Bijlage II - Bioschetsen van de auteurs

Geplaatst op: 14 februari 2024

Op deze pagina vind je Bijlage II - Bioschetsen van de auteurs uit Alles verandert altijd. Perspectieven op literair vertalen.

Erik Bindervoet is geboren in 1962. Dichter, vertaler, tekenaar en toneelschrijver. Vertaalde met RJ Henkes het volledige oeuvre van James Joyce en The Beatles, en solo o.a. werken van Shakespeare, Zeami, The Kinks en Dylan Thomas. Schreef diverse teksten voor dansgroep LeineRoebana, voor de voorstelling Cabaret Déconstruit, werkt aan een nieuw toneelstuk voor ’t Barre land. Onlangs verscheen zijn elfde dichtbundel, Over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid,  bij uitgeverij De Harmonie.

Henri Bloemen (1957) was hoofddocent aan KU Leuven Campus Antwerpen. Hij doceerde vertaalwetenschap, vertaaltheorie, literair vertalen Duits-Nederlands en juridisch vertalen. Hij doet onderzoek naar en publiceert over de theorievorming in de vertaalwetenschap, de geschiedenis van het vertaaldiscours en de didactiek van het literair vertalen. Hij was medeauteur van het Petra-E-framework, een Europees referentiekader voor de opleiding van literair vertalers, medeoprichter en voormalig codirecteur van het Expertisecentrum Literair Vertalen.

Paul Claes (Leuven 1943) studeerde klassieke talen, Nederlands en Engels en promoveerde tot doctor in de Letteren aan de Leuvense Universiteit. Hij doceerde aan de universiteiten van Nijmegen en Leuven en aan de hogescholen van Antwerpen en Gent. Behalve wetenschapper is hij romancier, dichter, essayist en bloemlezer. Hij vertaalde uit het Grieks, Latijn, Frans, Engels en Duits auteurs als Sappho, Catullus, Nerval, Mallarmé, Rimbaud, Bataille, Joyce, Pound, Eliot, Yeats en Rilke. In 1996 kreeg hij de Martinus Nijhoff Prijs voor vertaling. Zijn studie Gouden vertaalregels. Tips voor beginnende (en andere) vertalers (Nijmegen: Vantilt) verscheen in 2018.

Harm Damsma en Niek Miedema vormen al meer dan vijfentwintig jaar een hecht vertalersduo. Samen vertaalden zij, naast klassiekers als Ivanhoe, A Clockwork Orange en Lord of the Flies en veelbelovende debuten van Reif Larsen, Ayana Mathis, Tod Wodicka en Garth Risk Hallberg, onder meer werk van Jonathan Coe, Michel Faber, Claire Keegan, Rebecca Makkai, Ian McEwan, Hilary Mantel, David Mitchell, Joseph O’Connor, Richard Powers, George Saunders, Adam Thorpe, Colson Whitehead. In het najaar van 2023 verscheen hun vertaling van The Polyglots (1925) van William Gerhardie. Harm en Niek zijn als docent verbonden aan de Vertalersvakschool in Amsterdam en Antwerpen, en hebben beiden met enige regelmaat meegewerkt aan cursussen van de Master Literair Vertalen in Utrecht. In 2016 ontvingen zij de Vertaalprijs van het Nederlands Letterenfonds.

Christophe Declercq (1971) doceert vertaling aan de Universiteit van Utrecht. Hij heeft vertaler gestudeerd aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool (nu KULeuven Campus Antwerpen). Hij promoveerde in 2015 aan Imperial College London op een socio-culturele geschiedenis van een tijdelijke diaspora. Christophe, zelf een Brexit-vluchteling na bijna 20 jaar in het Verenigd Koninkrijk, heeft gedichten, kortverhalen en vertalingen gepubliceerd in diverse publicaties, waaronder Sampel, De Brakke Hond en Tekst/Tekst. Hij vertaalde ook een basisversie van ‘De Drie Zusters’ van Anton Tsjechov voor TG Stan en heeft bijdragen geleverd aan Filter, waarin hij schreef over de vertaling van ‘Nothing to be frightened of’ van Julian Barnes, over (ver)talen op de vlucht in tijden van oorlog, en over de valse geneugten van tekstproductie door artificiële intelligentie. Gedurende bijna vijftien jaar schreef en vertaalde hij sportverslagen en online dagboekposts voor Golazo.

