Vertalers vertellen - Hoe kom je aan vertaalopdrachten?

Geplaatst op: 16 juni 2020

Word je zelf benaderd door opdrachtgevers? Draag je zelf titels aan bij uitgevers? Hoe pak je dat aan en wat levert het op? Ga je als vertaler zelf op zoek naar boeken om te vertalen en hoe blijf je op de hoogte? Negen vertalers vertellen over hun ervaringen.

Fotocollage van het vertalerspanel.
v.l.n.r.v.b.n.o: Jan Willem Bos, Goedele De Sterck, Martin de Haan, Nicolette Hoekmeijer, Andrea Kluitmann, Lies Lavrijsen, Huub Stegeman, Luk Van Haute en Laura Watkinson.

Goedele De Sterck, vertaler uit het Nederlands in het Spaans

"Meestal word ik benaderd door uitgeverijen, met name omdat ik op de lijst met geaccrediteerde vertalers van de letterenfondsen sta. Het is voor vertalers uit het Nederlands van wezenlijk belang om een proefvertaling bij de fondsen in te dienen, aangezien buitenlandse uitgevers die samenwerken met erkende vertalers aanspraak kunnen maken op een subsidie (translation grant).

Verder is het bijzonder nuttig om een netwerk uit te bouwen. Soms krijg ik opdrachten doorgespeeld van collega’s (waaronder mijn eerste vertaling) en de laatste tijd speel ik zelf regelmatig opdrachten door, vooral aan beginnende vertalers van wie ik mentor of docent ben geweest. Persoonlijk vind ik het bijzonder zinvol om gedreven en getalenteerde studenten een zetje te geven bij het uitbouwen van een carrière als literair vertaler. Zodra de eerste stap gezet is, wordt het gemakkelijker om op eigen kracht te vliegen. Samenwerking tussen docenten en beginnende vertalers bij de overgang naar de professionele vertaalwereld is dan ook zeer wenselijk.

Ten slotte zou ik nog willen benadrukken dat ook niet-literaire vertalingen een fantastische leerschool zijn voor de literair vertaler in spe. Alles helpt en is zinvol!"

Luk Van Haute, vertaler uit het Japans in het Nederlands

"Ik blijf op de hoogte van wat er gebeurt in de literaire wereld in Japan door recensies en tijdschriften te lezen en heb een paar uitstekende informanten ter plekke. Als ik in Japan ben, schuim ik uiteraard ook de boekhandels af. In de broncultuur verdiep ik me al veertig jaar door reizen en verblijven, door er heel veel over te lezen, en door dagelijks het nieuws te volgen. Het is gewoon een essentieel deel van mijn leven.

Doorgaans word ik zelf benaderd. Dat gebeurt op basis van de kwaliteit van eerder werk, neem ik aan (misschien ook wel door gebrek aan concurrentie). Ik ga ervanuit dat ik meestal eerste keus ben, althans nu. Vroeger is het misschien weleens gebeurd dat een collega iets had afgewezen en ik tweede keus was, maar zeker weet ik dat niet. Zelf heb ik al opdrachten doorgespeeld aan collega’s vanwege gebrek aan tijd of interesse.

"Doorgaans word ik zelf benaderd."

Ik heb aanvankelijk weleens iets aangedragen (zie ook: 'Hoe ben je begonnen als vertaler?'), maar het is me nooit overkomen dat ik met zo’n voorstel meteen gehoor vond. Het is des te moeilijker als er geen Engelse vertaling (of desnoods een Duitse of een Franse) voorhanden is. Redacteurs willen toch altijd zelf een boek kunnen lezen voor ze het aankopen, en bij Japans kan dat uiteraard alleen via een bestaande vertaling in een andere taal. Maar het kan natuurlijk nooit kwaad om uitgevers attent op iets te maken. Zo leren ze ook jou (beter) kennen.

Een paar keer is het me overkomen dat ik een opdracht kreeg en ook mijn honorarium ontving, maar het boek toch op de plank bleef liggen (door een directiewissel en/of redactionele koerswijziging). Na verloop van tijd kwamen de rechten op die vertaling dan weer bij mij terecht en kon ik een alternatieve uitgever zoeken (met wisselend succes).

Zomaar een hele roman vertalen zonder concreet uitzicht op publicatie zou ik nu zeker niet meer doen (ik heb er ook de tijd niet voor), maar ik ken een collega (met pensioen) die het wel al heeft gedaan en achteraf het boek ook gepubliceerd heeft gekregen. Als vingeroefening kan een beginnend vertaler wel een kort verhaal of romanfragment vertalen en dat opsturen naar het tijdschrift PLUK. Als het daar wordt aanvaard, heb je meteen een handig visitekaartje."

