Dossier: Zichtbaarheid
Ieder woord in een vertaling is door de vertaler met zorg uitgekozen en eigenhandig opgetikt. Toch zullen de meeste lezers de naam van de oorspronkelijke auteur noemen als ze de vraag krijgen wiens boek ze hebben gelezen. En volgens velen is dat precies de bedoeling. Maar kun je het ook anders zien? Het ELV heeft een dossier samengesteld waarin verschillende auteurs verschillende kanten belichten van de zichtbaarheidskwestie.
Een vaak gehoorde opvatting is dat een vertaling geslaagd is als ze "leest als een origineel" en je "niet merkt dat je een vertaling in handen hebt". Toch is er wel degelijk een vertaler aan het werk geweest. Een mens, die op een bepaalde manier gevormd is door de wereld en onder invloed daarvan de brontekst tot zich neemt en herverwoordt. Met behoud van zoveel mogelijk lagen en dubbelzinnigheden, jazeker, maar desalniettemin een mens, die leest, interpreteert en dan zelf een tekst uitschrijft. Die mens wordt vaak vergeten of weggedacht, en dat betekent nogal wat voor de manier waarop er met vertalingen wordt omgegaan en de mate waarin vertalers worden gewaardeerd.
Lezers vragen zich vaak niet af wie een tekst heeft vertaald en zolang de vraag niet wordt gesteld lijken uitgevers, recensenten en andere boekenvakkers niet geneigd het antwoord van de daken te schreeuwen. De vertaler blijft dus vaak onzichtbaar en dat kan de waardering voor hem, haar, hen niet ten goede komen. Wie niet beseft dat er iemand op een vertaling heeft zitten zwoegen, zal dat gezwoeg immers niet snel hoog aanslaan. Wie gelooft dat een vertaling een ongefilterde, volstrekt neutrale en daarmee relatief eenduidige weergave van een brontekst is (of zich eenvoudigweg nooit heeft afgevraagd óf een vertaling dat al dan niet is) zal er niet om geven wie de vertaling precies heeft gemaakt, terwijl het er wel degelijk toe doet wie dat is geweest, zoals Martin de Haan duidelijk maakte in zijn State of Translation-lezing in 2020. Dit is een neerwaartse spiraal en het ligt voor de hand te denken dat het gebrek aan culturele waardering voor vertaalwerk op zijn minst mede debet is aan de gebrekkige financiële beloning ervan.
Maar misschien valt die neerwaartse spiraal te doorbreken, ja, is er zelfs een opwaartse spiraal mogelijk als vertalers meer aandacht krijgen, zichtbaarder worden, zelf achter de tekst vandaan kruipen en door anderen vaker op het schild worden gehesen. Dat was de hoop toen in 2008 het vertaalpleidooi *Overigens schitterend vertaald werd gepresenteerd en die hoop werd in 2019 geëchood in het tweede vertaalpleidooi VerTALEN voor de toekomst. Als er meer maatschappelijke waardering voor vertalers zou komen, zou de honorering ook beter worden, waardoor vertalers hogere kwaliteit konden leveren en dus ook weer meer waardering zouden kunnen oogsten.
Een heikel punt blijft het hardnekkige misverstand dat vertalers neutrale bruggenbouwers of veerlui zijn die een brontekst ongewijzigd van de ene taaloever naar de andere overzetten. In zijn artikel "Zichtbaarheid of dienstbaarheid. Hoeveel schrijver is een vertaler?" onderzoekt Hofstede het spanningsveld tussen de 'dienstbaarheid' die in dit misverstand tot die zogenaamde neutraliteit zou moeten leiden enerzijds en de onmogelijkheid van neutraliteit en de bittere noodzaak van creativiteit anderzijds. Toont een vertaler zich immers niet juist trouw aan een tekst door die tekst in een andere taal te herscheppen als ware hij, zij, hen zelf een schrijver?