Goedele De Sterck (1966) is gepromoveerd in de Spaanse Taalkunde en is hoogleraar aan de Universiteit van Salamanca binnen de vakgroep Vertalen en Tolken. Ze is al bijna twintig jaar werkzaam als literair vertaalster Nederlands-Spaans en heeft meer dan honderd titels op haar naam staan, met name fictie, non-fictie en kinder- en jeugdliteratuur. Ze vertaalde onder meer werken van Bart Moeyaert, Lieve Joris, Guus Kuijer, Geert Mak, Erwin Mortier, Nescio, Frederik van Eeden, Paul van Ostaijen, Frank Westerman en Tommy Wieringa. Daarnaast doet ze onderzoek naar vertalen, houdt lezingen, modereert workshops, geeft onlinecursussen en treedt op als mentor van aankomende vertalers. In 2018 is ze bekroond met de Letterenfonds Vertalersprijs. Ze is nauw betrokken bij het Petra-E Netwerk, Petra-Ned en MediterraNed.

Nicolette Hoekmeijer (1962) studeerde Engelse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en werkt inmiddels zo’n vijfendertig jaar als literair vertaler Engels, waarvan de eerste zeventien jaar in combinatie met ondertitelwerk. Ze vertaalt onder meer Nathan Englander, Toni Morrison, Edward St Aubyn, Maggie Nelson, Carys Davis en, samen met Molly van Gelder, Valeria Luiselli. Daarnaast vertaalt ze journalistieke teksten voor 360 magazine en De Groene Amsterdammer. Ze is docent aan de Vertalersvakschool in Amsterdam, verzorgt vertaalateliers voor onder meer de Master Literair Vertalen en mentort zo nu en dan beginnende vertalers. Van 2010 tot 2022 organiseerde ze samen met collega Andrea Kluitmann en Hanneke Marttin van het Nederlands Letterenfonds de jaarlijkse Vertalersgeluktournee.

Jeanne Holierhoek (1947) stapte in de loop van haar vertaalleven geleidelijk over van literaire naar meer filosofische teksten. Ze vertaalde bijvoorbeeld romans van Michel Tournier, Jean Giono en Marie Ndiaye, maar ook filosofische teksten en essays van Montesquieu, Descartes, Malabou, Serres, Bergson, Foucault, Éribon en De Beauvoir. Daarnaast gaf ze les in vertalen, onder andere aan de Hogeschool Maastricht, aan de Universiteit van Utrecht en aan de Vertalersvakschool, had ze zitting in verschillende jury’s, schreef ze artikelen over vertalen, gaf ze lezingen, workshops en fungeerde ze als mentor voor in totaal een tiental beginnende vertalers. Haar vertaaloeuvre werd bekroond met de Dr. Elly Jaffé Prijs (2007) en met de Martinus Nijhoff Prijs (2018).

Cees Koster is vertaalhistoricus en vertaalcriticus. Tot zijn pensioen was hij verbonden aan de Universiteit Utrecht als docent en onderzoeker op het gebied van vertalen en vertaalwetenschap en als coördinator van de Master Literair Vertalen. Hij is sinds de oprichting in 1994 lid van de redactie van Filter, tijdschrift over vertalen. Zijn onderzoek richt zich op de relatie tussen stijl en vertaling en op de vertaalgeschiedenis van het Nederlandse taalgebied in de negentiende en twintigste eeuw. Aan het monumentale Vertalen in de Nederlanden. Een cultuurgeschiedenis droeg hij het deel over de negentiende eeuw bij. Momenteel werkt hij aan een biografie van dichter, vertaler, criticus en songwriter Pé Hawinkels.