Nicolette Hoekmeijer, vertaler in het Nederlands uit het Engels

"Na een kleine dertig jaar word ik met enige regelmaat benaderd door uitgevers, die inmiddels wel een beeld hebben van welke boeken mij liggen en wat ze van me kunnen verwachten. Dit is een situatie die in de loop der tijd is gegroeid. Ook ben en word ik wel getipt door collega’s, net als omgekeerd.

Mijn indruk is dat het binnen het Engelse taalgebied betrekkelijk weinig zin heeft om zelf boeken aan te dragen – tegen de tijd dat ik een boek heb ‘ontdekt’ zijn al talloze scouts en agents mij voorgegaan."

Huub Stegeman, vertaler uit het Engels en Duits in het Nederlands

"In de regel komen uitgevers naar mij toe, maar het heeft wel even geduurd voor het zo ver was. Ik sta kennelijk bekend om mijn specialismen (ik word ‘doorgegeven’ op redacteursfeestjes, merk ik), en een aantal jaar terug ook wel om mijn tempo, denk ik. Er was een tijd waarin ik een dringend non-fictieboek in mijn eentje kon doen terwijl er anders twee vertalers voor nodig waren geweest. Zo snel werken is echter niet gezond, dus dat doe ik net meer. Er was een tijd waarin ik 5000 woorden op een dag deed en lange uren maakte, dag in dag uit.

"Zorg dat je een specialisme ontwikkelt dat je ook interesseert."

Het gebeurt ook nog wel eens dat collega’s me vragen of naar me doorverwijzen. Omgekeerd doe ik dat ook regelmatig. Het loont om elkaar een beetje te kennen. Feitelijk heb ik meer werk langs deze weg gekregen dan door zelf actief uitgevers te benaderen.

Ik heb drie keer wel actief een uitgever benaderd met een boek, maar toen had ik mijn partner (academisch theoloog) erbij als deskundig inleider en redacteur. Dan wordt het ineens een heel stuk interessanter voor een uitgever. Twee van die drie boeken hebben me nog lang daarna steeds nieuwe opdrachten opgeleverd.

Of het een goed idee is om zoiets zomaar te ondernemen als je nog helemaal niet bekend bent in het wereldje, betwijfel ik. Eerlijk gezegd kun je dan beter proberen aan de slag te raken voor een vertaalbureau. Daar leer je ook al veel over het vak en je verdient er ten minste nog wat mee. Het is wel een andere wereld, die van het vertaalbureau, dus boekenopdrachten zul je er niet aan overhouden, maar je verdient tenminste wel wat en je leert stevig door te werken, dat kan je later van pas komen.

Zorg dat je een specialisme ontwikkelt dat je ook interesseert. Lees daar dan veel over en blijf dat doen."

Laura Watkinson, vertaler uit het Nederlands in het Engels

"Ik ga niet bewust op zoek naar boeken om te vertalen, maar ik lees heel veel, en soms heb ik wel het gevoel van ‘Mine!’. Dan lees ik een boek en wil het heel graag vertalen – en dan ga ik misschien wel op zoek naar een uitgever die ik hopelijk ook voor het boek kan enthousiasmeren.

"Het helpt als je een netwerk hebt."

Ik word best vaak door uitgevers benaderd, en soms ook via collega-vertalers. Met sommige Engelstalige uitgevers werk ik al jaren samen en ze weten wat voor soort boeken ik graag vertaal. En andersom weet ik wat voor soort boeken zij graag uitgeven. Het helpt als je een netwerk hebt – dan kan je opdrachten doorspelen en doorgespeeld krijgen.

De Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen hebben heel goede contacten met uitgevers in het buitenland. Zij presenteren de nieuwe titels op de boekenbeurzen in bijvoorbeeld Frankfurt en Londen en op de kinderboekenbeurs in Bologna, en ze doen hun werk heel goed. Dat is ook een goede kans voor vertalers in het Engels om fragmenten te vertalen (en misschien ook een opdracht te krijgen voor de hele boekvertaling). Soms draag ik wel titels aan bij uitgeverijen maar het gebeurt heel vaak dat ze vanwege hun goede contacten met de Nederlandse en Vlaamse uitgevers en het Nederlands Letterenfonds en Flanders Literature al met het boek bekend zijn. Dan is mijn mening een bevestiging.