Dat een vertaler in juridisch opzicht allang als auteur van een oorspronkelijk werk wordt gezien toont Martin de Haan ons. De vertalers hebben het recht dus aan hun kant, en toch blijft de culturele zichtbaarheid van vertalers achter - terwijl 'men' er wel van doordrongen is dat de ene uitvoering van een muziekstuk de andere niet is. De Haan stelt dat die culturele zichtbaarheid van vertalers niet alleen zou moeten worden vergroot om de kwaliteit van vertalingen en de leefomstandigheden van vertalers te verbeteren, maar ook eenvoudigweg omdat "de onzichtbaarheid van vertalingen en vertalers deel uitmaakt van een enorme culturele leugen". Een geruststellende leugen, die suggereert "dat Babel alleen oppervlakkige schade heeft aangericht", maar het blijft een leugen. Bovendien leidt die leugen de aandacht af van de winst die vertalen ook betekent. Vertalen is immers een creatief, kunstzinnig proces met zijn eigen schoonheid en merites, aldus De Haan.
Redenen te over dus om vertalers meer zichtbaarheid te geven, en ook het ELV maakt zich daar hard voor. Maar hoe doe je dat, hoe maak je vertalers zichtbaarder en wie kan daar allemaal een steentje aan bijdragen? De petitie Vertalers op het omslag, gelanceerd door Annemart Pilon en Martin de Haan, is een goed voorbeeld. Door een vertaler prominent op het omslag te vermelden en niet weg te moffelen in het colofon laat een uitgeverij zien het vertaalwerk en de persoon erachter te waarderen. Ook herinnert ze de lezer er zo aan dat de tekst op de bladzijden feitelijk niet is opgeschreven door de persoon die als auteur wordt genoemd en doet ze dus niet mee aan de leugen waar Martin de Haan over schrijft.
In de weblecture "Schaduwhelden voor het voetlicht. Over de zichtbaarheid van vertalers" noemt Lies Lavrijsen meer manieren waarop de zichtbaarheid van vertalers kan worden vergroot en gaat ze in op de vraag waarom dat moet gebeuren. Daarnaast bespreekt ze hoe je als vertaler meer zichtbaarheid kunt creëren voor je werk en/of auteur. Nog meer ideeën over wat een vertaler zelf kan ondernemen om zichtbaarder te worden, worden beschreven door Alyssia Sebes in "De literair vertaler in de spotlights: vergroot je zichtbaarheid". In deze handige gids noemt zij allerhande manieren waarop een vertaler in de spotlight kan treden en daarnaast voorbeelden van vertalers die dat al doen. Niet alle vertalers zullen zich direct comfortabel voelen bij het idee dat zijzelf op een podium moeten gaan staan, maar in het stuk van Sebes staat voor iedere "schaduwheld van de literatuur" wel iets wat zou kunnen passen.
Hoe verschillend verschillende vertalers omgaan met de zichtbaarheidskwestie blijkt ook uit de rubriek Vertalers Vertellen. Het ELV legde daarin negen vertalers vragen voor als Hoe zorg je ervoor dat je zichtbaar bent en blijft? en Wordt het werk van vertalers voldoende gewaardeerd? Daar kwam een breed palet aan antwoorden uit. Vergelijkbare vragen werden voorgelegd aan negen andere literaire professionals: vinden zij ook dat vertalers meer in de spotlight zouden moeten staan? En in hoeverre is hun eigen werk eigenlijk zichtbaar? Het ELV vroeg hun: Hoe zit het met zichtbaarheid?
Omdat het ELV zelf veel belang hecht aan meer zichtbaarheid voor vertalers heeft het al deze verschillende visies op zichtbaarheid bij elkaar gebracht. Dit dossier pretendeert niet uitputtend te zijn, maar biedt vertalers en andere geïnteresseerden wel een mooi vertrekpunt vanwaaruit ze zelf dieper over de kwestie kunnen nadenken of juist in actie kunnen komen. Om deze inleiding af te sluiten met woorden uit de lezing "Babels ambassadeurs" van auteur Annelies Verbeke tijdens de Vertaaldag van Nederland Vertaalt 2021: "[vertalers] kunnen eigenhandig, als zieners in het land der blinden, een verschil maken voor literair werk, en daarmee culturen openen voor elkaar. De dankbaarheid van auteurs én lezers daarvoor kan niet groot genoeg zijn".