Onno Kosters is dichter en vertaler en als universitair docent verbonden aan de opleiding Engels en het masterprogramma Vertaalwetenschap van de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1999 op het werk van James Joyce (Ending in Progress: Final Sections in James Joyce’s Prose Fictions). In 2007 ontving hij de Filter Vertaalprijs voor zijn vertaling van Samuel Becketts roman Watt. Hij publiceerde artikelen over (vertalingen van) T.S. Eliots The Waste Land, Derek Walcotts Omeros en Asterix en de Britten. Poëzievertalingen van zijn hand zijn Seamus Heaney, District en Circle (2013), Adam Foulds, Het gebroken woord (2014; beide met Han van der Vegt), Patti Smiths, Het nieuwe Jeruzalem (2018) en Ocean Vuong, De tijd is een moeder (2022). In Filter (jrg. 30, nr. 1, 2023) en vervolgens het Webfilter dossier ‘De eigenstandige ruïne – Een nieuwe vertaling van The Waste Land’ verschijnt in afleveringen zijn hervertaling van The Waste Land.

Stella Linn was na haar studie vertaalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam drie jaar werkzaam als vertaler bij de Europese Unie en daarna enkele jaren als docent vertalen Spaans bij ITV Hogeschool. Ook werkte zij als kernredacteur mee aan de Van Dale Handwoordenboeken Spaans. Sinds 1990 is zij verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij in 1998 promoveerde op een model voor de beschrijving van poëzievertalingen. Zij is docent (UD1) vertaalwetenschap en letterkunde en coördinator van de mastertrack Vertalen in Europa. Stella Linn  publiceerde diverse literaire vertalingen en is co-auteur van de handboeken Vertalen uit het Frans, tekst en uitleg (Coutinho 2010, in samenwerking met Arie Molendijk) en Vertalen uit het Spaans, tekst en uitleg (Coutinho 2007, met Miel Slager). Sinds enkele jaren verdiept zij zich vanuit verschillende invalshoeken in het fenomeen straattaal. Zij treedt regelmatig op als adviseur van het Nederlands Letterenfonds en is jurylid van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Zie https://www.rug.nl/staff/s.i.linn/ en https://www.researchgate.net/profile/Stella_Linn.

Janny Middelbeek-Oortgiesen studeerde Zweedse taal- en letterkunde, Algemene Literatuurwetenschap en Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze vertaalt Zweedse literatuur in het Nederlands en adviseert uitgevers. Voor het Expertise Centrum Literair Vertalen verzorgt ze workshops Literair Vertalen Zweeds en treedt ze als mentor op. Middelbeek-Oortgiesen vertaalt zowel fictie als non-fictie en heeft ook een aantal toneelvertalingen op haar naam staan. Van de Zweedse Academie ontving ze in 2013 de Tolkningspriset voor haar gehele oeuvre. Uit handen van het Nederlands Letterenfonds nam ze in 2018 de Letterenfonds Vertaalprijs in ontvangst. Haar werk werd enkele malen genomineerd voor de Europese Literatuurprijs.

Philippe Noble (1949) studeerde klassieke talen, Frans en Nederlands in Parijs (Sorbonne) en Amsterdam (Universiteit van Amsterdam). Hij was van 1979 t/m 1992 universitair docent Nederlandse taal en letterkunde aan de Sorbonne en trad daarna in diplomatieke dienst. Hij vertaalde een zestigtal werken (proza en poëzie) uit het Nederlands in het Frans (o.a. van Multatuli, du Perron, Etty Hillesum, Mulisch, Nooteboom, Stefan Hertmans, Arnon Grunberg, David Van Reybrouck) en maakte samen met Désirée Schyns een hervertaling van À l’ombre des jeunes filles en fleurs in het Nederlands. Voor zijn vertaalwerk ontving hij onder meer de Nijhoffprijs en de Prix des Phares du Nord.

Jelle Noorman (1964) studeerde Franse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is sinds 1987 werkzaam als literair vertaler uit het Engels, Frans, Spaans en Portugees. Naast romans en verhalenbundels van onder anderen Richard Powers, Nana Kwame Adjei-Brenyah, Julian Barnes, Émile Zola, Mohamed Mbougar Sarr  en Jaime Bayly heeft hij de meest uiteenlopende (cultuur)historische, filosofische en essayistische non-fictiewerken vertaald van auteurs als Alain de Botton, Saul Bellow, Mark O’Connell, Roman Krznaric, Michael Puett en Christine Gross-Loh. Verder is hij de schrijver van twee essayistische werken over Frankrijk: De haan op de mesthoop: een culturele geschiedenis van Frankrijk (2001) en Mijn Frankrijk (2004). In 2014 verscheen zijn roman Geen tijd voor Proust.

Franco Paris is werkzaam als neerlandicus en literair vertaler. Hij is hoofddocent Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Università L’Orientale in Napels en coördineert vertaalworkshops op verschillende Europese universiteiten. Hij vertaalt poëzie, theater, jeugdboeken, fictie en non-fictie uit het Nederlands en uit het Engels in het Italiaans. In 2004 werd hij bekroond, als eerste laureaat, met de Vertalersprijs van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Hij vertaalde werken van onder meer Ruusbroec, Beatrijs van Nazareth, Hadewijch, Bredero (de enige integrale vertaling van het Groot-Liedboeck), Huizinga, Van Schendel, Van Eeden, Gandhi, Gibran, Claus, Krabbé, Haasse, Enquist, Nooteboom, Van der Zijl, Draaisma, Grunberg, Mak, Brijs, Van Reybrouck, Fabre, Lauwers en veel Vlaamse en Nederlandse dichters. Hij publiceert over Nederlandse en Italiaanse literatuur. Sinds 2008 is hij buitenlands erelid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (kantl) te Gent.

Désirée Schyns is als hoofddocent Vertalen Frans-Nederlands en Vertaalwetenschap verbonden aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent en redacteur van Filter. Zij publiceert over vertaling in een postkoloniale context, getuigenis in vertaling en over memory studies en translation studies. Zij is de auteur van La mémoire littéraire de la guerre d’Algérie dans la fiction algérienne francophone (2012), co-editor van “Translation in Exile” (themanummer Cadernos de tradução, 2018), van Denken over poëzie en vertalen. De dichter Cees Nooteboom in vertaling (2018, met Philippe Noble) en van Translating Memories of Violent Pasts: Memory Studies and Translation Studies in Dialogue (2023 met Claudia Jünke) . Zij vertaalde werk van Assia Djebar, Nancy Huston, Malika Mokeddem, Sarah Kofman, Nathalie Sarraute, Yoko Tawada (uit het Duits met Bettina Brandt) en recent van Hélène Cixous. Daarnaast werkte ze mee aan de vertaling van De vijfenzeventig bladen en andere manuscripten (2022) van Marcel Proust.

Carlo Van Baelen was veertig jaar actief in de boekensector als boekhandelaar, uitgever, importeur, beroepsfederatie vvb. Als directeur leidde hij het Vlaams Fonds voor de Letteren van 2000 tot 2011. Auteur van diverse rapporten en studies over economische, juridische en beleidsaspecten van het Nederlandse en Vlaamse Boekenvak. Docent aan de graduaatsopleiding Informatiebeheer: bibliotheek en archief Arteveldehogeschool Gent en gastdocent aan de Universiteit Antwerpen, de Universiteit Gent, de KU Leuven, de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Hasselt, het Plantin Genootschap en de Vakopleiding Boekenbranche Nederland. Bestuurder in literaire, culturele en maatschappelijke organisaties als vav, folio, cego vzw, Vertalersvakschool Antwerpen.

Laura van Campenhout studeerde cum laude af in de Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als gerechtstolk in strafzaken. Haar overstap naar het boekenvak begon met een bureauredacteurschap, later ging ze aan de slag als zelfstandig boekvertaler, persklaarmaker en lector. Ze vertaalt literatuur en literaire non-fictie van het Engels naar het Nederlands, redigeert vertaald en oorspronkelijk werk van anderen en verzorgt lezingen en workshops over persklaar maken en corrigeren. Als Gertrudsdottir schrijft ze over de kunsten op haar blog Prent van de Week.

Jeroen Vandaele is hoofddocent Spaans aan de Universiteit Gent (vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie). Hij doceert er onder andere Spaanstalige Letterkunde en Literaire Vertaling. Eerder was hij hoogleraar Spaans aan de Universiteit van Oslo, waar hij onder meer een college Vertaalwetenschap verzorgde. Zijn onderzoek richt zich op de snijpunten van vertaling, ideologie, narratieve retoriek en humor. Enkele representatieve publicaties zijn het tweeluik “Narrative Humor” (Poetics Today, 2010 en 2012) en de monografieën Estados de Gracia. Billy Wilder y la censura franquista (Brill, 2015) en Translation and Big Details (Routledge, 2023).  Vandaele was eerder lid van de Adviescommissie Vertalingen in het Nederlands (Literatuur Vlaanderen).

Chris Van de Poel is werkzaam aan de KU Leuven, Faculteit Letteren, Campus Antwerpen. Zij doceert vertaling uit het Spaans in de bachelor Toegepaste Taalkunde en de Master Vertalen en coördineerde jarenlang de opleiding literair vertalen. Zij publiceerde literaire vertalingen uit het Frans en het Spaans en promoveerde op zeventiende-eeuwse Nederlandse vertalingen van Spaanse satirische teksten. Zij is sinds 2015 wetenschappelijk medewerker bij het Expertisecentrum Literair Vertalen (elv).

Barber van de Pol is schrijfster, essayist en vertaalster. Zij studeerde in Amsterdam, gaf vertaalcollege in Groningen, maar maakte alweer twintig jaar geleden de switch als docent naar de Schrijvers Vakschool Amsterdam. Zij vertaalde veel uit het Spaans, met Borges en Cortázar als Latijnsamerikaanse favorieten en Cervantes (Don Quichot) en Quevedo als de Spaanse. Met Maarten Steenmeijer samen vertaalt en bloemleest zij Spaanstalige dichters; met hem vertaalde zij ook La Regenta, de negentiende-eeuwse klassieker van Clarín. Los van het Spaanse taalgebied verscheen in 2008 haar vertolking van Melville’s meesterwerk, Moby Dick, ook een grote favoriet. Als toneelvertaalster maakte ze vertalingen van onder meer Schiller (Mary Stuart), Hebbel, Kleist, Djuna Barnes. Zij schreef columns over vertalen voor Filter en De Groene en bracht haar vertaalopvattingen bijeen in de boeken Cervantes & co, in plaats van voetnoten (2000) en Mobydickiana (2009). Ze ontving al jong de Martinus Nijhoffprijs.

Gys-Walt van Egdom is docent Vertalen en vertaalwetenschap aan de Universiteit Utrecht. In 2015 stak hij, na een succesvolle verdediging van zijn proefschrift Naar een ethiek van de literaire vertaling een doctorsbul Taal- en Letterkunde op zak. Sindsdien verricht hij onderzoek rond zowel zakelijk als literair vertalen. Zijn onderzoek is vooral toegespitst op vertaaldidactiek, competentieverwerving, vertaalkwaliteit en mens-computerinteractie.

Luk Van Haute (1963) studeerde Japanse literatuur aan de Universiteit van Tokio en promoveerde op het vroege werk van Nobelprijswinnaar Kenzaburo Oë. Naast Oë vertaalde hij onder meer Haruki Murakami, Soseki Natsume en Yasunari Kawabata. In 2015 ontving hij de Filter Vertaalprijs voor de door hem samengestelde bloemlezing Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen. Van Haute is ook auteur van de non-fictie boeken Japan: Schetsen uit het leven en Revival van de Japanse film, en hij schreef tal van artikelen over de Japanse cultuur en samenleving voor diverse kranten en tijdschriften. Hij heeft over die onderwerpen ook gedoceerd aan de Universiteiten van Leiden en Leuven en is sinds 2019 gastprofessor aan de Universiteit Gent.

