgen dat de maker inkomsten uit zijn werk kan genereren. Hoe dan ook, de discussie of iets literatuur is of niet – waarbij de vraag niet alleen is hoe literatuur wordt gedefinieerd maar ook wie die definitie bepaalt – is niet relevant voor het auteursrecht.
Contracten
Het is altijd belangrijk om afspraken te maken met je opdrachtgever en deze schriftelijk vast te leggen (e-mails zijn ook rechtsgeldig). Denk daarbij aan voor de hand liggende dingen als een omschrijving van je werkzaamheden, inleverdatum en vergoeding. Maar er zijn een heleboel dingen waar je in eerste instantie misschien niet bij stilstaat die ook belangrijk zijn, zoals afspraken over je naamsvermelding of het aantal bewijsexemplaren. Om alle afspraken en voorwaarden vast te leggen werken opdrachtgevers in de meeste gevallen met contracten. Die contracten kunnen variëren van een A4’tje tot een contract van meer dan twintig pagina’s. Een contract van één A4’tje is niet per se slecht, maar het ondervangt waarschijnlijk niet alle situaties waarmee je te maken kunt krijgen. In een goed contract worden namelijk niet alleen afspraken gemaakt over wat er gebeurt als alles op rolletjes loopt, maar ook over wat er gebeurt als er iets misgaat. Een heel uitgebreid contract hoeft daarentegen niet altijd goed te zijn: er kunnen bepalingen in staan die voor jou als maker onwenselijk of ongunstig zijn, zoals aansprakelijkheids- of geheimhoudingsclausules.
Lees dus altijd het contract goed door vóór je ondertekent voor akkoord. Twijfel je ergens over of begrijp je iets niet? Vraag je opdrachtgever om uitleg, overleg met collega’s en/of win advies in bij (de juristen van) een beroepsvereniging. Wees niet bang om vragen te stellen aan je opdrachtgever of om aanpassingen voor te stellen: je bent niet lastig, je bent professioneel!
Modelcontracten
Contracten hoeven natuurlijk niet elke keer opnieuw te worden uitgevonden. De belangenverenigingen van de uitgevers (LUG/GAU) en vertalers (Auteursbond en VAV) hebben samen modelcontracten opgesteld. Die contracten zijn na uitgebreide onderhandelingen door beide partijen goedgekeurd. Je mag er dus van uitgaan dat de voornaamste zaken hierin goed zijn geregeld. Toch blijft het belangrijk om het contract na te lezen: uitgevers willen nog wel eens een veranderingetje aanbrengen of iets toevoegen onder het artikel ‘Bijzondere bepalingen’.
Naast de modelcontracten heeft de Auteursbond algemene voorwaarden voor vertalers opgesteld. Die kun je bijvoorbeeld gebruiken als aanvulling op een contract van een A4’tje.
Fair pay
Er moet een eerlijke beloning tegenover je werk staan. Maar wat is een eerlijke beloning? Een redelijke vergoeding zou in ieder geval in verhouding tot de geleverde tijdsinvestering en expertise moeten staan. Maar andere factoren zoals spoed of een hoge moeilijkheidsgraad kunnen ook worden meegewogen.
Ook hier geldt dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie. En hoe! De financiële positie van Nederlandse en Vlaamse vertalers is in de meeste gevallen precair. Gezien het soort werkzaamheden en opleidingsniveau zou je verwachten dat vertalers wel een modaal inkomen verdienen, maar in de praktijk schommelt het rond het minimumloon.
Hoe werkt het in de vertaalpraktijk? Je krijgt meestal betaald per woord (NB Voor brontalen die qua vorm erg van het Nederlands verschillen worden vaak andere of aanvullende afspraken gemaakt). Aan het modelcontract is een woordtarief gekoppeld. Let op: dit is een minimumtarief. Je kunt dus altijd onderhandelen over een hogere vergoeding. Naast het woordtarief kun je royalty’s, een percentage van de prijs per verkocht boek (exclusief btw) ontvangen, als dit in je contract staat. In de modelcontracten is uiteraard een royaltyclausule opgenomen.
In de praktijk is het helaas zo dat het minimumtarief werkt als een maximumtarief en dat als je geen modelcontract krijgt, je een lager woordtarief krijgt aangeboden – vaak ook zonder royalty’s. Dat laatste is heel onlogisch: als een opdrachtgever geen royalty’s wil betalen, met andere woorden als hij die wil afkopen, zou je ter compensatie juist een hoger woordtarief moeten krijgen.