Ik zou geen boek op eigen initiatief vertalen – het is misschien leuk om te doen en ook goed voor je ervaring als literair vertaler, dat wel, maar vertalen is een vak, en vakmensen worden (meestal) betaald voor hun werk. De kans dat je als vertaler een uitgever vindt voor een boek is best klein. Ook de Nederlandstalige uitgevers laten normaal gesproken een fragment van ongeveer 20 pagina’s vertalen en niet het hele boek. Engelstalige uitgevers en agenten vragen meestal aan aspirant schrijvers of ze eerst een fragment (de eerste 20 pagina’s van het boek) en een synopsis van 1 pagina willen sturen – als de uitgevers/agenten interesse hebben, willen ze pas dan het manuscript oftewel het hele boek zien. Ik vind het ook als vertaler in het Engels een goed idee om dit model te gebruiken: in eerste instantie de eerste 20 pagina’s van het boek plus een synopsis (hopelijk betaald door de uitgever)."

Martin de Haan, vertaler uit het Frans in het Nederlands

"Ik heb het geluk dat ik een paar vaste schrijvers heb (één vooral, Houellebecq; de tweede van wie ik veel heb vertaald, Kundera, schrijft niet meer). Maar ik stel regelmatig Franse klassiekers voor. De beste aanpak is volgens mij het schrijven van een kort betoogje met samenvatting en verkoopargumenten. Beginnende vertalers raad ik aan zich goed op de hoogte te houden van de broncultuur, dat gaat tegenwoordig vrij makkelijk via blogs en internetkranten.

Ik word niet heel vaak benaderd, ik vermoed omdat ik heel duidelijk mijn eigen schrijvers en projecten heb. Ik speel altijd opdrachten door als ik zelf niet kan of wil. Zelf draag ik vaak klassieke titels aan, dat heeft meestal wel succes. Zomaar een boek vertalen zonder opdracht lijkt me niet slim, het mag trouwens ook niet vanwege het auteursrecht (behalve bij boeken in het open domein). Toen ik begon, heb ik wel grote stukken vertaald uit twee klassiekers, die uiteindelijk allebei zijn uitgegeven."

Lies Lavrijsen, vertaler uit o.a. het Engels en Italiaans in het Nederlands

"Ik ben een keer naar de Kinderboekenbeurs van Bologna geweest om prospectie te doen en heb toen een aantal kinder- en jeugdboeken voorgesteld aan uitgevers. Daarvan is er één vertaald, maar helaas niet door mij. Ik volg de literaire productie in mijn brontalen niet systematisch, maar als ik toevallig een heel mooi boek lees of als het door iemand in mijn netwerk getipt wordt, stuur ik wel eens een leesverslag naar een uitgever.

"Ik heb wel geprobeerd titels aan te dragen, maar zonder veel succes."

Vlaamse uitgevers kennen me ondertussen wel en kloppen ook zelf bij me aan. Toen ik begon, heb ik rondgebeld en cv’s verstuurd. Bij één uitgeverij ben ik gewoon langsgeweest (ik woonde in de buurt). Sommige van de redacteuren waar ik in mijn beginperiode mee werkte zijn ondertussen zelf uitgever geworden of van uitgeverij gewisseld en weten me te vinden voor opdrachten. Ik krijg af en toe opdrachten doorgespeeld van bevriende collega’s en geef ook zelf opdrachten door als ik geen tijd heb.

Ik heb wel geprobeerd titels aan te dragen, maar zonder veel succes. Het levert wel contacten op. Op eigen initiatief een heel boek vertalen als je geen opdracht hebt, lijkt me geen goed idee, tenzij je geld genoeg hebt en het je kunt permitteren. In ieder geval eerst checken of de rechten vrij zijn, want voor hetzelfde geld is er al iemand anders mee bezig. En dan zou ik er eerder voor kiezen om een kort stukje te vertalen en een leesrapport te maken, dan ineens het hele boek."

Andrea Kluitmann, vertaler uit het Nederlands in het Duits

"Het is steeds makkelijker je in de bron- en doelcultuur te verdiepen. Luister en kijk naar boekenprogramma’s, lees literatuurtijdschriften en recensies, ga naar beurzen (ik ga elk jaar naar Frankfurt), informeer je via sociale media welke boeken door collega’s worden gelezen, ontmoet collega’s, houd bij welke titels bekroond worden of  “rondzingen” etc.

Ik doe weleens pogingen om zelf boeken voor te stellen aan uitgevers, maar ik doe dat met zeer matig succes. Bij de kinder- en jeugdboeken (waar ik bekend ben en een goede naam heb) wil het nog wel eens lukken. Er zullen zeker talen denkbaar zijn waar je grote kansen maakt als ambassadeur, de Duitse uitgevers kennen de Nederlandse uitgevers en de Nederlandse markt erg goed, werken nauw samen met de letterenfondsen. Dat laatste biedt trouwens ook weer kansen, zorg dat de letterenfondsen je kennen en weten wat je vertaalt.

In het genre kinder- en jeugdboeken, het genre waarin ik het meest actief ben, word ik door uitgevers benaderd. Dat is zo gegroeid naarmate mijn netwerk groter werd; ik maakte afspraken op de kinder- en jeugdboekenbeurs in Bologna en bood mijn diensten aan en werk nu regelmatig voor een stuk of vijf Duitse uitgevers. Ik heb zeker al werk gekregen via collega’s en probeer zelf ook altijd om een uitgever aan een collega te helpen als ik zelf een opdracht niet wil hebben die me wordt aangeboden.

Ik ben me er terdege van bewust dat mijn antwoord op de vraag of je zelf boeken moet vertalen als je geen werk hebt te maken heeft met mijn achtergrond (arbeidersmilieu) en mijn situatie (tevens in de letteren freelancende partner, geen (kansen op) erfenissen: Hier doe ik niet aan! En ik bekijk mensen die hele boeken voor de lol vertalen met heel veel wantrouwen (wellicht ook jaloezie), het riekt naar hobbyisme. Vertalen is mijn beroep, ik moet hiervan leven, er is niets anders. Een stuk van een boek waarop je verliefd bent of een kort verhaal etc. vind ik iets anders. Een heel boek? Nee, zeer zeker niet."

Jan Willem Bos, vertaler uit het Roemeens in het Nederlands

"Ik doe mijn best om de Roemeense literatuur zoveel mogelijk bij te houden. De klassiekers ken ik natuurlijk wel, maar er wordt ook heel veel hedendaagse literatuur van hoge kwaliteit geproduceerd die ik met plezier lees. Dat wil overigens niet altijd zeggen dat leuke en boeiende boeken direct ook interessant zouden kunnen zijn voor een Nederlands lezerspubliek. Naast het bezoeken van Roemeense boekenbeurzen in Boekarest (Bookfest in juni, Gaudeamus in november) ga ik ook naar boekpresentaties, lezingen en dergelijke. Ook hoor ik van collega-vertalers van Roemeense literatuur in andere talen waar zij mee bezig zijn en welke boeken zij met plezier hebben gelezen.

Ik denk dat ongeveer de helft van de boeken die ik heb vertaald (zo’n 35) door mij zijn voorgesteld aan diverse uitgeverijen en dat ik de andere helft op verzoek of voorstel van een uitgeverij heb gedaan. Er zijn niet zo heel veel vertalers Roemeens, dus als een uitgeverij iemand zoekt, komen ze algauw bij mij uit.

"Soms wint de aanhouder."

Mijn voorstellen aan uitgeverijen worden soms opgepikt, soms kom ik er niet verder mee. En soms wint de aanhouder. Het boek der fluisteringen van Varujan Vosganian had ik aan een paar uitgeverijen voorgesteld, die zich er niet aan wilden wagen. Uiteindelijk is het uitgeven door uitgeverij Pegasus, waar het zijn vierde druk beleeft. Met de trilogie Orbitor (Verblindend) van Mircea Cărtărescu had ik de hoop al opgegeven. Niemand durfde een werk van 1500 bladzijden aan. Totdat het eerste deel juichend werd ontvangen in Duitsland. Toen werd ik binnen enkele dagen gebeld door verschillende uitgeverijen die het wilden uitbrengen. De auteur heeft toen uiteindelijk voor de Bezige Bij gekozen.

Ik heb nooit hele boeken vertaald om met een goed onderbouwd voorstel bij een uitgeverij te komen, maar wel flinke fragmenten. Als een Roemeens boek niet in een internationale taal is vertaald en niemand binnen de uitgeverij het dus kan lezen, wil men, terecht, wel weten wat voor werk het is. Een voorstel voor een vertaling behelst dus enkele tientallen pagina’s in vertaling, een uitgebreide synopsis en samenvattingen van reacties en recensies."