Fedde van Santen (1959) kwam na een studie Spaanse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam min of meer bij toeval in het vertaalvak terecht. Eerst als zelfstandige, later als vertaler bij een grote Nederlandse instelling. Na 25 jaar en uitstapjes naar het toenmalige Literair Productie- en Vertalingenfonds en de Adviesraad van het Nederlands Fonds voor de Letteren leidde (weer) het toeval hem tot het vertaalonderwijs. Sinds meer dan tien jaar is hij op twee fronten actief: als lector toegepaste vertaaltheorie bij itv Hogeschool voor Tolken en Vertalen in Utrecht en als directeur van de Vertalersvakschool, de academie voor literair vertalen in Amsterdam en Antwerpen.

Ine Willems (1971) studeerde in 1996 af in de specialisaties literatuurwetenschap en vertalen Engels aan de universiteit Utrecht en verhuisde vervolgens naar Groot-Brittannië, waar ze als inhouse-vertaler en meertalig klantencontact enige jaren voor Eurotunnel heeft gewerkt. Bij terugkomst in Nederland is ze met de Vertalerij teksten en vertalingen voor bedrijfsleven en overheid gaan verzorgen, en sinds 2003 werkt ze daarnaast als literair vertaler, met auteurs als Lawrence Hill, James Jones en Hilary Mantel in haar portfolio. Voor haar is literair vertalen een specialisatie die alle genres omvat, of ze nu commercieel zijn of tot de bellettrie behoren. In 2010 heeft ze het Literair Vertaalatelier opgericht, waarmee ze lezingen en cursussen geeft over verhaalanalyse, literair vertalen en persklaar maken & correctie. Ze is als docent betrokken bij de Vertalersvakschool, begeleidt stages en afstudeeropdrachten literair vertalen en verzorgt gastlessen literair vertalen op middelbare scholen.

 

Inhoudstafel

Voorwoord bij de tweede editie – Lieven D’hulst & Chris Van de Poel

Woord vooraf bij de eerste editie – Lieven D’hulst & Chris Van de Poel

Deel I – Het werk in goede banen

1.1.    Literair vertaler word je, woord na woord … – Carlo Van Baelen

1.2.    Zichtbaarheid van literair vertalers – Gys-Walt van Egdom en Christophe Declercq

1.3.    Basiskennis en -vaardigheden – Chris Van de Poel

1.4.    Naslag – Chris Van de Poel

1.5.    Hoe bronteksten lezen? – Philippe Noble

1.6.    Relatie tussen auteur en vertaler – Nicolette Hoekmeijer

1.7.    Vertolking 2.0 – Over het opnieuw vertalen van klassiekers – Barber van de Pol

1.8.    Duovertalen – Niek Miedema & Harm Damsma

Deel II – Belangrijke begrippen

2.1.    Equivalentie in de vertaalpraktijk en de vertaalstudie – Henri Bloemen

2.2.    Verre culturen en het vertalen van realia – Luk Van Haute

2.3.    Vertaalprocedés – Stella Linn

2.4.    Vertaling en stijl – Cees Koster

2.5.    Creatief vertalen – Harm Damsma

2.6.    De vertaling van meerstemmigheid en meertaligheid – Désirée Schyns

2.7.    Humor – Jeroen Vandaele

2.8.    Vertalen als intertekstuele praktijk – Paul Claes

2.9.    Technologie voor literair vertalers – Gys-Walt van Egdom

Deel III – Een focus op genres

3.1.    Het vertalen van narratief proza – Franco Paris

3.2.    De regels voorbij: het vertalen van poëzie – Onno Kosters

3.3.    Enige hardop uitgesproken gedachten over het vertalen van theater – Erik Bindervoet

3.4.    Denken in veelvoud: het vertalen van filosofische teksten – Jeanne Holierhoek

3.5.    Non-fictie vertalen – Jelle Noorman

3.6.    Vertalen van kinder- en jeugdliteratuur – Goedele De Sterck

Deel IV – Na het vertalen

4.1.    (Zelf)revisie – Laura van Campenhout & Ine Willems

4.2.    Omgaan met promotie, prijzen en recensies – Janny Middelbeek-Oortgiesen

4.3.    De beoordeling van de vertaling – Fedde van Santen

Bijlage I – Lijst van geciteerde vertalingen

Bijlage II – Bioschetsen van de auteurs

Namenregister