Bovendien grijpen sommige uitgevers het argument dat iets geen literatuur is aan als reden om een lagere vergoeding voor de vertaling te betalen. Het zou onder andere zogenaamd makkelijker zijn. Daar valt van alles op af te dingen: je kunt het vertalen van bijvoorbeeld chicklit ook als een specialisme zien.
Wat een eerlijke beloning voor vertalers betreft valt er in het boekenvak dus nog wel het een en andere te verbeteren!
Wat kun jij doen voor een eerlijk(er) vertaalvak?
Nadat je deze niet al te rooskleurige schets van de best practices in het boekenvak hebt gelezen, vraag je je misschien af wat jij kunt doen om dingen te veranderen. Meer dan je denkt, zowel samen met anderen als individueel.
Collectief
Je kunt bijdragen aan het collectieve belang door lid te worden van een (of meerdere) beroepsorganisaties. Want hoe meer leden ze hebben, hoe meer gewicht ze in de schaal leggen. Deze organisaties hebben contact met de andere stakeholders in het boekenvak en houden in de gaten wat er op landelijk en internationaal niveau speelt, met als doel om de belangen van de beroepsgroep zo goed mogelijk te behartigen. De Auteursbond en de VAV zijn ook de partijen die met de beroepsorganisatie van de uitgevers, de Mediafederatie, onderhandelen over modelcontracten. Daarnaast geven ze individueel juridisch advies en organiseren ze educatieve activiteiten en gezellige bijeenkomsten.
Individueel
Zoals eerder aangegeven is er binnen het vertaalvak een officieuze gedragscode, zij het een heel beknopte. Zie je andere vertalers als collega’s of concurrent? Die vraag ligt aan de basis van veel dilemma’s met betrekking tot omgangsvormen onder vertalers. Neem als beginnend vertaler niet klakkeloos de mores van anderen over maar probeer je eigen weg te vinden en waar nodig dingen te veranderen.
Een van de ongeschreven regels is dat je niet zomaar met ‘iemands auteur’ aan de haal gaat. Stel, een uitgever vraagt je voor een vertaling van een auteur van wie je weet dat iemand anders die altijd vertaalt. Wat doe je dan? Zeg je meteen ja of informeer je eerst waarom hij niet de andere vertaler heeft gevraagd? Misschien had die geen tijd of wilde die wel eens wat anders. Misschien had de uitgever redenen om het boek bij een andere vertaler uit te zetten, omdat het nieuwe boek heel anders is, hij niet (meer) zo tevreden is over de ‘vaste’ vertaler of gewoon omdat hij ook eens iemand anders een kans willen geven. Soms kun je achterhalen wat erachter zit, maar vaak ook niet. In één geval is het in ieder geval beter om de opdracht niet aan te nemen: als de uitgever je minder wil betalen dan de andere vertaler.
Een andere regel is dat je als je een citaat uit de vertaling van een andere vertaler overneemt, de naam van de vertaler vermeldt. Het gaat niet alleen om ‘ere wie ere toekomt’ maar ook om zichtbaarheid van vertalers in zijn algemeenheid. Noem daarom ook altijd de vertaler als je iets over een vertaling van iemand anders schrijft, op social media, op je website, in een artikel of waar dan ook. Je kunt nog een stapje verder gaan en anderen die niet de vertaler niet noemen, wijzen op hun omissie. Op social media kun je daarbij de hashtags #noemdevertaler en #vertaleniseenvak gebruiken. Wordt een vertaler niet genoemd in de media? Dan kun je een mailtje sturen naar de Commissie naamsvermelding (naamsvermelding@gmail.com). De commissie bestaat uit twee of drie vrijwilligers die de media aanschrijven – vaak met succes.
Tot slot, het boekenvak is een kleine wereld. De kans is groot dat je elkaar de rest van je vertaalcarrière blijft tegenkomen. Help elkaar, steun elkaar in moeilijke tijden en vier elkaars successen. Dat levert je waarschijnlijk uiteindelijk het meeste op.
Bronnen
Auteursrechtgids, M.J. Frequin, Boom Uitgevers, Den Haag, 2021
ELV Kennisbank: